Klimaattransitie: personeel mag niet vergeten worden

Het wordt hoog tijd dat er oplossingen komen zodat het klimaat kan recupereren. Zo dus ook voor de petroleumsector, en net daarover kwamen de militanten van de sector in januari al eens samen. Welke evolutie heeft de klimaattransitie in de sector al gezien? En wat zit er nog aan te komen?

Eric Lambert, syndicaal afgevaardigde TotalEnergies raffinaderij Antwerpen, vertelt over de klimaattransitie bij TotalEnergies.

Winsten investeren

Eric
Eric Lambert, syndicaal afgevaardigde TotalEnergies raffinaderij Antwerpen

Elk bedrijf moet kijken hoe de markt evolueert. Dat is voor TotalEnergies niet anders, en dat zal een grote reden geweest zijn om over te gaan naar hernieuwbare energie. Op dit moment worden delen van de winsten geïnvesteerd in de klimaattransitie. Die winsten zijn afkomstig van de koolwaterstof en van de gestegen gasprijzen sinds de oorlog in Oekraïne. Het andere deel van de winsten gaat naar de aandeelhouders, ze zeggen niet voor niets ‘onze aandeelhouders, zijn onze belangrijkste investering’.

Voor een milieubeweging zal het bedrag dat geïnvesteerd wordt in de transitie nooit hoog genoeg zijn, en misschien zelfs niet voor de gewone bewoner van deze planeet. Maar voor het bedrijf TotalEnergies en de aandeelhouders is er misschien al te veel geïnvesteerd in hernieuwbare energie. Als werknemers van de groep weten we al lang dat we meer moeten doen, maar de doorslaggevende stem ligt nog altijd bij de aandeelhouders.

We discussiëren al jaren met de CEO over een grotere investering in energieën voor de toekomst. Energieën die eigenlijk vandaag al nodig zijn, maar er nog niet zijn. Onze CEO is duidelijk: “zelfs met al onze inspanningen (windmolen, zonnepanelen enz.) is er niet genoeg energie. Er is nog steeds een zekere behoefte aan koolwaterstof. Zolang die behoefte er is, blijven we die mee invullen en tegelijkertijd bouwen we onze alternatieve energieën verder uit.”

Jobs aanpassen, niet schrappen

In het kader van transitie moet er ook gezorgd worden voor de mensen die vandaag al aan de slag zijn in onze sector. Kunnen zij in de toekomst ook andere beroepen leren? Kunnen zij binnen de sector hun job anders gaan invullen?

Vroeger hadden we in België de steenkoolmijnen. Toen steenkool verbannen werd, zijn heel veel mensen op straat gezet en sommigen naar andere jobs afgeleid. Ook in ons geval zal zo’n begeleiding nodig zijn: nationaal, maar ook internationaal. Er wordt in de petroleum heel veel geld verdiend, waardoor mensen al eens zeggen: ‘die kunnen de transitie, de overgang naar de nieuwe energie financieren’. Dat betekent echter niet enkel nieuwe energie creëren, maar ook het personeel begeleiden naar een nieuwe toekomst.

Persoonlijk zou ik heel graag hebben dat er voldoende financiële middelen voorzien worden om ingrepen te doen én werknemers op te vangen. Het sociale luik, de omscholing van het personeel, krijgt onvoldoende aandacht. Er moet een soort transitiefonds komen waarbij men zich voorbereid op de afbouw van de banen die momenteel in de energiesector aanwezig zijn. Maar er zijn ook manieren waarop de afbouw van zo’n job misschien minder nodig zal zijn. Dat moet echter allemaal nog onderzocht worden, al moeten we ons voorbereiden op verschillende scenario’s. De transitie is nu.