Centraal-Amerika: Coronacrisis heeft onmiddellijke impact op de confectiesector

In Europa lijkt tegen juni het ergste van de COVID-pandemie achter de rug, maar in Centraal-Amerika slaat die keihard toe. In Honduras, Nicaragua en El Salvador is het aantal overlijdens voorlopig onder controle maar de economische gevolgen zijn heel zwaar door de acute crisis maar ook door fundamentele onrechtvaardigheden in de productieketen.

In Centraal-Amerika werken meer dan 350.000 arbeid(st)ers in de confectiesector. Ze produceren vooral kleding voor de Amerikaanse markt. De confectiefabrieken zijn vaak gevestigd in vrijhandelszones, de zogenaamde maquila’s. De effecten van de wereldwijde corona-crisis was onmiddellijk voelbaar voor de werknemers in de kledingsector door een sterk dalende vraag, lockdownmaatregelen en omdat werknemers de zwakste schakel zijn in de productieketen.

April en mei waren harde maanden voor de arbeiders en arbeidsters: opschortingen van de productie, sluitingen, loonverlies, geen sociale bescherming en heel veel onzekerheden. Onder druk van de vakbonden, gesteund door de Algemene Centrale en de ngo FOS, werden oplossingen gezocht voor het loonverlies, eerst op bedrijfsniveau, ook op sectoraal niveau en nu ook internationaal door druk te zetten op de kledingbedrijven samen met consumentenorganisaties en de globale vakbondsfederatie IndustriALL. Twee syndicale prioriteiten staan nu voorop: inkomensgarantie bieden en beschermingsmaatregelen nemen tegen de besmetting.

Nahum Rodriguez, vakbondsleider in de textielfabriek GILDAN in Honduras:

“Hoewel we als vakbonden veel voor onze leden bereikt hebben, liepen we door de productie-opschortingen tegen een harde werkelijkheid aan. Er was niets waar we op konden terugvallen. In de maquilasector is het door de kortlopende arbeidscontracten al jaren de gewoonte om de verplichte ontslagpremies jaarlijks uit te betalen. Werknemers hebben dit geld broodnodig en betalen hiermee hun schulden af."

"Het gevolg is dat niemand in de sector iets heeft opgebouwd en we meteen honderden wanhopige leden aan de lijn kregen. Daarnaast kan de sector niet in aanmerking komen voor overheidssteun, omdat de vrijhandelszone nauwelijks belastingen afdraagt. Andere sectoren kunnen veel makkelijker aanspraken maken op overheidsprogramma’s met het argument dat ze jarenlang de overheidskas hebben gefinancierd. We krijgen hiervan nu de rekening gepresenteerd.”

Juridische bijstand en vorming wordt nu gefocust op de arbeidsrechtenschendingen verbonden met de productie-opschortingen. Ondanks bepaalde compenserende maatregelen, krijgen meer en meer gezinnen het na twee maanden erg moeilijk om te voorzien in de meest essentiële basisvoorzieningen en voedsel.

Het is duidelijk dat de corona-crisis fundamentele onrechtvaardigheden in de productieketen blootlegt: lage lonen, zeer hoge flexibiliteit, en kledingmerken die grote winsten boeken op de rug van de werknemers. Sommige kleren mogen dan spotgoedkoop zijn, de werknemers dragen de ware kosten. Dit moet veranderen.

De Algemene Centrale-ABVV besloot, gezien de moeilijke humanitaire en economische situatie,  ook om een extra financiële ondersteuning te bieden voor de vakbonden in de 3 landen, met name voor de aankoop van veiligheidskits voor de delegees en voedselbedeling bij de meest getroffen arbeid(st)ers en hun gezinnen.