Interview Ghada Ghalyoun: ons project is ambitieus

Zorgen voor meer veiligheid en gezondheid in de Palestijnse steengroeven, dat is wat Ghada Ghalyoun van de Palestijnse vakbond PGFTU samen met Solsoc en de Algemene Centrale wil bereiken. Hoe dat juist in zijn werk gaat vertelde ze in een gesprek na haar deelname aan het vierjaarlijkse congres van de Algemene Centrale.

De Algemene Centrale – ABVV steunt via Solsoc de PGFTU. Kan je ons kort de samenwerking en het project voorstellen?

Het programma is van start gegaan in 2017 en loopt gedurende vijf jaar. Het richt zich in de eerste plaats naar werknemers van de steengroeven, maar ook naar bepaalde werknemers binnen de bouw. Het doel is dat ze in veilige en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden kunnen werken. We willen dat werknemers én werkgevers beter op de hoogte zijn van de arbeidswet en de rechten van werknemers, en van de maatregelen voor gezondheid en veiligheid op het werk. We willen het aantal ongelukken en beroepsziekten terugdringen en zorgen voor een gezonde werkplek die het milieu respecteert. Daarnaast hopen we dat hierdoor meer werknemers zich aansluiten bij de vakbond.

Hoe werken jullie hier specifiek aan?

Naast workshops om de werknemers te sensibiliseren werken we aan een databank om het aantal ongelukken en ziektes binnen de sector in kaart te brengen. Het is moeilijk om beroepsziekten de behandelen als ze pas na 5 of 10 jaar opgespoord worden, wat helaas vaak het geval is.

Ons programma is ambitieus want het wil de mentaliteit van de werkgevers en werknemers veranderen, en dat is niet eenvoudig. Ik zeg vaak dat de arbeiders in de steengroeven zo koppig als een steenezel zijn. Er zijn veel sensibiliseringscampagnes nodig om hun mentaliteit te wijzigen. Zo hangt er op hun werkplaats soms zo veel stof dat je haast niet meer kan zien, en toch blijft het moeilijk om hen te overtuigen om beschermingsmaskers- en brillen te dragen. In het begin bezorgden we hen allerlei beschermingsmateriaal om dan tijdens volgende bezoeken te merken dat ze dat niet meer gebruikten.

Trachten jullie ook iets te veranderen op beleidsniveau?

Het concrete werk op het terrein heeft pas zin als we ook in contact staan met de minister van werk en de ministers die iets te zeggen hebben over veiligheid en gezondheid op het werk. Ons doel is om lid te worden van het comité dat deze thema’s behandelt en hen overtuigen om de groeven te bezoeken. Zij hebben immers de macht om bedrijven die de regelgeving rond veiligheid en gezondheid niet respecteren te sanctioneren.

Mijn zorg is ook dat wat we bereiken niet verdwijnt als dit project stopt. We moeten dus een structuur creëren die ons in staat stelt om zelfs zonder vast budget het werk verder te zetten.

Wat is voor jullie momenteel al het belangrijkste resultaat?

Ik zou zeggen: de populariteit die het programma nu al heeft bij een hele groep van begunstigden. Velen kennen het project en nemen deel aan de activiteiten, zelfs op vrijdag (vrije dag) of het weekend. Heel wat trainers zijn nu voldoende opgeleid en kunnen opleidingen geven over gezondheid en veiligheid op het werk. Het is een ploeg van heel gemotiveerde vrijwilligers.

Je hebt net deelgenomen aan het congres van de Algemene Centrale. Vind je het belangrijk om aan dit soort bijeenkomsten deel te nemen? Wat onthoud je er van?

Het was de eerste keer dat ik deelnam aan een congres dat zoveel mensen samenbracht. De eerste dag, gewijd aan de internationale projecten, was voor mij heel belangrijk. Er werden boeiende ervaringen en standpunten rond werkbaar werk en loon uitgewisseld en over de plaats van vrouwen in de vakbond. Dat laatste ligt me nauw aan het hart, want al werken er geen vrouwen in de steengroeven in Palestina, we hebben wel een afdeling die specifiek rond vrouwen werkt in mijn organisatie. We kennen in Palestina heel wat gelijkenissen maar ook nog veel moeilijkere situaties rond vrouwen in de arbeidswereld.

Ik hoop dat door mijn aanwezigheid mensen ook iets geleerd hebben over Palestina en onze werkomstandigheden. Ik heb in ieder geval veel geleerd en ik blijf hopen dat er een dag komt dat we de moeilijkheden in mijn organisatie en in mijn land overwinnen.