Pensioenregeling zware beroepen: werknemers verdienen beter

In een notendop

Het ABVV wil dat de regering, zoals beloofd, een rechtvaardige compensatie voorziet voor werknemers in belastende werkomstandigheden.

Het pensioenbeleid van de regering-Michel staat in het teken van langer werken. De pensioenleeftijd gaat naar 67 jaar en de leeftijd voor vervroegd pensioen, SWT (vroegere brugpensioen) en tijdskrediet eindeloopbaan werd opgetrokken.

Het ABVV blijft zich verzetten tegen deze onrechtvaardige maatregelen. De regering wentelt de vergrijzingskost af op de werknemers. Het optrekken van de pensioenleeftijd houdt geen rekening met de levensverwachting in goede gezondheid: die bedraagt gemiddeld nog geen 64 jaar en voor kortgeschoolde werknemers ligt die zelfs lager dan 55 jaar.

Het ABVV eist in ieder geval dat deze regering haar belofte nakomt en een compensatie voorziet voor werknemers met belastende werkomstandigheden.

De compensatie voor zwaar werk die de regering nu voorstelt, is ronduit onaanvaardbaar. Veel werknemers met zwaar werk zullen hun loopbaan amper kunnen inkorten. En als ze toch wat vroeger met pensioen kunnen, zullen ze voor de rest van hun leven minder pensioen krijgen.

Achtergrondinformatie

Het voorstel van de regering vertrekt van vier elementen die in aanmerking kunnen worden genomen voor een erkenning als zware functie:

  • Belastende arbeidsomstandigheden
  • Belastende werkorganisatie
  • Belasting omwille van verhoogde veiligheidsrisico’s
  • Belasting van mentale of emotionele aard (enkel in combinatie met een ander criterium!)

Indien de functie beantwoordt aan die criteria dan levert dat een ‘loopbaanwinst’ op van 5% (1 criterium), 10% (2 criteria) of 15% (3 of 4 criteria). Indien men ervoor kiest om toch langer te werken levert dat een pensioenbonus op (extra pensioenuitkering).

Concreet betekent dit dat de vereiste loopbaanduur voor vervroegd pensioen wordt verlengd met 5%, 10% of 15%.

Ondanks het feit dat er wordt erkend dat hard werken negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid en de levensverwachting, kunnen we er toch voor kiezen langer te werken. Dit resulteert in een pensioenbonus (extra pensioentoelage). Met andere woorden, de overheid laat je kiezen om ofwel vroeger met pensioen te gaan omwille van een zwaar beroep (en een lager pensioen te krijgen) ofwel dat je jouw gezondheid op het spel zet door in te stemmen met langer werken om wat meer pensioen te ontvangen.

De huidige voorwaarden om vervroegd met pensioen te kunnen (vanaf 2019)

  • 63 jaar, mits 42 jaar loopbaan
  • 61 jaar, mits 43 jaar loopbaan
  • 60 jaar, mits 44 jaar loopbaan

In theorie betekent dit dat een werknemer die zijn of haar volledige loopbaan, onafgebroken, werk heeft verricht dat als fysiek belastend wordt erkend (1 criterium), na een loopbaan van 40 jaar recht heeft op vervroegd pensioen op 63 jaar (5% extra op 40 jaar betekent 2 jaar, oftewel een loopbaan van 42 jaar).

Noteer dat we het hier in de eerste plaats hebben over de regeling voor de privé, en dat het momenteel nog om een regeringsvoorstel gaat dat definitief moet worden goedgekeurd door de regering en vervolgens door het parlement. De vakbonden brachten een negatief advies uit in het beheerscomité van de federale Pensioendienst. De regering vroeg intussen ook advies aan de sociale gesprekspartners in de Nationale Arbeidsraad over de verdere invulling van haar voorstel via de opstelling van een lijst van functies. Het ABVV blijft in dit dossier het gebruik van objectieve en wetenschappelijke criteria verdedigen.

Onze eisen

Het ABVV eist dat de regering haar huiswerk opnieuw maakt. We willen in elk geval dat:

  • Emotionele en psychosociale belasting volwaardig telt
  • Zwaar werk steeds meetelt, ook als dat vóór 2020 plaatsvond
  • Wie op (zeer) jonge leeftijd begon met werken, ook voordeel doet
  • Vroeger stoppen omwille van belastend werk geen pensioenverlies oplevert
  • Periodes waarin de arbeidsovereenkomst werd geschorst (tijdelijk werkloos, eerste jaar ziekte, zwangerschaps-, ouderschaps-, vaderschapsverlof …) volwaardig meetellen
  • De bestaande regelingen voor vervroegde uittreding (specifiek SWT bouwbedrijf, nachtarbeid, zware beroepen) en landingsbanen onverkort worden behouden

Het ABVV aanvaardt niet dat zulk een belangrijke pensioenregeling wordt doorgevoerd zonder rekening te houden met de stem van de werknemers om wie het tenslotte moet gaan. Wij hebben recht van spreken want wij staan in voor meer dan 70 procent van de inkomsten van de sociale zekerheid. Het is onze sociale zekerheid, het zijn onze pensioenen. Desnoods zullen we deze regering, en de werkgevers die zelfs durven beweren dat het regeringsvoorstel veel te soepel is, voor hun verantwoordelijkheid plaatsen.

Voorbeelden
  • Martine versnijdt sinds haar 16de kip in een vleesverwerkend bedrijf. Op 60 jaar zal zij 44 jaar loopbaan hebben. Ze krijgt geen enkele compensatie voor haar zwaar werk omdat zij al voldoet aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen.

    DUS: wie op zeer jonge leeftijd begon met werken, betaalt ook het gelag.
     
  • Jan begon in 1984 op 18-jarige leeftijd te werken als vrachtwagenchauffeur. Begin 2019 moet hij deze job opgeven door aanhoudende gezondheidsproblemen. Hij vindt ander werk. Zelfs als de tewerkstelling als vrachtwagenchauffeur voldoet aan de criteria voor zware beroepen, zullen de 35 loopbaanjaren van Jan hem geen toegang geven tot de regeling zware beroepen omdat hij deze functie niet meer uitoefent op 31 december 2019. Zelfs als Jan begin 2019 van werkgever verandert maar opnieuw als vrachtwagenchauffeur aan de slag gaat, tellen de gewerkte 35 jaren evenmin mee.

    DUS: oudere werknemers – met veel gewerkte jaren vóór 2020 – kunnen amper vroeger met pensioen, ook al hebben ze een zware loopbaan achter de rug.
     
  • Yasmina ging in 2010 deeltijds aan de slag in een call center. Ze was toen 21. Haar werk is zeer belastend: fysiek belastend omwille van de werkomgeving, een belastende werkorganisatie, stress en mentale of emotionele belasting. Na 2020 was ze in het totaal 4 jaar en 3 maanden inactief (ziekte, mantelzorg, palliatief verlof …). Yasmina kan met vervroegd pensioen in 2052, wanneer ze 63 is. Ze kan dan 42 jaar loopbaan bewijzen. Als haar job wordt erkend als zwaar beroep op basis van de fysieke, organisatorische en emotionele belasting, dan kan ze maximum 21 maanden vroeger vertrekken (in de veronderstelling dat er 10 jaren gepresteerd vóór 2020 worden gevaloriseerd). Heeft ze recht op het minimumpensioen, dan houdt ze nog  €1.081,64 over, dat is €138,37 per maand minder dan het pensioen na een volledige loopbaan van 45 jaar (€1.220).

    DUS: Werknemers verliezen een groot deel van hun pensioen als ze omwille van zwaar werk vroeger stoppen. Een pensioenverlies dat kan oplopen tot 250 euro per maand.
     
  • Tom is geboren op 1 januari 1999 en begint te werken op 1 juni 2020. Van 2020 tot 2035 werkt hij als containerlasser. Daarna schakelt hij over naar een lichtere job, die niet erkend wordt als zwaar beroep. Tom kan op vervroegd pensioen gaan op 63,5 jaar met 42 jaar loopbaan. Wordt containerlasser erkend als zwaar beroep op basis van één criterium, dan kan hij zes maanden vroeger met pensioen, namelijk op zijn 63ste verjaardag. Wordt zijn beroep erkend op basis van twee criteria, dan kan Tom zeven maanden vroeger met pensioen. Wordt zijn beroep erkend op basis van drie criteria, dan kan hij 16 maanden vroeger op pensioen, op 62 jaar. Als hij van die mogelijkheid gebruik maakt, zal hij 8 procent van zijn pensioen verliezen.

    DUS: werknemers die zeer zwaar werk hebben verricht worden daar in het regeringsvoorstel amper voor beloond. In veel gevallen zullen ze maar enkele maanden vervroegd met pensioen kunnen (mét pensioenverlies).
     
  • Paul is geboren op 1 oktober 1960. Hij begon te werken op 1 september 1980. Zijn vroegste pensioendatum is 1 september 2023. Hij kan dan op vervroegd pensioen op 63-jarige leeftijd met 42 jaar loopbaan. Stel dat zijn beroep wordt erkend als zwaar beroep, dan leveren de 40 gewerkte jaren vóór 2020 hem maximum 6 maanden vervroeging op (in de veronderstelling dat 10 jaar in rekening gebracht kunnen worden). Wordt zijn beroep als zwaar erkend op basis van 3 criteria, dan kan hij ten vroegste op 1 december 2022 met pensioen. (1 criterium: 1 maart 2023, 2 criteria: 1 januari 2023, 3 criteria 1 december 2022)