De laagste lonen verhogen, dat is de Belgische economie stimuleren

Op 29 maart zullen de werknemers staken. In de huidige context is dit een moedige daad die respect verdient. Het is echter ook een teken dat ze er genoeg van hebben en dat zowel de regering als de werkgevers het signaal serieus moeten nemen. Enkele maanden geleden was de politieke wereld het erover eens dat er een pre- en post-COVID-19-tijdperk zou komen, dat er zaken moesten veranderen. Maar wat blijkt? De bazen spelen het spel niet mee in het interprofessioneel akkoord 2021-2022, de gelegenheid bij uitstek om de daad bij het woord te voegen. 

Voor het ABVV zou het na de COVID crisis ondenkbaar zijn om terug als vroeger door het leven te gaan. Om de ongelijkheid nog groter te laten worden. Meer dan ooit eisen we een IPA met meer respect voor de werknemers. 

Ten eerste door deze dwingende norm van 0,4 % door een indicatieve norm te vervangen. Zo kunnen hardwerkende werknemers in bedrijven die sterker uit de crisis komen een verhoging boven de 0,4 % krijgen. 

Ten tweede, en dit is een andere les die we uit deze crisis moeten trekken, is er dringend nood aan een aanzienlijke verhoging van de laagste lonen. Laten we niet vergeten dat veel  werknemers met de laagste lonen in de crisis vaak op magische wijze in de categorie van zogenaamde “essentiële” sectoren terecht kwamen. Essentieel zijn en slecht betaald worden, wat klopt hier niet?

Het probleem is niet nieuw, maar het is wel verergerd door de crisis. In België is het hebben van een job geen garantie tegen armoede. In veel sectoren bedraagt het brutominimumloon zo’n € 9,87 per uur -€ 1.625,72 per maand- (afhankelijk van sector en anciënniteit). Dit is volstrekt onvoldoende om waardig te kunnen leven. Volgens verschillende studies is een minimum brutoloon van € 14 per uur -€ 2.300 per maand essentieel om alle uitgaven te kunnen betalen. Kortom, om niet in armoede te hoeven leven. 

Naar een solidariteitsfonds

Natuurlijk zal de verhoging van € 9,87 naar € 14 niet in één keer gebeuren, maar we moeten stoppen met denken dat het niet betaalbaar is. En natuurlijk zijn sommige sectoren niet in staat dergelijke loonsverhogingen toe te kennen. En natuurlijk moeten we waakzaam zijn dat door loonsverhogingen geen jobs verdwijnen. 

Daarom stelt het ABVV voor om, in het kader van het IPA, een solidariteitsfonds op te richten. Het idee hierachter? Alle werkgevers laten bijdragen aan de extra kost van het verhogen van het minimumloon voor de betrokken bedrijven. Een werkgeversbijdrage van 0,2 % van de loonmassa zou het minimumloon met € 1 per uur kunnen doen stijgen. Een stijging die geen effect mag hebben op de onderhandelingsmarge voor andere werknemers. 

Met zo’n fonds zouden we op korte termijn een aanzienlijke verbetering voor de betrokken werknemers realiseren. Een eerste stap naar de verwezenlijking van de 14€. 

Waarom zouden we er allemaal bij winnen? 

De hele Belgische economie zou baat hebben bij een dergelijke verhoging van de laagste lonen. Gezinnen met een laag inkomen hebben dit geld nodig om dagelijks te kunnen leven.

De extra uitgaven zullen rechtstreeks en volledig in de economie terecht komen, wat het herstel van die economie direct ten goede zal komen. 

Niet overtuigd? Wij hebben enkele citaten verzameld van deskundigen die dicht en ver van onze vakbond staan, maar die hetzelfde zeggen als wij, zowel over de loonnorm als over de stijging van de laagste lonen. Dan zullen we toch niet zo fout zitten, wel? 
 

Wat de deskundigen denken: 

" De mensen met lagere inkomens zijn dikwijls diegenen die het meest geleden hebben tijdens de crisis. Het zijn ook meestal mensen die een beroep uitoefenen waarvan we nu constateren dat die van enorm maatschappelijk belang is. We ontdekten dat de productiviteit van die mensen heel hoog is. Maar ze zijn onderbetaald. Dat moet rechtgetrokken worden." - Paul de Grauwe – economist

“Zo'n hoger minimumloon heeft ook op andere vlakken positieve gevolgen: (1) het dringt de armoede terug (2) het draagt bij aan de economische relance en leidt dus tot meer consumptie, (3) het is goed voor de productiviteit: het bevordert het welzijn van de werknemers waardoor ze gemotiveerder zijn en zet ook de werkgevers aan om productiviteitsverhogende maatregelen te nemen en (4) het kan bedrijven aanmoedigen om de kwaliteit van de geleverde diensten en producten te verhogen. Sacha Dierickx, voormalig wetenschappelijk medewerker denktank Minerva en sinds kort adviseur op de ABVV-studiedienst, De Morgen

“De wet op het concurrentievermogen van 1996 bepaalt al 25 jaar hoe sterk onze lonen kunnen stijgen. Zoals het er nu voor staat, is dat 0,4 % boven op de vermoedelijke inflatie over de komende twee jaar. Daar kun je na belastingen ternauwernood het etentje van betalen om die beloning voor al je harde werk te vieren”. – De Standaard, Ive Marx, hoogleraar sociaal-economische wetenschappen UAntwerpen

“Op intellectueel niveau is deze wet (red.noot: 1996) een gedrocht.” - Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom van Orcadia Asset Management

"Bijna 10 % van de werknemers in de Europese Unie leeft in armoede: dit moet veranderen" - Nicolas Schmit, betoogde Eurocommissaris

“Mensen in een laagbetaalde job verdienen beter. Joe Biden heeft dat begrepen, maar ook in buurlanden als Frankrijk en Duitsland vinden stijgingen plaats. Een nieuw sociaal contract na corona kan geen genoegen nemen met slechts een minieme stijging van het minimumloon.” Sacha Dierickx, voormalig wetenschappelijk medewerker denktank Minerva en sinds kort adviseur op de ABVV-studiedienst, De Morgen