De Brusselse minister voor Werkgelegenheid, Bernard Clerfayt, heeft een hervorming van het stelsel van de dienstencheques aangekondigd. Deze zou erop gericht zijn het systeem financieel duurzaam te maken voor het Gewest, met behoud van de werkgelegenheid.

Het werd tijd!

Sinds de zesde staatshervorming wordt het systeem van de dienstencheques in het Brussels Gewest immers gewoon niet meer beheerd. Dit blijkt uit het feit dat er geen controles op bedrijven worden uitgevoerd, waardoor tot nu toe miljoenen euro's niet werden teruggevorderd. In Vlaanderen leveren deze controles gemiddeld meer dan 2,5 miljoen per jaar op, en in Wallonië 1,5 miljoen.

Een ander voorbeeld van dit non-beheer: uit het IDEA-rapport blijkt dat er in Brussel nauwelijks sprake is van opleiding.

Bovendien wordt de Brusselse markt overgelaten aan de commerciële ondernemingen, die 77 % van alle in de sector actieve ondernemingen vertegenwoordigen, en 95 % van de dienstencheque-werknemers tewerkstellen.

Vandaag beantwoorden de dienstencheques in Brussel duidelijk niet meer aan het oorspronkelijke doel van het systeem, dat eruit bestond zwartwerk te bestrijden en de integratie en emancipatie van de aldaar tewerkgestelde vrouwen te bevorderen.

Wat de verhoging van de nominale waarde van de cheque betreft, lijdt het geen twijfel dat dit voor sommige huishoudens geen gevolgen zal hebben voor hun gewoontes, maar laten we zeker de meer kwetsbare groepen niet uit het oog verliezen, zoals bejaarden of eenoudergezinnen, die dit systeem nodig hebben maar niet over ruime middelen beschikken.

Voor de Algemene Centrale - ABVV is het absoluut ondenkbaar om de sluizen van de subsidies open te laten en tegelijkertijd van de klanten, die zelf ook werknemers zijn, te verlangen dat zij meer betalen.

Het is net zo belachelijk als het raam open laten in de winter en de verwarming opzetten. De echte prioriteit van minister Clerfayt moet zijn om zijn eigen kabinet op orde te brengen en zijn administratie de nodige middelen te geven om eindelijk haar rol te kunnen spelen.

Mijnheer Clerfayt, wij zijn het ermee eens dat hervorming inderdaad nodig is, maar dan wel ten behoeve van de huishoudhulpen.