Vrouw in de scheikunde? Lage koopkracht gegarandeerd!

In aanloop naar de Internationale Vrouwendag op 8 maart bestudeerde ABVV Scheikunde de loonverschillen tussen mannen en vrouwen (in ondernemingen met meer dan 10 werknemers) in de sector aan de hand van cijfers van het Belgisch statistiekbureau.

We maken een onderscheid tussen 3 subsectoren die de sector rijk is:

  1. chemie, de grootste subsector,
  2. farmacie en
  3. kunststof en rubber.

De cijfers omvatten zowel arbeiders als bedienden en hebben betrekking op 2018, wat de meest recente gegevens zijn.

Vrouwen verdienen bijna altijd minder

  • In de subsectoren kunststof en rubber en chemie verdient meer dan 40% van de vrouwelijke werknemers minder dan € 3000 bruto per maand. Bij de mannen verdient 75% meer dan € 3000 bruto!
    • Een essentiële en welvarende sector als de scheikunde slaagt er niet in om de helft van zijn vrouwelijke werknemers het mediaanloon te betalen in België (€ 3361 bruto in 2018).
  • 1 op 5 vrouwen verdient meer dan € 4300 bruto. Bij de mannen is dit bijna 2 op 5. Er bevinden zich met andere woorden bijna dubbel zoveel mannen in de hoogste looncategorieën.
In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, is de scheikunde
geen vetpot en al zeker niet als je een vrouw bent.
Koopkracht VR scheikunde

De farmacie is de positieve noot in het verhaal

In de subsector farmacie zien we een vrij gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de verschillende looncategorieën. Toch zien we dat mannen nog altijd voor 5% meer vertegenwoordigd zijn in de hogere looncategorieën, wat anno 2021 niet uit te leggen valt.

Hoge gezondheidsrisico’s moeten gehonoreerd worden

1 vrouw op 2 verdient minder dan het mediaanloon in België, waarbij bovendien nog eens 10% zelfs minder verdient dan € 14 bruto/uur of € 2300 bruto/maand. Bij de vrouwelijke arbeiders in de scheikunde verdient zelfs 15% minder dan € 14/uur (inclusief de subsector farmacie) wat het minimum is om menswaardig te kunnen leven. Ook de mannelijke arbeiders scoren met 12% in deze looncategorie niet goed. Bovendien werd de sector scheikunde erkend als essentiële sector tijdens de COVID-19 waardoor veel werknemers blijven werken op de werkvloer en bijgevolg elke dag opnieuw hun gezondheid riskeren.

Werkgevers en struisvogelpolitiek - A match made in heaven

Helaas blijven de werkgevers nog steeds blind voor de grote inspanningen die geleverd worden door de werknemers tijdens deze crisis. Men wil maximaal 0,4% bruto loonopslag toekennen voor de periode 2021-2022 wat neerkomt op amper € 6/bruto per maand. Met sectorale minima van € 11,73/uur en € 1868,58/maand is een verhoging van € 6/bruto per maand in een nog steeds welvarende sector als de scheikunde een aalmoes. Zouden er echt werkgevers zijn die denken dat je met zo’n loon goed kan leven?

Als ABVV Scheikunde verwachten we dan ook dat de inzet en de genomen gezondheidsrisico’s door de werknemers gehonoreerd zullen worden in de vorm van hogere lonen met extra aandacht voor de laagste lonen en gendergelijkheid.

Voor meer informatie over lage lonen in de sector, lees het interview met An.