Toekomst van de dienstencheques begint bij betere loon- en arbeidsvoorwaarden
Werkgeversfederatie Federgon luidde vorige week de onheilsklok over de toekomst van de dienstenchequesector. De vakbonden vinden het hoog tijd om naar de kwaliteit van de gecreëerde jobs te kijken.

Persbericht gemeenschappelijk vakbondsfront
Werkgeversfederatie Federgon luidde vorige week opnieuw de onheilsklok over de toekomst van de dienstenchequesector. Ondanks het feit dat de sector in 2015 met 4% gegroeid is, waarschuwt Federgon voor de toekomst vanwege de lage rentabiliteit van de ondernemingen. Ze pleit voor een volledige indexering van de inruilwaarde van de dienstencheque en een uitbreiding van de activiteiten. De vakbonden maken een andere analyse.
De dienstencheques zijn er om te blijven. Groei mag dan een belangrijke drijfveer zijn voor commerciële ondernemingen, de creatie van kwaliteitsvolle jobs was een van de belangrijkste doelstellingen van de genereus subsidiërende overheid. De helft van die doelstelling is bereikt. Er zijn op 12 jaar tijd meer dan 150.000 jobs gecreëerd. De andere helft, de kwaliteit van die jobs, dat is een ander verhaal.
Het wordt hoog tijd om naar de kwaliteit van die jobs te kijken, in plaats van te focussen op een ongebreidelde uitbreiding. De loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector blijven immers zeer laag. Het gemiddelde brutoloon in de sector bedraagt slechts € 10,69. En de vergoeding voor de verplaatsing naar de cliënten volstaat absoluut niet om de kosten te dekken. Het gaat bovendien om een fysiek zware job, die moeilijk voltijds uit te oefenen is. Zeker wanneer je een jaartje ouder wordt. Als we willen dat de sector een toekomst heeft, dan moeten we ook zorgen dat de werknemers in die sector een toekomst hebben.
Daarom is ook voor de vakbonden de financiële leefbaarheid van de ondernemingen belangrijk. Maar de onheilsberichten van Federgon moeten wel genuanceerd worden. De gemiddelde winstmarge bedraagt € 0,04 per cheque. Maar achter dat gemiddelde gaan grote verschillen schuil. De ondernemingen die hun werknemers betere loon- en arbeidsvoorwaarden toekennen hebben het inderdaad financieel moeilijker, maar een aantal grote spelers op de markt die hun werknemers de sectorale minima toekennen, maken nog steeds miljoenen euro winst.
We kunnen er ook niet omheen dat een uitbreiding van de activiteiten niet in de regeerakkoorden van de verschillende regio’s is opgenomen. Dergelijke uitbreiding zou voor de regio’s een belangrijke meerkost betekenen. Ook op regionaal niveau is het noodzakelijk om het systeem te stabiliseren en te bestendigen. Zonder uit het oog te verliezen dat de doelstelling niet mag zijn om concurrentie aan te gaan met andere sectoren.
Dus werken aan de financiële leefbaarheid: ja! Maar enkel als dat ook ten goede komt van de dienstenchequewerknemers. Want zonder toekomst voor de werknemers geen toekomst voor de dienstencheques.