Fight for 14: Werkneemsters op het punt van verstikking

De strijd voor een minimumloon van € 14 bruto per uur, of € 2.300 per maand, is een strijd die de Algemene Centrale al enkele jaren voert. Een strijd die onmisbaar en vooral ook gerechtvaardigd is. Dankzij deze strijd hebben we eindelijk een akkoord bereikt over een verhoging van de minimumlonen vanaf april 2022. Dit is alvast goed nieuws en een stap in de goede richting, hoewel de strijd nog lang niet gestreden is, aangezien de energieprijzen nog steeds de pan uit rijzen.

Vandaag staat veel werknemers het water aan de lippen. Vooral zij die slechts het minimum verdienen, bevinden zich in een onhoudbare situatie. Cindy, Ana Veronica en Chantal getuigen hoe zij proberen rond te komen nu hun loon niet langer volstaat om de explosieve prijsstijgingen op te vangen. 

Voor Cindy uit regio Turnhout, huishoudhulp in de sector van de dienstencheques, is het elke maand opnieuw een gevecht om de eindjes aan elkaar te knopen. Van shoppen bij de prijsbrekers tot zelf brood bakken en de facturen in kleinere bedragen ontvangen en betalen, ze probeert van alles, en toch blijft het iedere keer lastig om comfortabel rond te komen. “Ik probeer dat verstandig aan te pakken, maar de energieprijzen stijgen nu zo snel dat ik gewoon bang ben om de eindafrekening te krijgen.” 

Voor Ana Veronica die als huishoudhulp in regio Brussel werkt, geldt hetzelfde: “Ik vraag me steeds af wat ik verder nog kan schrappen in mijn uitgaven om de prijsstijgingen te kunnen overbruggen. Ik heb al het maximum bespaard.” 

Voor de werkneemsters uit de dienstencheques is het een harde pil om te slikken: de onderhandelingen over een nieuwe cao bevinden zich in een impasse, doordat de werkgevers weigeren de verplaatsingskosten correct te vergoeden. “Terwijl de grote bedrijven hun aandeelhouders belonen, houden zij onze lonen laag”, zegt Cindy. De verplaatsingen die werkneemsters in de sector maken, zijn een aanslag op hun portefeuille. De kosten van een auto bedragen voor Ana Veronica € 2.000 per jaar, zonder herstellingen. “Wekelijks leg ik 300 kilometer af en ik krijg daarvoor € 34 vergoeding. Dat moet veranderen.”

“Ik word bovendien geconfronteerd met de indexering van de huurprijzen”, vervolgt Ana Veronica, “€ 51 per maand erbij.” Daar bovenop komt de stijging van de prijzen in de winkel. “Ik let momenteel op iedere uitgave, op de minste verspilling van water, en ik heb mijn abonnementen tot het minimum gereduceerd. Ik kan me gewoon geen extra’s meer veroorloven.”

De gezondheid lijdt eronder

En alsof dat nog niet volstaat, kan 99% van de werkneemsters in de dienstenchequesector die aan een musculoskeletale aandoening lijden, zich de broodnodige kinesessies niet veroorloven.

En ze zijn niet de enigen. Ook Chantal, die in een beschutte werkplaats in Brussel werkt (de maatwerksector in Vlaanderen), kan getuigen over de medische kosten. “In mijn sector zijn de lonen erg laag en worstelen we met gezondheidsproblemen. De consultatiekosten bij de dokter of andere medische kosten, die kunnen wij gewoon niet meer betalen met onze ontoereikende lonen.” 

“Spijtig genoeg stijgen onze lonen niet zo snel als de prijzen van gas, elektriciteit, brandstof of voeding”, zegt Chantal. “Wij verdienen het om beter vergoed te worden.” 

De pandemie verergert de situatie. Meer en meer mensen doen een beroep op het OCMW, dat zien zowel de werknemers uit de beschutte werkplaatsen als de huishoudhulpen. “Ik voel mij sterk,” besluit Ana Veronica, “want mijn kindertijd was ook heel moeilijk. Maar ik wens een betere toekomst voor mijn kinderen, al begin ik soms ook te twijfelen.” 

Die impact op het gezin en de kinderen weegt zwaar op de werkneemsters. “Het gebeurt al eens dat tegen het einde van de maand wij ons reeds aan onze limieten bevinden”, zegt Ana Veronica. “We voeden dan enkel nog onze drie kinderen. We vertellen hun dat we op dieet zijn. Maar ook voor onze kinderen moeten we de extraatjes beperken, en hen zeggen dat ze het misschien later wel eens zullen krijgen. Maar wanneer? Ik kan hen niets beloven.”

“Een eerlijk loon verdienen, is voor alle werknemers onmisbaar”, vindt Cindy. “Eigenlijk zouden wij minimaal € 14 per uur moeten kunnen verdienen om zonder al te veel zorgen te kunnen leven. Mijn collega’s en ik poetsen momenteel tegen € 12 per uur.”

Deze getuigenissen zijn slechts een kleine weergave van wat de werknemers vandaag meemaken. Zowel in de dienstenchequesector, in de maatwerksector, maar ook in vele andere sectoren. Zij illustreren perfect waarom wij dringend de strijd voor hogere lonen moeten voortzetten.