Israëlisch Hooggerechtshof zet 1.200 Palestijnen uit hun huis

Op woensdag 4 mei gaf het Israëlisch Hooggerechtshof het bevel tot uitzetting van acht Palestijnse dorpen in het Masafer Yatta-gebied. De Algemene Centrale-ABVV en verschillende NGO’s veroordelen deze beslissing en roepen België en de rest van de Europese Unie op hetzelfde te doen, maar ook om maatregelen te nemen tegen het Israëlische apartheidsregime en om politieke en financiële steun aan de Palestijnse bevolking op te voeren.

Masafer Yatta ligt in het zuiden van Hebron op de bezette Westelijke Jordaanoever en is onder volledige controle van het Israëlische leger. Sinds 1981 is daar een “schietzone” van 300 km² genaamd “zone 918”. In 1999 zette het Israëlische leger al 700 Palestijnen uit het gebied omdat zij “illegaal in een schietzone wonen”. De inwoners gingen in beroep. Het Hooggerechtshof vaardigde daarop een voorlopig arrest uit dat de Palestijnse inwoners toestond naar hun dorpen terug te keren.

In strijd met het internationaal recht

De bewoners voeren intussen al 22 jaar gerechtelijke procedures opdat ze toch kunnen terugkeren naar hun huizen, ze woonden er namelijk al voor dat het gebied een schietzone werd. Maar op 4 mei 2022 besliste het Hooggerechtshof dat de bewoners wel degelijk niet mogen terugkeren. Het gaat hier over 8 dorpen in het Masafer Yatta-gebied, een totaal van 1.200 inwoners. Dit is de grootste massale uitzetting van Palestijnen in decennia. Bovendien is de beslissing van het Hooggerechtshof een schending van het Internationaal humanitair recht.

Wat doet België?

De Europese Unie verklaarde op 10 mei dat de instelling van een schietzone niet kan worden beschouwd als een “dwingende militaire reden” om de bevolking onder bezetting over te brengen. Ze veroordeelt de acties en dringt erop aan dat Israël de sloop en uitzettingen staakt.

Maar Israël weet dat er geen rechterlijke gevolgen zullen zijn voor het negeren van het Internationaal recht. Net daarom is het belangrijk dat we hen op een andere manier straffen. Door bijvoorbeeld een verbod in te stellen op handel met de Israëlische nederzettingen die gevestigd zijn in de bezette Palestijnse gebieden.

Wat kunnen we doen?

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Kitir was vorige week in Palestina. We stuurden haar ook enkele aanbevelingen voor haar bezoek. Het is belangrijk dat we de humanitaire en ontwikkelingshulp die aan de Palestijnse gemeenschappen wordt geboden blijven steunen en zelfs versterken. Er is nood aan nieuwe en concrete initiatieven, zowel op Europees als internationaal vlak, om betekenisvolle druk te zetten op Israël om de illegale blokkade van Gaza op te heffen. We moeten duidelijk maken dat Israël doet aan onwettige annexatie van Palestijns grondgebied.

We blijven onze solidariteit concreet maken. Routineuze veroordelingen helpt de Palestijnen niet. Vakbonden wereldwijd hebben, vanuit het principe van internationale solidariteit, de plicht om de Palestijnse werknemers bij te staan. Waardig werk is onmogelijk onder militaire bezetting.