Rood van schaamte

Het dossier koopkracht beheerst de headlines van de laatste weken meer en meer.

Gelukkig maar, het is een dossier dat ons als vakbeweging meer en meer kopzorgen baart. Er is een koopkrachtprobleem. Onze leden hebben het moeilijk.

Dag na dag duiken er berichten op die onze stelling bewijzen : of het nu gaat over mensen die niets kunnen sparen, de stijging van het aantal leefloners, het stijgend bezoek aan de voedselbanken, armoedecijfers, huurprijzen die de pan uit, de stijgende prijzen van energie …. De boodschap is overal dezelfde en ze is zonneklaar: we komen er niet meer. 

Zoals ooit gezegd: op het einde van mijn loon heb ik een stuk maand over. 

Nog nooit is een probleem, weliswaar met een kwinkslag, zo scherp geformuleerd.

Gelukkig maar dat het dossier begint te leven. Omdat een dossier dat leeft in de publieke opinie, bepaalt wie gaat winnen in de verkiezingen die op til zijn. Als we als vakbeweging één ding goed hebben begrepen, is dat er een ander beleid moet komen. En dat de verkiezingsuitslag er dus anders moet uitzien dan 5 jaar geleden. Koopkracht in; migratie en identiteit out.

Maar … eerlijk is eerlijk, koopkracht leeft ook meer en meer omdat een aantal experten, echte en zelfverklaarde, de ene uitlating en visie na de andere spuien. 

Met dank voor de aandacht.

Maar geen dank voor de inhoud van de meeste van die opinies. 

Omdat de meesten uitgaan van het idee dat, als je werkt, er geen koopkrachtprobleem meer is.

Mensen activeren, werkloosheidsuitkeringen (en straks ook de ziektuitkeringen) omlaag halen, … alles om mensen aan het werk te krijgen.  

Als de economie het goed doet (dus als er meer mensen werken), zou het goed gaan met de werknemers: het zogenaamde trickle-downprincipe. 

Als het “goed” gaat boven, druppelt de welvaart – “het goede” – wel automatisch naar beneden.

En daar knelt het schoentje. Het gaat immers “goed”, maar het loopt niet meer naar beneden. Het druppelt amper. Drup…drup…………drup.

En daar staan die experten niet meer bij stil. 

De theorie is op: er is geen automatisch verdeling van de welvaart. Met de economie gaat het goed. Met de werknemers niet.

In het ontwerpakkoord tussen vakbonden en werkgevers viel er ook een drupje.

10 cent om het minimumloon te verhogen. 10 cent. Bruto.

Als eens proberen in te beelden wat dat doet voor je koopkracht?

Voor alle duidelijkheid: onze onderhandelaars hebben geprobeerd wat ze konden. Maar ze zijn gebotst op een wet waar werkgevers zich achter kunnen verschuilen. Wat die werkgevers met heel veel overtuiging hebben gedaan. Een wet die maxima oplegt, met harde hand.

Een wet die nog lekker is verstrengd door de patronale vriendjes van de regering-Michel. 

En onze onderhandelaars zijn gebotst op de stugge overtuiging dat het minimumloon in België toch nog niet zo slecht is.

En dat de regering via de taxshift al heel veel heeft gedaan voor het netto inkomen van de werknemers. Dat dit amper voldoende is om al de prijsstijgingen die dezelfde regering invoerde te compenseren, wordt snel over gefietst.

Dat die taxshift op kosten van de gemeenschap is, en dus niet van werkgevers, wordt snel over gefietst.

10 cent. Hoe durf je om het zelf maar voor te stellen?

We gaan het vandaag vragen aan Unizo en UCM, de middenstand. Het is onbegrijpelijk dat vertegenwoordigers van ondernemingen die moeten leven van de extra koopkracht van mensen, niet bereid zijn om een extra inspanning te doen om de laagste lonen boven de armoededrempel te hijsen. 

Vragen of ze niet beschaamd zijn. Rooie oortjes van schaamte. 

Alain Determmerman (Co-voorzitter Horval), Werner Van Heetvelde (Voorzitter Algemene Centrale - ABVV)