Uitzendkrachten openlijk onder druk gezet (betoging 24/9)

Enkele dagen voor de manifestatie van het ABVV tegen de Wet van 1996 is een nieuwe aanval op de syndicale vrijheden van werknemers -ditmaal uitzendkrachten- gepleegd. De schuldigen? Chemiebedrijf Prince Belgium in Brugge en het uitzendbureau Accent Jobs for People.

De feiten: er bestaat een bedrijfsakkoord dat bepaalt dat in geval van actie, staking of betoging de delegatie de werknemerslijst, die aan een actie deelneemt, verstrekt aan de werkgever. Het ENIGE doel hiervan is om de werkgever in staat te stellen het werk te organiseren rekening houdend met de afwezigheden. Prince heeft deze lijst echter gebruikt om druk uit te oefenen op de betrokken uitzendkrachten.

Een intimiderende mail met vaderlijke toon
Verschillende uitzendkrachten ontvingen een mail van hun consulent waarin meegedeeld werd dat het management  van Prince de lijst had gezien en teleurgesteld was bij het lezen hiervan. Op een veelzeggende toon geeft het uitzendbureau toe dat het aan de werknemer is om te beslissen of hij al dan niet deelneemt aan deze betoging, maar dringt er sterk op aan dat Prince een goede klant is die alles voor de werknemers doet, en dat in tegenstelling tot de vakbond. Het bureau wijst er ook op dat door hun deelname aan de betoging, zij hiermee een bepaald signaal geven aan het bedrijf.

Voor ABVV Scheikunde en ABVV Coördinatie Interim is dit, nogmaals, een ernstige aanval op de syndicale vrijheden. Deze keer worden bijzonder kwetsbare werknemers -die te maken hebben met extreme onzekerheid, met contracten van bepaalde duur en zonder enige garantie op werk- geïntimideerd. Op deze manier wordt dus ook de scheikunde geraakt, maar dergelijke praktijken kennen geen sectorale grenzen.

Nogmaals blijkt hoezeer uitzendwerk door sommige werkgevers als een berdrijfsmodel wordt beschouwd. Hoe kan je nu als werknemer deelnemen aan een actie, hoe kan je betogen als je weet dat jij je in een precaire situatie bevindt?

ABVV Coördinatie Interim zal deze praktijken aanklagen bij de Commissie voor goede diensten.