Liefde is essentieel ❤ Maar een minimumloon om waardig te kunnen leven, is dat ook

Zoals het hoort op Valentijn wordt de sfeer er deze zondag iets romantischer op… of toch niet. Voor veel mensen is dit niet het moment om feest te vieren. We denken met name aan de werknemers met een minimumloon die hard getroffen zijn door de coronacrisis.   

Niet alle werknemers in deze categorie zijn op dezelfde manier getroffen. Enerzijds zijn er de ‘essentiële’ werknemers: zij die onze bedrijven tijdens de lockdown hebben laten draaien. Ze werken in industrieën zoals detailhandel, schoonmaak, afvalophaling, thuishulp, transport, voeding,… Dit zijn allemaal sectoren waar het percentage werknemers dat aan het minimumloon werkt tot het hoogste behoort.

Sandra, MWB, automobiel: "Het is nochtans geen scheldwoord, € 14" 

Een tweede groep werknemers met een minimumloon zijn degenen die ontslagen zijn of economisch werkloos werden als gevolg van de coronamaatregelen. Om nog maar te zwijgen van bepaalde sectoren die nog steeds gesloten zijn, zoals de horeca of de culturele sector. Voor al deze werknemers stortte van de ene op de andere dag hun toch al te lage inkomen in. En als je amper genoeg verdient om het einde van de maand te halen, is het bijzonder moeilijk om geld opzij te zetten.  

Amandine, AC: “In de dienstencheques zijn we ‘essentieel’ wanneer men ons nodig heeft. Naar de klanten gaan, risico’s nemen,... maar als het erom gaat ons eerlijk te betalen, zijn we plots toch niet zo belangrijk”. 

Aan de vooravond van 14 februari, symbolische datum van onze strijd voor € 14, toont het ABVV nogmaals haar vastberadenheid om het minimumloon geleidelijk te verhogen tot € 14 bruto per uur of € 2.300 per maand. Volgens verschillende onderzoeken is het onder deze drempel onmogelijk om waardig van je inkomen te leven. En meer dan 800.000 gezinnen bevinden zich in deze situatie. Erger nog, bijna 70.000 werknemers (of 2 à 3% van de Belgische werknemers) krijgen slechts het minimumloon, namelijk € 9,87/u of € 1.625/maand. 

Annelies, BBTK, ergotherapeut in een zorgcentrum: “Ik heb veel collega’s die de eindjes aan elkaar kunnen knopen omdat ze op hun partner kunnen rekenen. Maar het zou niet mogen dat je werkt en alsnog financieel afhankelijk bent”.  

Het debat over een fatsoenlijk en leefbaar minimumloon is voornamelijk een ethisch en moreel debat. Een democratie is niet meer levensvatbaar als de ongelijkheden een grens overschrijden. Terwijl de kloof tussen de werkgevers en de werknemers groter lijkt dan ooit, kijk naar de schamele 0,4% loonmarge waarmee de werknemers opgezadeld worden, toont de realiteit nochtans meer dan ooit dat een verhoging van het minimumloon een topprioriteit is. 

Anna, Horval, dienstencheques: “Van zodra onze lasten, onze huur en onze auto -ons werkinstrument, maar volledig voor onze rekening- betaald zijn, blijft er bijna niets meer over om van te leven." 

Onbetaalbaar? Volgens het ABVV is het mogelijk om de laagste lonen geleidelijk te verhogen door de kosten solidair te dragen, via een sociale bijdrage van alle werkgevers aan een Fonds. Met een bijdrage van 0,2% op de totale loonmassa zouden we de laagste lonen met € 1 kunnen verhogen. Het zou een stap in de goede richting zijn. En er kan geen sprake van zijn om die 0,2% te onttrekken aan de 0,4% loonmarge! Het zou spijtig zijn dat deze gezondheidscrisis tot niets dient. We moeten er de juiste lessen uit trekken. Applaudisseren voor werknemers is mooi, ze waardig betalen is beter. 

Cyndel, BBTK, non-foodwinkel: “Ons loon bedraagt minder dan € 2.300 per maand. Er wordt ons altijd maar meer gevraagd, maar ons loon stijgt niet. Sinds de coronacrisis is de flexibiliteit nog gestegen en de opeenvolgende periodes van tijdelijke werkloosheid hebben financieel hun tol geëist. Sommige collega's moesten functies opnemen waarvoor ze niet opgeleid waren, om hun rekeningen te kunnen betalen."