Colombia: vorming is de sleutel tot betere gezondheid en veiligheid op het werk

28 april is de internationale dag voor veiligheid en gezondheid op het werk. Een belangrijk thema in Colombia dat momenteel een ware humanitaire ramp beleeft met de laatste weken een recordaantal overlijdens door Covid 19. We praten erover met Christóbal Silva Gonzalez, directeur van de school voor syndicale vorming Aury Sara Marrugo van de USO (Syndicale unie van de petroleumindustrie), de Colombiaanse partner van IFSI en de Algemene Centrale

Hoe staat het momenteel met de werkomstandigheden in Colombia?

Silva Gonzalez: Zeventig procent van de werknemers bevindt zich in de informele sector. Ze hebben dus geen toegang tot sociale zekerheid. Slechts 4 procent van de werknemers in Colombia zijn aangesloten bij een vakbond. Dat heeft twee redenen: het neoliberale model dat de overheid invoerde en de aanhoudende vervolging van vakbondsleiders. Desondanks slaagden de vakbonden er de voorbije jaren in hun plaats te behouden en oppositie te voeren. Zo strijden ze voor een minimumloon, toegang tot publieke diensten zoals gezondheid, drinkbaar water en voedsel.

Met Covid-19 beleeft Colombia momenteel een echte humanitaire ramp, doordat de gezondheidszorg door de overheid geprivatiseerd werd. De overheid heeft totaal niet geanticipeerd op de problemen, en de steun die de staat biedt is er enkel op gericht om de private organisaties te redden.

Kan je ons iets meer vertellen over het project dat de Algemene Centrale –ABVV steunt?

Silva Gonzalez: Dat project heeft drie pijlers:

Vorming van werknemers in de petroleumindustrie, vooral wat betreft veiligheid en gezondheid op het werk. Het doel is dat zij hun rechten kunnen opeisen via collectieve overeenkomsten.

Een bijdrage aan het collectieve geheugen van Colombia, dankzij historische archieven, rond rechtspraak, herinnering, herstel zoals beschreven in het vredesproces dat in 2016 ondertekend werd door de regering en de FARC.

Werken aan een rechtvaardige energietransitie en aan de energieonafhankelijkheid van Colombia op het gebied van steenkool en koolwaterstof. Dit moet het mogelijk maken om te profiteren van gezondere arbeidsomstandigheden en om de gezondheid van de bevolking die bij de mijnen wonen te beschermen; om te investeren in gezondheid en onderwijs in plaats van in herstel voor getroffen gemeenschappen.

Wat zijn momenteel jullie prioriteiten rond veiligheid en gezondheid?

Silva Gonzalez: In samenwerking met de werkgevers ontwikkelden we handleidingen voor veiligheid op de werkplek om werknemers beter te beschermen. Dankzij deze handleidingen, de vormingen en de daling van de olieproductie na de crisis, kenden we het afgelopen jaar geen dodelijke ongevallen in de oliesector. Aan de andere kant zijn er sinds het begin van de pandemie 16 mensen omgekomen door Covid in onze sector. Gezien de bedrijven te weinig informatie geven, hebben we vorming gepland over het gebruik van hydroalcoholische gel en maskers, over sanitaire veiligheidsmaatregelen, enz.

Hoe belangrijk is internationale solidariteit voor jullie?

Silva Gonzalez: Die is heel belangrijk voor de USO, een van de organisaties die het meest worden getroffen door vakbondsvervolging. Dankzij de steun van de Algemene Centrale zijn we er bijvoorbeeld in geslaagd om 125 werknemers te re-integreren die ontslagen werden na een staking tegen de privatisering van een bedrijf in 2004. Een van onze kameraden ging ook in ballingschap in België nadat zijn veiligheid bedreigd wordt als gevolg van zijn vakbondsactiviteit. Politieke en economische solidariteit, internationale politieke druk, steun en uitwisselingen met Belgische kameraden zijn fundamenteel zodat de Colombiaanse vakbonden een belangrijke speler kunnen blijven in de geschiedenis en toekomst van het land.