‘Deze crisis toont nog maar eens hoe essentieel sociale bescherming is’

Lokale gemeenschappen versterken in Afrika en Zuid-Amerika. Dat doen de sectorfondsen van de Chemie en de Petroleum al heel wat jaren via duurzame projecten. We spraken met Thibaud Dezyn (diensthoofd Programma bij ngo FOS) en Koen Vanbrabandt (ABVV) over het belang van deze werking.

Het sectorfonds van de Petroleum legt de focus op duurzame energie. Hoe zorgen jullie ervoor dat die projecten echt op maat zijn van de lokale gemeenschappen?

Thibaud: We gaan altijd uit van de noden van de partners en de doelgroep, wij gaan niet bepalen wat ze met een bepaald budget moeten doen. Zo bouwen zij zelf expertise en kennis op.  In El Salvador werken we met mensen in precaire levensomstandigheden en ligt de focus op energie efficiënte kookvuren. In Bolivia is er veel interne arbeidsmigratie. Mannen zijn vaak maandenlang van huis om ergens op het land te gaan werken en worden dan gehuisvest door lokale vakbondsfederaties. Daar hebben we geïnvesteerd in zonnepanelen, zonneboilers. In Mozambique en Zimbabwe zorgen we via zonnepanelen voor elektriciteit op gezondheidsposten van landbouwgemeenschappen. Zo kunnen medicijnen bewaard worden, kunnen mensen er terecht voor vaccins, bevallingen…

Koen: Voor ons is die vorming, empowerment van de gemeenschappen, lokale vakbonden betrekken, enorm belangrijk. Door de materiele investeringen zet je de gemeenschappen in beweging. Maar je hebt mensen nodig die dat beheren, onderhouden, je moet de vrouwen erbij betrekken, zorgen voor Inspraak van de gemeenschap…

Voor de chemiesector ligt de focus dan weer op Zuidelijk Afrika (Zuid-Afrika, Mozambique, Zimbabwe). Wat zijn daar de belangrijkste uitdagingen?

Thibaud: De nadruk ligt er nu vooral op precaire arbeid. Er is enorm veel informele arbeid en flexibele contracten in deze landen. Er zijn bijvoorbeeld fabrieken waar misschien 1000 mensen werken, maar slechts 100 hebben een vast contract. Organisaties zoals de Casual Workers Advice Office proberen deze arbeiders te ondersteunen. Ook in de druivenpluk werken de arbeiders in precaire omstandigheden, de woonomstandigheden zijn er erbarmelijk, echt schrijnende toestanden.

In Zuid-Afrika ligt de nadruk op vrouwen en jongeren, in Mozambique en Zimbabwe op de landarbeiders. Via vorming proberen we hen sterker te maken, zodat ze hun rechten kunnen opeisen, als werknemer, als lokale gemeenschap. De energie investering op de gezondheidsposten is daaraan gelinkt. Zo kunnen de vakbonden ‘s avonds ook vormingen geven want veel volwassenen hebben geen enkele opleiding genoten.

Zijn er projecten die er voor jullie uitspringen?

Thibaud: Zeker Mozambique, de getuigenissen die we horen van verplegers op gezondheidsposten over hoe de situatie enorm verbeterd is, dat is heel bemoedigend. Dat zijn gemeenschappen van meer dan 1000 mensen die nu toegang hebben tot betere gezondheidszorg. Dat heeft een grote impact.

Koen: Ook in Bolivia hebben we sterke resultaten behaald. Het bewustzijn rond duurzame energie is enorm gegroeid, mensen zijn echt geïnteresseerd om opleidingen te volgen, mee na te denken hoe ze het gebruik van zonnepanelen kunnen optimaliseren. De werking is ook geëvolueerd op basis van hun inbreng: in begin ging het puur om zonnepanelen, nu ook zonnedrogers, kooktoestellen, … alles toegepast op de echte noden.

Waardig werk is dé prioriteit voor FOS en het ABVV. Is de link met duurzame energie dan wel evident?

Thibaud: Tot voor kort zei men: mensen die arm zijn maken zich niet druk over het einde van de wereld, maar over het einde van de maand. Maar nu beseffen we dat dit geen tegengestelde maar gelijklopende uitdagingen zijn. De klimaatopwarming en de nood aan een koolstofarme economie zijn ondertussen algemeen aanvaard. Essentieel is nu een rechtvaardige transitie naar die koolstofarme economie.

De arbeiders zijn zich hier meer en meer bewust van, want Mozambique is een van de landen die het meest getroffen is door de klimaatverandering: er is nog meer droogte en er zijn verwoestende orkanen. 

De kwaliteit van de projecten is natuurlijk het belangrijkst maar hebben jullie ook een idee hoeveel mensen we hiermee bereiken?

Koen: Er zijn zeker duizenden directe begunstigden, maar daarnaast heel veel mensen uit de gemeenschap die ook indirect voordelen hebben doordat er geïnvesteerd wordt. We spreken al gauw over pakweg 20.000 mensen die we direct en indirect bereiken.

Hoe betrekken we onze militanten bij deze projecten?

Koen: We informeren onze militanten en secretarissen regelmatig over het verloop van onze internationale projecten.  En onlangs hebben we ook een brochure met meer uitleg verspreid. We grijpen ook elke gelegenheid aan (vakcommissies, syndicale raden, enz.) om hen te informeren en sensibiliseren. Op www.abvvscheikunde.be. en www.abvvpetroleum.be belichten we ook het nieuws van onze projecten en onze partners. Daarnaast organiseerden we al twee inleefreizen met afgevaardigden en personeel.

Hoe zien jullie de toekomst? Want de COVID 19 crisis heeft zeker ook een impact gehad op de werking?  

Thibaud: In 2022 start een nieuw vijfjarenprogramma. Op basis van de ervaringen zijn we nu aan het bekijken wat er wordt verdergezet. Maar de huidige crisis heeft zeker een aantal plannen gedwarsboomd. In Latijns-Amerika is de situatie heel moeilijk. In landen als Bolivia is het zorgsysteem ondertussen volledig ingestort. Lokale ngo’s blijven van thuis werken, maar veel vormingen, samenkomsten zijn niet kunnen doorgaan. Al zijn onze partners heel creatief, digitale vormingen werken bijvoorbeeld goed momenteel.  In Zuid-Afrika zitten veel huishoudwerksters zonder werk, zonder sociale bescherming. Zo zien we nog maar eens hoe belangrijk gezondheidszorg en sociale bescherming is. Hopelijk is het positieve van deze crisis dat sociale bescherming een belangrijker thema gaat worden. Wij zien er de bevestiging in dat wat wij doen essentieel is.

Koen: In geen enkele land waar we actief zijn, is het gezondheidssysteem in staat tegemoet te komen aan een pandemie op deze schaal. Er is bijvoorbeeld veel te weinig plaats en materiaal in ziekenhuizen.  Maar de economische gevolgen gaan waarschijnlijk nog zwaarder wegen en op termijn tot meer doden lijden dan dat er mensen sterven aan COVID.