Wereldbeker in Qatar: de andere kant van de medaille

Op 21 november 2022 gaat het wereldkampioenschap voetbal in Qatar van start. Een keuze die al veel inkt heeft doen vloeien. Nochtans, 12 jaar na de beslissing lijkt alles klaar te zijn: de stadions zijn gebouwd en de infrastructuur is aangelegd. Maar tegen welke prijs? Voor veel van de bouwvakkers, voornamelijk migranten, is dit zogenaamde ‘voetbalfeest’ al uitgegroeid tot een ware hel.

Eerbiediging van de mensenrechten, fatsoenlijk werk en sociale bescherming, dat had volgens ons als vakbond voorop moeten staan bij de toewijzing van dit WK aan Qatar. Maar helaas: op de bouwplaatsen in Qatar hebben de arbeidsmigranten zo goed als geen rechten. En de beleidsmakers ter plaatse tonen weinig belangstelling voor de kwestie.

Dat kon Alexandre Govaerts, van de internationale dienst van de Algemene Centrale, tijdens zijn bezoek ter plaatse zelf vaststellen. ‘De temperaturen en de droogte in Qatar zijn ondraaglijk. Onder druk hebben de Qatarese autoriteiten enige verbeteringen aangebracht, zoals een verbod op het werken op de bouwplaatsen tijdens de heetste uren van de dag in de zomer. Maar de arbeidsomstandigheden blijven slecht. Het is bovendien moeilijk om betrouwbare cijfers te verkrijgen. Zeker is dat een groot aantal arbeidsmigranten hun werk op de bouwplaatsen met hun leven of hun gezondheid hebben moeten bekopen’.

Blijvende vooruitgang

Dankzij de niet aflatende betrokkenheid van internationale organisaties, waaronder de internationale bouwvakbond BWI en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), is er wel vooruitgang geboekt. De invoering van een minimumloon, een verbod op aanwervingskosten voor arbeidsmigranten en een verbod op kafala (toestemming van de werkgever om van baan te veranderen) zijn positieve maatregelen, maar de daadwerkelijke toepassing laat nog op zich wachten.

Positief is dat de weliswaar beperkte vooruitgang in de bouwsector weerklank vindt in andere sectoren. Als gevolg van een zwaarbevochten overeenkomst tussen de BWI en het organisatiecomité van de wereldbeker zijn de afgelopen jaren in Qatar enkele beginnende mechanismen voor werknemersvertegenwoordiging ontstaan. Die strekken zich uit tot sommige bedrijven in de hotelsector en geven hoop voor andere sectoren.

En na de wereldbeker?

‘Ook na het WK moeten we druk blijven uitoefenen om de sociale rechten van werknemers te bevorderen’, benadrukt Gianni De Vlaminck, federaal secretaris van ABVV Bouw. ‘De eis van de BWI voor de oprichting van een Migrant Worker Center is dan ook legitiem. Zo’n centrum zou de rechten van de werknemers blijvend kunnen versterken’.

‘Het wordt de mooiste wereldbeker in de geschiedenis’, zei FIFA-voorzitter Gianni Infantino onlangs. Het hangt ervan af hoe je het bekijkt. Voor ons als vakbond zal dit WK in het teken staan van de vele doden op de bouwplaatsen, maar hopelijk kan de zichtbaarheid van dit evenement voor een positieve verandering zorgen.