Tijdelijke maatregelen omikrongolf: waarom het ABVV niet akkoord gaat.

Werkgevers vroegen om meer flexibiliteit als reactie op COVID 19-gerelateerde afwezigheden (ziekte, quarantaine) in de bedrijven. Met de andere vakbonden kwamen ze tot een akkoord binnen de G10. Het ABVV kon niet akkoord gaan omdat een aantal van die maatregelen niet wenselijk zijn, andere dan weer niet nodig zijn, ze te weinig rekening houden met de realiteit en bestaande afspraken binnen de sectoren, en omdat er geen enkele vorm van inspraak is voorzien in de bedrijven.

Wat houden die afspraken in ?

De werkgever kan op eigen houtje beslissen om binnen het  bedrijf flexibiliteit toe te passen wegens uitval van personeel in verband met COVID 19, zonder dat daarbij specifieke criteria (veel afwezigheden, bijvoorbeeld) in aanmerking worden genomen. Met andere woorden: zonder raadpleging van de werknemers.

Concreet kan een beroep worden gedaan op gepensioneerden, mensen die met vervroegd pensioen zijn, tijdelijk werklozen, mensen in SWT, werknemers in tijdskrediet en studenten, … om in het bedrijf te werken en zo het tekort aan arbeidskrachten op te vangen. Dit zal gebeuren in ruil voor een combinatie van loon en uitkeringen (100% in geval van pensioen, 75% van de uitkering in de andere gevallen). Voor studenten worden 45 extra uren toegestaan (die niet meetellen voor het maximum van 475 uur/jaar). Er kunnen ook meer opeenvolgende contracten van bepaalde duur worden afgesloten.

Waarom heeft het ABVV niet getekend?

Afwezigheid door ziekte: welke cijfers?

Het ABVV eiste dat afspraken gebaseerd zouden zijn op objectieve cijfers over afwezigheid door ziekte op het werk. De regering had beloofd objectieve gegevens te verstrekken alvorens keuzes te maken, maar er  bestaat echter geen enkele officiële statistiek hierover en de maandelijkse evolutie. Men is bezig beslissingen te nemen met de natte vinger.

Sectoriële overeenkomst van kracht?

Ons tweede verzoek was om hierover snel sectorale afspraken te kunnen maken, zodat het probleem op een gerichte manier kan worden aangepakt. Zo kan rekening worden gehouden met de verschillende realiteiten van de sectoren en de oplossingen die reeds in de praktijk worden toegepast. Tijdens de coronacrisis werden met succes afspraken gemaakt op sectorniveau.

Het dient tot niets om de sluizen van de flexibiliteit open te zetten als dat niet nodig is. Klaarblijkelijk is het ABVV echter het enige lid van de G10 dat rekening wil houden met de praktijk van de sectoren, die dagelijks het probleem van het absenteïsme aanpakken, soms dankzij bestaande akkoorden.

Nog meer flexibiliteit nodig?

Het ABVV ziet geen reden is om zich te laten meeslepen in de paniekreactie van het afsluiten van een akkoord waarbij belangrijke veiligheidsgrendels van het arbeidsrecht zouden worden opgeblazen. Zo wordt het mogelijk om opeenvolgende contracten van bepaalde duur toe te laten zonder omzetting naar een contract van onbepaalde duur. Zo wordt studentenarbeid uitgebreid, terwijl bij het begin van het jaar de teller nog op nul staat. En het cumuleren van 75% van een uitkering met een salaris is dan wel een voordeel voor de betrokkene, maar het ondermijnt rechtstreeks het fundamentele beginsel van 'gelijk loon voor gelijk werk'.

Versoepeling van quarantainemaatregelen

Het ABVV herinnert eraan dat de quarantainemaatregelen werden versoepeld op eenzijdig verzoek van de werkgevers, zonder enig overleg, door het verlagen van de drempels van de gezondheidsvoorschriften. Nu zou ook de arbeidswetgeving moeten worden versoepeld!

Het is duidelijk dat de werkgeversbank de gezondheidscontext gebruikt om haar eisen kracht bij te zetten. Het sociaal overleg in de G10 is maar een alibi.

Het ABVV kon de maatregelen daarom niet steunen:

  • omdat er niet gewerkt wordt met objectieve gegevens (het aantal afwezigen);
  • omdat er geen enkele vorm van inspraak voorzien is, noch op sectorniveau, noch in de bedrijven;
  • omdat er opnieuw sprake is van flexibiliteit (zoals meer opeenvolgende contracten van bepaalde duur). Zogezegd ‘tijdelijk’, maar voor hoelang zal dat echt zijn?
  • omdat het geen goede zaak is om bovenop het loon ook de sociale uitkeringen toe te kennen. Het gaat om een belangrijke afwijking op de beginselen van de sociale zekerheid. De bedoeling ervan is om te zorgen voor een vervangingsinkomen in geval van loonverlies en niet voor een bijkomend inkomen bovenop het loon. Het zorgt voor een ongelijke verloning van werknemers die hetzelfde werk doen

Ons protest levert op!

Het ABVV stuurde een brief aan de Eerste Minister waarin het zijn bezorgdheid en de redenen voor de weigering uiteenzette. We hebben ook nog eens aangestipt dat het ‘in ieder geval een verkeerd signaal (zou) zijn aan de werknemers, dat op een ogenblik dat men aan versoepelingen denkt, aan de werknemers meer flexibiliteit zou worden opgedrongen.’

De regering heeft nu de maatregelen uitgevoerd en rekening gehouden met onze vragen:

  • De regering heeft onze boodschap begrepen en benadrukt nu dat het tijdelijke maatregelen betreft, die geen precedenten mogen vormen. De maatregelen zijn ook in tijd beperkt geworden, en gaan in met terugwerkende kracht vanaf zondag 23 januari tot 28 februari.
  • De syndicale delegaties moeten nu ook info krijgen over de afwezigheden binnen de onderneming en de impact op de werking van de onderneming. Bovendien kunnen ze na 14 dagen de maatregelen stilleggen als ze niet akkoord gaan met de uitvoering. Ons protest heeft dus opgeleverd!

Download het pamflet