Zwanger? Op welk verlof heb ik recht? 

Hoe zit het met mijn zwangerschapsrust? 

Tijdens je zwangerschapsrust mag je 15 weken thuisblijven. Sinds 1 maart 2020 hebben alle mama’s – ook als ze ziek, tijdelijk werkloos of verplicht van het werk worden verwijderd – recht op minstens 1 week moederschapsrust voor de bevalling en maximum 14 weken na de bevalling. Je kan deze 15 weken ook anders verdelen. Je kan ook tot 6 weken voor de bevalling vrijwillig stoppen met werken. Die weken worden dan wel afgetrokken van de 14 weken na de bevalling.   

Tijdens deze periode krijg je een uitkering. De eerste dertig dagen gaat het over 82% van je brutoloon. Daarna zakt dit naar 75%. Dit wordt tweemaal per maand uitbetaald.   

Opgelet wel:   

  • je moet uiterlijk 1 week of 7 dagen voor de vermoedelijke bevallingsdatum stoppen met werken.  Die dagen kan je niet overdragen en neem je verplicht op. 

  • ook verplicht op te nemen zijn de 9 weken na je bevalling. Dit is de eigenlijke bevallingsrust of het bevallingsverlof. 

Na de bevalling kan je 2 weken van je bevallingsverlof opnemen als losse verlofdagen om zo het werk geleidelijk aan of deeltijds te hervatten. 

Zwangerschapsverlof aanvragen 

Je moet je werkgever een medisch attest bezorgen, met daarin vermeld: de vermoedelijke bevallingsdatum en de datum waarop je je verlof wil nemen.  Verwittig ook op tijd je ziekenfonds of ten laatste bij het begin van de 6 weken die aan de bevalling voorafgaan. 

Tijdens je moederschapsverlof word je vergoed door het ziekenfonds.  Na de bevalling bezorg je een geboorteattest aan je ziekenfonds.  Binnen de 8 dagen na het einde van je zwangerschapsverlof, leg je tenslotte een bewijs van werkhervatting aan je mutualiteit voor. 

Kan ik na de moederschapsrust nog een time-out nemen?  

Mogelijk heb je recht op tijdskrediet of thematisch verlof (ouderschapsverlof). Meer info daarover in deze artikels:   

https://322.accg.be/hc/nl/articles/360006195578-Heb-ik-recht-op-ouderschapsverlof-   

https://322.accg.be/hc/nl/articles/360005922037-Tijdskrediet-thematisch-verlof-en-landingsbanen   

Als je ouderschapsverlof opneemt krijg je een uitkering van de RVA, alsook een aanmoedigingspremie van het Sociaal Fonds van de dienstenchequesector: https://322.accg.be/hc/nl/articles/360006099937-Nieuw-nu-ook-aanmoedigingspremie-voor-ouderschapsverlof-#nog-vragen--0-4   

Mogelijk heb je echter nog geen recht op deze verlofstelsels. In dat geval kan je als dienstenchequewerknemer onbetaald postnataal verlof opnemen. Meer info via dit artikel: https://322.accg.be/hc/nl/articles/360004799157-Zwangerschap-en-bevallingsrust#afwezigheden-voor-onderzoeken-0-0 --> dit artikel reduceren tot de passages over sectoraal postnataal verlof.

Postnataal verlof 

  • Wat? Onbezoldigd verlof met een duurtijd van 1 tot max. 12 maanden. 
  • Voor wie? Voor alle kersverse ouders. 
  • Wanneer aanvragen? Ten minste 1 maand vóór de start van het postnataal verlof. Het verlof moet ten laatste 1 jaar na de geboorte ingaan. 
  • Hoe aanvragen? Je licht je werkgever schriftelijk in met vermelding van de duur van het postnataal verlof. Je bezorgt je werkgever een attest van geboorte vóór de aanvang van het postnataal verlof. 

Wat als je je verlof vroeger wenst te beëindigen dan eerst voorzien? 

Je kan hiervoor een schriftelijke vraag stellen aan je werkgever. De werkgever kan deze vraag maximum 1 maand uitstellen. Dus na maximum 1 maand kan je opnieuw aan de slag. Weet wel dat de rest van je postnataal verlof dan wel verloren gaat. 

Kan je het postnataal verlof in een deeltijds regime opnemen? Ja, dat kan! Dan kan je je verlof zelfs gedurende maximum 2 jaar spreiden. De afspraken omtrent het uurrooster worden dan in een bijlage aan de arbeidsovereenkomst gevoegd. 

Dit verlof komt bovenop het reeds bestaande moeder-of vaderschapsverlof. Het kan vooral interessant zijn voor werknemers die (nog) geen recht hebben op ouderschapsverlof of tijdskrediet voor de zorg van het jonge kind (= verlofstelsels waarbij je wél een RVA-vergoeding krijgt). 

Let op: gezien het om onbetaald verlof gaat, tellen deze periodes ook niet mee voor de opbouw van je sociale rechten (pensioen, ziekte, werkloosheid)