Sociaal akkoord in PC 200 voor 450.000 werknemers

Ondanks de talrijke en sterk uiteenlopende sectoren in het PC 200 (of APCB) zijn de vakorganisaties er in het kader van de sectorale onderhandelingen in geslaagd om een akkoord te bereiken met de werkgevers. De tekst die op tafel ligt garandeert een eerlijke basis voor alle betrokken werknemers, ongeacht hun bedrijf, aangezien dit akkoord voor de hele sector geldt. Ondanks de moeilijke context en de opgelegde 0%-loonmarge wordt niemand aan de kant gelaten.

Dit akkoord is de minimale basis voor wat van toepassing zal zijn in de sector en laat de vakbondsafvaardigingen vrij om, waar mogelijk, meer en beter te onderhandelen in hun bedrijven.

Het ontwerpakkoord moet nu snel de vorm van collectieve arbeidsovereenkomsten krijgen. Het omvat verschillende onderdelen zoals maatregelen rond koopkracht, eindejaarspremie, SWT, tijdskrediet, opleiding, vervoerskosten, mobiliteit en telewerk.

Hierbij de grote lijnen van dit akkoord:

Koopkrachtpremie

  • Op grand van "sectorale" criteria: winst of uitzonderlijke winst.
  • Uiterlijk op 31/12/2023 kan er een minimale eenmalige premie warden toegekend van € 125
    of  € 250 of € 375.

Verbetering van de eindejaarspremie

  • Voortaan zal het profylactisch verlof om de gezondheid van de baby of van de moeder te beschermen, worden gelijkgesteld voor de berekening van de eindejaarspremie.
  • Ontslag in onderling overleg geeft de werknemer recht op een eindejaarspremie voor de referentieperiode op voorwaarde dat hij een anciënniteit heeft van ten minste 5 jaar.

Verlenging van de SWT-maatregelen (conventioneel stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) tot 30/06/2025

  • 'lange loopbaan' vanaf 60 jaar (40 jaar loopbaan; mits minstens 10 jaar anciënniteit in de onderneming)
  • 'nachtarbeid/zwaar beroep' vanaf 60 jaar (33 jaar loopbaan; nachtarbeid of zwaar beroep; mits minstens 10 jaar anciënniteit in de onderneming)
  • 'zwaar beroep' vanaf 60 jaar (35 jaar loopbaan; mits minstens 10 jaar anciënniteit in de onderneming)
  • De sector treedt ook toe tot de cao's tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid tot 31/12/2024 en 31/12/2026.

Verlenging van het stelsel van tijdskrediet (inclusief het stelsel van tijdskrediet met motief) voor de periode van 1/1/2024 tot 31/12/2025, met uitzondering van landingsbanen 1/5de vanaf 55 jaar en halftijds vanaf 55 jaar waarvoor de verlenging ingaat van 1/7/2023 tot 30/6/2025.

  • Behoud van de bijkomende uitkering landingsbaan voor rekening van het Sociaal Fonds voor de bedienden die een landingsbaan 1/5de starten vanaf 60 jaar, alsook voor de bedienden die een landingsbaan 1/5de starten vanaf 55 jaar, en dit voor de periode gaande van 1/7/2023 tot 30/6/2025 (lange loopbaan 35 jaar, zwaar beroep en 20 jaar nachtarbeid).
  • Verlenging van de aanmoedigingspremies van de Vlaamse Gemeenschap

Telewerk

De sociale partners moedigen de ondernemingen aan om, wanneer zij telewerk implementeren, dit gedurende de looptijd van dit akkoord op te nemen in de sociale dialoog op ondernemingsniveau.

Opleiding

Ondernemingen met minder dan 10 werknemers:

  • een gemiddelde van 4 collectieve opleidingsdagen voor 2 jaar van 1/1/2024 tot 31/12/2025, waarvan 1 'individuele' opleiding dag per jaar

Ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers:

  • een gemiddelde van 4,5 collectieve opleidingsdagen voor 2 jaar van 1/1/2024 tot 31/12/2025, waarvan 1 'individuele' opleiding dag per jaar

Ondernemingen met 20 werknemers of meer voor de individuele opleiding:

  • Tot 31/12/2023: behoud van 2 dagen individuele opleidingsdagen per jaar voor een   
     voltijdse bediende
  • Vanaf 1/1/2024: 3 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse bediende
  • Vanaf 1/1/2026: 4 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse bediende
  • Vanaf 1/1/2028: 5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse bediende

Vervoerskosten

  • Fiets - Vanaf 1/7/2024 zal aan een regelmatige gebruiker van de fiets voor woon-werkverkeer een fietsvergoeding van 27 cent per effectief afgelegde kilometer, met een max. van€ 10,80 [max. 40 km heen en terug] per arbeidsdag, toegekend worden. De modaliteiten zijn te bepalen op ondernemingsvlak. De vergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon-werktraject, met uitzondering van de tussenkomst voor openbaar vervoer.
     
  • Privé-vervoer - Het bedrag van de jaarlijkse brutogrens voor de tegemoetkoming van de werkgever in het privé-vervoer zal op 1/1/2024 worden aangepast.

Mobiliteit

De sociale partners moedigen de ondernemingen aan om in te zetten op duurzame mobiliteitsoplossingen.