Vrouwonvriendelijke regering

De regering nam sinds haar aanstelling verschillende maatregelen die vrouwen extra zwaar treffen.

De regering nam sinds haar aanstelling verschillende maatregelen die vrouwen extra zwaar treffen.

Zo heeft de verhoging van de pensioenleeftijd en het inperken van de gelijkgestelde periodes een grote impact op vrouwen. Daarnaast worden vrouwen ook extra aangepakt door hervormingen binnen deeltijds werk en de inkomensgarantie uitkering.

We zetten de maatregelen hier op een rijtje.

Pensioenkloof en loonkloof

Het gemiddelde wettelijk pensioen van werkneemsters in België bedroeg in januari 2014 882 euro, voor mannen was dit 1181euro. Dat betekent dat er in België een pensioenkloof bestaat van 26%. Dat is het gevolg van de loonkloof en de kortere loopbanen van vrouwen: je hebt een carrière van 45 jaar nodig om een volledig pensioen op te strijken, terwijl de gemiddelde loopbaan van vrouwen slechts 36,6 jaar bedraagt!

Langer werken voor een lager pensioen

Recente overheidsingrepen vergroten de ongelijkheid: de huidige regering trok de wettelijke pensioenleeftijd op tot 67 jaar vanaf 2030. En de leeftijd voor vervroegd pensioen stijgt vanaf 1 januari 2019 naar 63 jaar, op voorwaarde dat je loopbaan 42 jaar bedraagt. Maar driekwart van de vrouwen hebben geen loopbaan van 42 jaar, gelijkgestelde periodes meegerekend, en zullen hier dus geen beroep op kunnen doen.

De regering heeft de minimumpensioenen vanaf januari 2017 wel opgetrokken, maar enkel voor wie 45 jaar gewerkt heeft. De meeste vrouwen kunnen hier dus niet van profiteren.

Werken tot 67 en dan terugvallen op een laag pensioentje wordt dus de boodschap voor veel vrouwen. En dat terwijl veel arbeidsters nood hebben om vroeger te stoppen. Zij worden geconfronteerd met hoge werkdruk en ook met belastend werk. Denk maar aan de schoonmaaksters, of de vrouwen in de zorg.

De gelijkgestelde periodes onder vuur

De gemiddelde loopbaan van vrouwen die in aanmerking komt voor de pensioenberekening zal bovendien nog korter worden want de regering heeft vanaf 2017 gesnoeid in de ‘gelijkgestelde periodes’. Dit zijn periodes tijdens dewelke je niet werkt, maar die wel meetellen voor je pensioen, zoals werkloosheid, SWT (het vroegere brugpensioen), tijdskrediet, deeltijds werk met behoud van rechten enz.

Wie meer dan 1 jaar werkloosheid heeft zal een lager pensioen krijgen, de pensioenberekening zal immers op basis van een minimumrecht en niet op basis van het laatste verdiende loon gebeuren.

Wie met SWT vertrokken is kan afhankelijk van de leeftijd en van het stelsel waarin hij/zij gestapt ziet deze periode ook gelijkgesteld worden op basis van het minimumrecht, en niet meer aan het laatst verdiende loon.

Hierin snoeien is een bloedbad voor onze laagste pensioenen en meer specifiek voor vrouwen. In sommige gevallen zou dit kunnen leiden tot een halvering van het pensioen. De helft (53,4) van de loopbaan van arbeidsters bestaat immers uit gelijkgestelde periodes, bij arbeiders is dat 38,6 procent.

Deeltijdse werkneemsters het slechtst af

Bovendien nam de regering een reeks maatregelen die het deeltijdse werkneemsters nog een stuk moeilijker maakt. Hun inkomen, hun pensioenrechten en ook hun arbeidsomstandigheden worden zwaar aangetast. Zo heeft de regering het onder meer gemunt op de inkomensgarantie uitkering (IGU) Al 13.000 mensen zijn hun IGU kwijtgeraakt, omdat het maximumloon dat je mag verdienen om er aanspraak op te maken, is verlaagd. En vanaf dit jaar wordt de IGU na twee jaar gehalveerd. Dit zal bovendien ook een invloed hebben op de pensioenen van deze werkneemsters.

De onvolledige loopbaan is geen vrijwillige keuze

Vrouwen hebben vaak kortere loopbanen, door onderbrekingen om voor de kinderen te zorgen of door werkloosheid en doordat ze vaker deeltijds werken. Dit is lang niet altijd een vrijwillige keuze. Slechts 8,5 procent van de deeltijds werkende vrouwen geeft aan geen voltijdse job te wensen.

De grote meerderheid van de vrouwen werkt deeltijds omdat ze er anders niet in slagen om werk en privéleven te combineren of omdat ze gewoon geen voltijdse job vinden. Het zou dan ook extreem onrechtvaardig zijn om de gelijkgestelde periodes niet of minder in rekening te brengen en vrouwen nog eens dubbel te straffen met een lager pensioen.