Kledingmerken jagen winst na ten koste van leefbaar loon voor vrouwelijke werknemers 

Afgelopen vrijdag brachten achACT asbl en de Schone Kleren Campagne een bezoek aan H&M, Primark, ZARA en C&A in de Nieuwstraat in Brussel en stelde hen de volgende vraag: neemt je merk verantwoordelijkheid of blijft het profiteren van de hongerlonen in de textielfabrieken in Bangladesh? 

Met open brieven en lege dozen herinnerde de delegatie van de twee organisaties, waarvan onze centrale lid is, de kledingmerken aan het niet nakomen van hun beloften en betuigde haar steun aan de kledingarbeiders in Bangladesh die al weken betogen voor een fatsoenlijk loon. Tijdens deze betogingen zijn al vier arbeiders gedood, tientallen gewond geraakt en velen gearresteerd. 

Een nieuw hongerloon 

Vorige week kondigde de regering van Bangladesh een verhoging aan van het minimumloon voor kledingarbeiders naar Taka 12.500 (105 euro). Opnieuw een hongerloon onder de armoedegrens, waardoor de 4 miljoen arbeiders in Bangladesh de komende 5 jaar veroordeeld zijn tot extreme maatregelen om te overleven: massaal overwerken, leningen, maaltijden overslaan en hun kinderen aan het werk zetten. Al maanden eisen de onafhankelijke vakbonden van het land een verhoging tot ten minste 23.000 taka (190 euro), volgens verschillende onderzoeken het absolute minimum dat nodig is in Bangladesh. 

Zijn beloftes een lege doos? 

Veel merken zoals H&M, Zara, Primark en C&A hebben in hun gedragscodes bepalingen opgenomen over het betalen van een leefbaar loon in hun toeleveringsketens. Het aankoopbeleid van kledingmerken is rechtstreeks gelinkt aan de lonen van kledingarbeiders: betalen zij een bodemprijs aan hun leveranciers, dan is er geen ruimte voor deftige lonen. 

Vakbonden in Bangladesh richtten zich daarom tot meer dan 60 grote merken die in Bangladesh inkopen: "We roepen merken op om zich publiek hierover uit te spreken, omdat merken de macht hebben om beslissingen te nemen die een directe invloed hebben op de lonen van arbeiders. We weten dat beslissingen over loonsverhogingen sterk samenhangen met de prijzen die inkopers bereid zijn te betalen," zei Amirul Haque Amin, voorzitter van de National Garment Workers Federation in oktober. 

Zo goed als alle merken lieten de kans liggen om hun beloftes waar te maken. Ook hun steun voor vakbondsvrijheid in de productielanden blijkt een loze belofte, want tot op vandaag veroordeelde geen enkel merk het geweld tegen de betogers. 

Op het moment dat de regering van Bangladesh een bespottelijk nieuw minimumloon in de textielindustrie heeft aangekondigd, op het moment dat protesterende arbeiders het hoofd moeten bieden aan zware repressie, hebben de grote merken die in het land inkopen onmiskenbaar invloed, maar knijpen ze liever een oogje dicht.