Zorgverlening vereist goede opleiding en ondersteuning

Vandaag vindt een hoorzitting plaats in het Vlaams Parlement over de inzet van dienstencheque-werknemers bij cliënten met een zorgnood. In de aanloop naar die zitting bleek dat het niet duidelijk is hoeveel dienstenchequewerknemers ook zorgende taken uitvoeren. Wij hebben daar een bruikbare indicatie van.

Dit voorjaar organiseerde de Algemene Centrale-ABVV een enquête bij een staal van 15.000 werknemers uit de dienstenchequesector over hun takenpakket. We kregen 2400 ingevulde enquêtes terug. De resultaten kunnen beschouwd worden als representatief voor de sector.

Het toegelaten takenpakket van dienstenchequewerknemers is wettelijk bepaald. Het bestaat uit poetsen, strijken, boodschappen doen, naai- en verstelwerk, koken en vervoer van mindervaliden. In de praktijk gebeurt er in hoofdzaak poetswerk.

Maar de enquête brengt enkele opmerkelijke vaststellingen aan het licht:

• • 7% van de werknemers geeft aan ingezet te worden voor het gezelschap houden van ouderen.
• • 5% zegt dat ze instaan voor het verzorgen van personen.
• • 3% wordt gevraagd ook personen te wassen.

Dat lijkt marginaal, maar als we een extrapolatie doen betekent het dat 7000 dienstenchequewerknemers in Vlaanderen duidelijke zorgtaken op zich nemen, taken die niet toegelaten zijn. En dat kan eigenlijk niet geduld worden.

Nochtans bestaat er in Vlaanderen een gespecialiseerde dienstverlening, de gezinszorg en aanvullende thuiszorg, die werd ontwikkeld voor de zorg en ondersteuning (poetsen) van personen met een zorgbehoefte. In deze diensten krijgen de werknemers de juiste ondersteuning en opleiding en passende loon- en arbeidsvoorwaarden. In de dienstencheque-ondernemingen is deze ondersteuning niet aanwezig, noch zijn er passende loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werknemers om te werken in een zorgcontext.

Er zijn een aantal oorzaken:

• - de prijs: in sommige gevallen zijn dienstencheques goedkoper dan zorg
• - de beschikbaarheid van de dienstverlening: de Vlaamse overheid subsidieert jaarlijks een beperkt aantal uren gezinszorg en aanvullende thuiszorg, de dienstencheques worden via een open enveloppe gefinancierd, er is dus geen beperking. 

De Algemene Centrale pleit voor een kwalitatieve, betaalbare zorg. Die is enkel mogelijk door werknemers die voldoende opleiding en ondersteuning krijgen en passende loon- en arbeidsvoorwaarden krijgen.