Zo brengen we de internationale solidariteit in de praktijk

Van 25 tot 27 september namen Jan Vlegels en Wim Ceunen van ABVV-BASF-EuroChem deel aan een wereldwijd congres voor vakbondsafgevaardigden uit de sector scheikunde, georganiseerd door IndustriALL Global Union. We polsten naar hun ervaringen tijdens deze buitenlandse opdracht en wat ze ervan meenemen naar hun eigen vakbondswerking in Antwerpen.

ABVV Scheikunde: Wat is zo’n “Global Meeting” en vanwaar jullie deelname?

Jan: IndustriAll is een internationale vakbond die wereldwijd actief is en ongeveer 50 miljoen leden uit de industrie in 140 landen vertegenwoordigt. In 2012 werden drie internationale organisaties samengevoegd van de metaal, textiel, en chemie/energie/mijnwerkers om - samen sterk - de strijd voor betere arbeidsomstandigheden op te nemen tegenover multinationals. Bij sommige ondernemingen slagen ze erin om erkend te worden als gesprekspartner van het management, wat in sommige gevallen tot collectieve kaderakkoorden heeft geleid. Ze versterken ook de solidariteit en het netwerk tussen de verschillende vakbonden die actief zijn binnen dezelfde bedrijven en sectoren. Een uitstekende manier om dat te doen is door de werknemersafgevaardigden te verzamelen op een “Global Meeting”.

ABVV Scheikunde: Wat stond er op de agenda?

Wim: De eerste dag van deze meeting was volledig gericht op de vakbonden die actief zijn in de BASF-groep. BASF heeft nog geen ‘Global Framework Agreement’ afgesloten, in tegenstelling tot Solvay of Umicore. De onderneming organiseert dus geen wereldwijd sociaal overleg, het hoogste niveau waarop onderhandeld wordt is de Europese Ondernemingsraad. In andere continenten bestaat zoiets niet, zeker niet in dezelfde vorm. We leerden bijvoorbeeld van de Indische kameraden dat BASF de vakbond daar enkel wil erkennen op afdelingsniveau. De volgende dagen stonden in het kader van de sector: vrouwenrechten, klimaattransitie, veiligheid, toeleveringsketens, … de hete hangijzers stonden allemaal op de agenda. Zo konden we met enkel tussenkomsten de standpunten van onze Centrale rond die thema’s in de verf zetten.

ABVV Scheikunde: Welke landen waren vertegenwoordigd? Konden jullie iets leren van elkaar?

Wim: We hadden de unieke kans om ervaringen uit te wisselen met collega’s uit Turkije, Indonesië, India, de Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië, Zuid-Afrika. Er waren ook enkele medewerkers van vakbonden uit Japan en Duitsland. Het was tamelijk indrukwekkend om, mits vertaling in zeven verschillende talen, te kunnen vaststellen dat er nog veel werk aan de winkel is op vlak van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, zelfs mensenrechten. Het was goed om ons perspectief even open te trekken, weg van ons Antwerpse eiland. Iedereen kreeg de kans om te vertellen over de situatie en de speerpunten in het thuisland. Voor Europa zijn voornamelijk de energieprijzen een issue voor de tewerkstelling in de chemiesector, terwijl in Indonesië en India de strijd vooral gaat over lonen en veiligheid op het werk.

Jan: We leerden ook dat de politieke macht in een land erg bepalend is voor de houding van de ondernemingen tegenover de personeelsvertegenwoordiging door de vakbonden. In Brazilië ging Bolsonaro met de grove borstel door alles wat met arbeidsrechten te maken heeft, tot zelfs de afschaffing van het ministerie van arbeid. Dat vertaalde zich ook in het personeelsbeleid bij BASF: een loonsverlaging van 30 procent door afschaffing van een gevarenpremie werd aangekondigd en doorgevoerd, zonder enige vorm van sociaal overleg. De hoop voor betere tijden met president Lula Da Silva is er groot, maar veel van wat afgebroken is moet volledig heropgebouwd worden. Ook in India hebben de vakbonden en de werkenden het bijzonder moeilijk onder het extreemrechtse bewind van premier Modi. Van arbeidsrecht is er nauwelijks sprake; de Indische vakbond strijdt er al sinds 2018 voor de reïntegratie van een ontslagen vakbondsafgevaardigde. Er vallen - volgens de officiële cijfers - jaarlijks tientallen dodelijke slachtoffers in de chemiesector, en volgens onze kameraden is zelfs dat een grove onderschatting. We zullen deze zaken in ons Belgische en Europese sociaal overleg op de agenda zetten, omdat het op lokaal niveau niet opschiet.  Zo brengen we de internationale solidariteit in de praktijk.