Rouwverlof tot 10 dagen verlengd

Vanaf 25 juli 2021 is het aantal dagen van betaalde afwezigheid n.a.v. het overlijden van een kind van de werknemer, echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner van 3 tot 10 dagen verhoogd. 

Hierbij zijn 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De andere 7 dagen klein verlet dienen binnen het jaar na de dag van het overlijden te worden opgenomen. 

Bij overlijden van een pleegkind (in het kader van een langdurige pleegzorg) hebben pleegouders eveneens recht op 10 dagen rouwverlof. 

Voor alle vormen van rouwverlof geldt dat de werknemer, met instemming van de werkgever, deze dagen op een later tijdstip kan opnemen, en dit zonder termijn. 

De nieuwe wet heeft eveneens aanpassingen aangebracht in het rouwverlof van andere mensen. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende situaties, en dit vanaf 25 juli: 

Reden van klein verlet Aantal dagen klein verlet
Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

Tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

 

Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

 

Overlijden van een (schoon)zuster, (schoon)broer, van een (over)grootvader, een (over)grootmoeder, van een (achter)kleinkind, van een schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont.

 

Twee dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van deze periode worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Overlijden van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, van een (over)grootvader, een (over)grootmoeder, van een (achter)kleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont.

 

Een dag door de werknemer op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.
Overlijden van een pleegkind van de werknemer, van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden.

Tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

 

Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden.

Een dag door de werknemer op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

 

Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden.

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.