Uitsluiting moet ons allen zorgen baren
De Wever en Bouchez leggen een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd op tafel, één van de “hoofdprijzen” die rechts graag zou binnenhalen. Maar hiermee help je werkzoekenden geen stap vooruit. Integendeel, je duwt mensen nog meer in sociale onzekerheid. Bovendien zou het een enorme kost voor de gemeenten inhouden die de uitgesloten werkzoekenden moeten opvangen en begeleiden.
Het is tegenwoordig bon ton om op werkzoekenden in te hakken. Team-De Wever-Bouchez doet er graag aan mee, met als klassieke recepten: uitkeringen beperken tot maximaal twee jaar en een sterkere degressiviteit (een daling in de tijd).
En toch is de toegang van de werkloosheidsverzekering al 20 jaar aan het afnemen. Werkzoekenden worden gecontroleerd en geactiveerd, en sommige uitkeringen zijn al degressief. Slechts de helft van de werkzoekenden ontvangt vandaag een RVA-uitkering. Anderen werden uitgesloten of niet aanvaard.
Uitkeringen beperken in de tijd en hopen op een miraculeuze terugkeer naar werk is nonsens. De wetenschappelijke literatuur bevestigt dit. Volgens de RVA zijn vrijstellingen voor het volgen van opleiding en studies veel nuttiger voor een echte terugkeer naar werk.
Bovendien hebben werkzoekenden vaak gedurende vele jaren bijdragen betaald, om te kunnen terugvallen op dit systeem van solidariteit. Een beperking in de tijd gaat in tegen de principes van onze sociale zekerheid die een sociale verzekering is: bescherming tegen risico’s zolang het risico zich voordoet.
Mensen uitsluiten om ze weer aan het werk te krijgen is ook economisch onzinnig. Er zijn onvoldoende vacatures. Statbel registreerde 184.431 vacatures in juni 2024, terwijl ons land in 2023 ongeveer 520.000 werkzoekenden telde. En welke jobs worden er aangeboden? Veel van de vacatures op de websites van VDAB, Actiris en FOREM zijn voor tijdelijke jobs, uitzendarbeid, enzovoort.
Al die argumenten beletten Bart De Wever niet om de beperking van de werkloosheidsuitkeringen tot twee jaar op te nemen in zijn fameuze nota. Dit leidt tot een verarming van een bevolking die haar geld uitgeeft in de echte economie, in de lokale handel.
Wie betaalt de rekening?
Volgens de begrotingstabel van Bart De Wever zou deze maatregel ongeveer 1,7 miljard euro besparing opleveren, min de 200 miljoen euro die zou worden doorgestort om de gevolgen voor de OCMW’s verteerbaar te maken. Totale besparing? Ongeveer 1,5 miljard euro.
Wat ze er niet bij vertellen is dat als de uitgesloten alleenstaanden en gezinshoofden worden overgeheveld naar de OCMW’s, de kosten voor het leefloon alleen meer dan 850 miljoen euro zouden bedragen, waarvan zo’n 250 miljoen ten laste van de gemeenten.
Dan hebben we het nog niet eens over de stijging van de personeelskosten voor de gemeenten en de OCMW’s. Honderden sociaal assistenten zullen moeten worden aangeworven om het bijkomende werk te behandelen. Kostprijs? Naar schatting 70 miljoen euro aan personeelskosten. Is dit nog steeds een besparing? Momenteel worden werkzoekenden begeleid door VDAB, Actiris of FOREM. Gaan de lokale overheden die begeleiding overnemen? Dit betekent een sterk verhoogde financiële druk op de toch al overbelaste lokale overheden. BDW en Bouchez malen er niet om …
Volgens het ABVV zouden er 90.000 leefloners bijkomen. Procentueel gezien is dat meer dan 50% extra leefloners. In Antwerpen gaat het om 85% meer, in Brugge 112%, in Beveren 137%. Meer cijfers vind je hier op de ABVV-website.
Wie wordt getroffen?
Werknemers die 10, 20, 30 jaar hebben gewerkt … die sociale bijdragen hebben betaald en die helaas al twee jaar geen vaste baan meer hebben kunnen vinden.
Wat als een werknemer bij Audi op 57-jarige leeftijd na 30 jaar dienst in de werkloosheid terechtkomt? Na twee jaar gaat hij/zij te horen krijgen geen recht meer te hebben op een werkloosheidsuitkering en zich maar bij het OCMW moet melden voor een leefloon?
Veel van de “langdurige” werkzoekenden werken wel meerdere maanden per jaar, met korte contracten. Helaas niet lang genoeg om in de statistieken te worden opgenomen als werkenden.
Controles bestaan al
Werklozen worden al onderworpen aan uitgebreide controles en kunnen zelfs bestraft of uitgesloten worden. In 2023 waren er 31.484 sancties en uitsluitingen (van alle types), tegenover 29.276 in 2022 en 21.757 in 2021: er is dus een toename van sancties en uitsluitingen, terwijl het aantal mensen met een werkloosheidsuitkering gestaag daalt. Ten slotte zijn werkzoekenden al verplicht om beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt, in te gaan op werkaanbiedingen en actief op zoek te gaan naar werk. Deze inspanningen worden regelmatig gecontroleerd.
Kortom, dit is een populistische, ineffectieve en stigmatiserende maatregel, die niets oplost maar alleen onzekerheid en instabiliteit creëert.