De ongekende kanten van de textiel

Wat is de overeenkomst tussen je internetkabel, een olieboorplatform en je beddengoed? Het klinkt misschien als het begin van een slechte mop, maar het antwoord zal je wellicht verbazen: textiel. Textiel is naast kledij, beddengoed en handdoeken ook de glasvezelkabel voor je internet, de immens sterke touwen die nodig zijn om boorplatformen op de oceaan op hun plaats te houden, kunstgras en nog zoveel meer. Deze bijzonder diverse sector nemen we daarom graag onder de loep.

EEN KORTE GESCHIEDENIS
De geschiedenis van België is sterk verweven met textiel. Toen de Romeinen het toenmalige Belgica binnenkwamen, maakten we reeds hoogwaardige stoffen. De Romeinen exporteerden die dan ook meteen om te gebruiken voor hun toga’s. Deze erkenning van kwaliteit en vakmanschap van de ambachtslieden duurde voort en kende een hoogtepunt in de Middeleeuwen. Vanaf dan vormde onze textielsector mee de wereld. In de 19de eeuw bedroeg het aandeel van de Belgische textielproductie zelfs 17% van de wereldmarkt!

DE SECTOR IN CIJFERS
Deze cijfers zijn beschikbaar op rsz.be en gaan over het tweede kwartaal van 2021: 

Cijfers textiel

TEXTIEL-DELEGEES VAN DE AC AAN HET WOORD
Zoals reeds vermeld, is de textielsector zeer divers. Het zal je dan ook niet verbazen dat deze grote verscheidenheid aan producten ook zeer diverse werknemersprofielen aantrekt. Sophie en Frederik, twee van onze delegees, nemen ons mee op verkenning.

Voor Sophie en Frederik heeft de sector nog weinig geheimen: ze werken al in de textiel sinds ze de schoolbanken verlieten. Zij werkt intussen al 35 jaar en is nu tufster*, hij begon als arbeider en heeft zich in 30 jaar opgewerkt tot technisch coördinator.

Nog steeds een vrouwensector?
De grote arbeiderssector is niet meer wat het geweest is. Frederik beaamt dat: “Er zijn bij ons meer bedienden dan vroeger. Ons textielbedrijf trekt echter amper vrouwen aan: slechts 10 van de 175 textielwerkers zijn vrouwen”. Maar niet overal zijn er weinig vrouwen aanwezig, Sophie vertelt hoe in haar eerste textielbedrijf tijdens de nachtdienst bijna uitsluitend mannen aanwezig waren: “Vroeger mochten vrouwen geen nachtwerk verrichten. Nu zijn er al meer mannen in onderhoud of in functies als ploegverantwoordelijke, maar bij ons werken nog steeds meer vrouwen dan mannen”.

Hoe zit het met de lonen in de textiel?
De loonkloof tussen mannen en vrouwen bedraagt € 1,22. Het is een verschil dat moet worden weggewerkt. “Toen ik in de textiel begon, stond ik niet zo stil bij wat ik verdiende”, vertelt Sophie. “Dat is volgens mij niet meer zo tegenwoordig: jongeren horen en zien veel meer dan toen”. In deze sector verandert er niet veel op vlak van lonen, tenzij anders goedgekeurd in een cao. Het is dus belangrijk om voldoende aandacht te geven aan sectorale onderhandelingen. “De verloning van onze arbeiders is echt te laag, en al zeker voor het harde werk dat zij uitvoeren. Zelf zou ik een mix van lager en hoger opgeleide werknemers interessant vinden, gezien ook de kwaliteit mee zou groeien. Daarvoor moet de lage verloning echter omhooggetrokken worden”, aldus Frederik.

Verbeteren van de arbeidsomstandigheden 

Waar Sophie werkt, is er eindelijk een fietsvergoeding ingevoerd en hebben ze een tweede pensioenpijler verkregen.

“De anciënniteitsdagen zijn ook teruggebracht naar één dag na 15 jaar en een tweede dag na 25 jaar dienst”, voegt ze toe. Er is echter dringend nood aan een mentaliteitswijziging. Werknemers verdienen meer appreciatie. Zij zijn niet alleen een middel voor inkomsten, maar ook mens. “Voor de werkgevers is de productie het belangrijkste”, zucht Frederik. “Pas daarna kijken ze naar het welzijn”. Sophie kan dat alleen maar bevestigen: “Dat moet inderdaad veranderen, zodat ervaren werknemers tevreden blijven en jongere werknemers aangetrokken worden”. Bij Frederik valt het trouwens ook op hoe de gemiddelde leeftijd van de werknemers rond de 50 jaar ligt. “Ons bedrijf trekt wel jongere werknemers aan, maar kan ze jammer genoeg niet houden. Ik veronderstel dat jongeren het niet aantrekkelijk vinden om o.a. in vijf ploegen te werken.” Er is dus nog werk aan de winkel.

TEXTIEL IN DE TOEKOMST
De textiel is nog steeds een goed boerende sector, toch is niet alles rozengeur en maneschijn. De werkgevers moeten dringend twee zaken aanpakken: de investeringen terug op peil brengen en de sector interessant maken.

De textielbedrijven hebben niet zo’n goede naam en moeten aan hun imago werken. Ze moeten er vooral voor zorgen dat ze kunnen blijven concurreren met andere industrieën. Nieuwe (jongere) werknemers aantrekken en ervaren werknemers behouden, gebeurt niet met verouderde machineparken en oubollige infrastructuur, maar met investeringen in de bedrijven én in de mensen. De textiel moet de jobs aantrekkelijk maken, moet jongeren aanspreken en moet concurrentieel zijn met andere sectoren. Het móét, want het is een sector met een toekomst. 

* Een tufster is iemand die met behulp van speciaal gereedschap onder andere tapijten maakt.