Interview: Corona en de Brexit zorgen voor belangrijke uitdagingen

Onze sectoren kennen momenteel heel wat uitdagingen: Corona, maar zeker ook de Brexit. Maar met de nieuw verkozen militanten staat de Algemene Centrale de komende vier jaar alvast sterk.  We overlopen de uitdagingen en prioriteiten met de voormalige en de nieuwe federaal secretaris voor deze sectoren, Elie Verplancken en Annelies Deman.

De tewerkstelling in de textiel is de voorbije decennia sterk geslonken. Is die negatieve trend de laatste jaren gestopt?

Elie Verplancken: De textielsector zit quasi in een status quo. De laatste jaren was er zelfs een lichte toename in arbeidsplaatsen, maar door Corona verwacht men nu een kleine daling. Het aantal faillissementen is de laatste jaren afgenomen, ook omdat de sector tot zijn essentie gereduceerd is. De bedrijven die niet geïnvesteerd hebben in vernieuwing, vaak familiebedrijven, hebben het al eerder moeten bekopen. Er komen nu zelfs enkele nieuwe bedrijven bij, vooral in het technisch textiel, maar veel extra tewerkstelling in België gaat dat niet opleveren. 

Hoe komt dat?

Elie Verplancken: In de kledingsector worden de modellen van producten in België ontworpen maar de productie zelf gaat grotendeels naar het buitenland. Dus het aantal bedienden neemt soms wel toe, maar het aantal arbeiders daalt. In de textielsector is natuurlijk de automatisering een belangrijke factor voor de daling van de tewerkstelling. De machines worden altijd maar gesofisticeerder. Vandewiele, de markleider in weefgetouwen voor tapijten, heeft machines ontwikkeld waardoor er bijna geen bobijnopzetters meer nodig zijn en waarbij de omschakeling veel sneller gebeurt. Wat vroeger 2 dagen werk was, kan nu in 2 minuten.

Welke rol heeft de Algemene Centrale de voorbij jaren kunnen spelen in de sector?

Elie Verplancken: We hebben vroeger reeds onderhandelingen gevoerd voor de invoering van de tweede pensioenpijler. Dat lag aanvankelijk erg moeilijk bij de werkgevers, maar tijdens de laatste onderhandelingen voor een sectorale cao zijn we tot een vergelijk gekomen en vanaf 2021 komt de tweede pijler er. Ook is er hard gewerkt aan een gemeenschappelijke functieclassificatie voor arbeiders en bedienden. Door de loonnormwet was het niet eenvoudig om over grote loonsverhogingen te onderhandelen maar we hebben toch het maximum uit de brand kunnen slepen. En doordat een deel van de tewerkstelling van de Belgische textiel - en kledingbedrijven zich in het buitenland bevindt, springen we ook al eens in de bres als we signalen krijgen dat de rechten van de arbeiders daar niet gerespecteerd worden.

De sociale verkiezingen zijn net voorbij, blijft het ABVV sterk in de textiel?

Elie Verplancken: In 132 bedrijven uit textiel, confectie en de textielverzorging werden er sociale verkiezingen georganiseerd. In het CPBW haalde het ABVV 34,1% van de mandaten, (een vooruitgang van 1,4%) en in de ondernemingsraad 32,6% van de mandaten (een vooruitgang met 0,5%). We zijn dus tevreden! Vooral in de textielverzorging gaan we vooruit en dat is belangrijk want de werkdruk is in die sector enorm hoog. De laatste jaren zijn er geen grote acties gevoerd, maar als het nodig is zullen we er samen met de militanten staan.

2020 was natuurlijk een bijzonder jaar: heeft de Corona-crisis hard toegeslagen in de textiel en kleding?

Elie Verplancken: Tijdens de eerste lockdown waren een aantal bedrijven volledig gesloten en was er 25 procent minder tewerkstelling. Maar op jaarbasis komen we bij zo’n 16 procent.  Maar we beschikken nog niet over alle cijfers en we zullen pas in de loop van 2021 de volledige impact van corona op 2020 kennen. Al bij al denk ik dat er toch minder schade aangericht is dan aanvankelijk werd gevreesd.

Voor de textiel is er echter een andere risicofactor die misschien veel grotere gevolgen zal hebben: de Brexit. De UK is een van de grootste afnemers van de Belgische tapijtsector. Het is heel moeilijk om in te schatten wat de impact gaat zijn. Men heeft wel geprobeerd om daar prognoses van te maken maar het blijft onvoorspelbaar.

Kan de crisis ook voor nieuwe opportuniteiten zorgen: een bewustzijn dat het toch belangrijk is om veel zaken in eigen land te kunnen produceren, zoals mondmaskers?

Elie Verplancken: Ik heb niet het gevoel dat daar veel van is blijven hangen. Een aantal bedrijven zijn daarop gesprongen, maar dat was niet eenvoudig, je kan niet zomaar direct je productie volledig omschakelen. Maar we hopen dat dit toch iets oplevert naar de toekomst.

Een nieuwe periode, een nieuwe federaal secretaris. Wat zijn de prioriteiten voor de komende jaren?

Annelies Deman: Het is duidelijk dat we voor een heel belangrijk jaar staan: met de nasleep van Corona én de onzekerheid van de Brexit. De onderhandelingen voor een Interprofessioneel akkoord (IPA) en de uitwerking daarvan in de sectoren worden essentieel. Dat wordt een hele uitdaging.

Maar in de eerste plaats wil ik de sectoren ook beter leren kennen. De sociale verkiezingen zijn net achter de rug. Er worden nieuwe ploegen samengesteld die heel gemotiveerd zijn. Ik kijk ernaar uit om hen te ontmoeten. Want de kracht van onze vakbond zit natuurlijk bij de basis, op de werkvloer.

Daar was Verkoren maandag, de feestdag van de textielsector, een ideaal moment voor, maar Corona gooit roet in het eten?

Annelies Deman: Verkoren maandag zou mijn eerste introductie in de sector zijn, een mooi moment om de militanten te ontmoeten. Maar mensen nu samenbrengen is onmogelijk, iedereen begrijpt dat, we moeten ons nu echt allemaal aan de regels houden. Gelukkig zijn er ook andere manieren om aan een goede communicatie te werken, via de secretarissen, maar ook via de website, nieuwsbrieven en sociale media.