Nu de schijnwerpers van Qatar zijn afgewend, komen ook de rechten van arbeidsmigranten in het geding

Zes maanden zijn verstreken sinds het einde van het wereldkampioenschap voetbal in Qatar. Naar aanleiding van dit WK werden de arbeidsomstandigheden van de arbeidsmigranten in het land aan de kaak gesteld en kon er internationale druk worden uitgeoefend door de vakbonden om het tij te doen keren. In april ll. werd er een evaluatiemoment georganiseerd door Building and Wood Workers' International (BWI). Alexandre Govaerts van de Internationale cel van onze Centrale, nam eraan deel. Hij kon enkel vaststellen wat wij al vreesden: de situatie op het terrein is voor de arbeidsmigranten verder bergaf gegaan na afloop van het WK 2022.

Geheel in lijn met haar 10-jarig engagement ter ondersteuning van arbeidsmigranten in Qatar, nam de AC-ABVV deel aan een evaluatiemoment georganiseerd door Building and Wood Workers' International (BWI) van 21 tot 24 april 2023. Bedoeling van deze meeting was om de arbeidsomstandigheden van de arbeidsmigranten in Qatar en de uitvoering van de hervormingen van het arbeidsrecht te monitoren. Alexandre Govaerts, van de Internationale dienst van onze Centrale, maakte deel uit van de delegatie die ter plaatse werd gestuurd en kon enkel maar vaststellen wat we al vreesden: “de situatie op het terrein is na afloop van het Wereldkampioenschap voetbal 2022 (WK) nog meer achteruitgegaan voor de arbeidsmigranten. De prille collectieve rechten die ze op weg naar het WK in de wacht konden slepen, worden nu uitgehold.”

Er is misschien sprake van enige verandering, maar die gaat wel de verkeerde kant uit. Het gevaar waarop we reeds wezen in onze laatste publicaties over deze topic vóór het WK lijkt nu te worden bevestigd. Verscheidene verbeteringen qua arbeidsomstandigheden en werknemersvertegenwoordiging werden teruggeschroefd of gewoonweg afgeschaft. Drie voorbeelden ter illustratie:

  • De accreditatie die bepaalde community leaders ter plaatse hadden gekregen om klachten van migrantenwerknemers rechtstreeks aan het ministerie van Arbeid voor te leggen, werd kort na de finale van het WK ingetrokken (zie verder). 
  • Het einde van het WK viel samen met het einde van het mandaat van het Supreme Committee (SC, het organisatiecomité van het evenement). De hoop bestond dat de betere arbeidsomstandigheden van de werknemers op de bouwwerven van het WK (onder toezicht van het SC) zouden worden uitgebreid tot andere sectoren (horeca, diensten, …). Deze uitbreiding kwam er echter niet. De verdwijning van het SC betekende het einde van de geboekte vorderingen en van de voorbeeldfunctie ervan.
  • De weigering om de Algemeen Secretaris van de BWI een visum te geven om deel te nemen aan deze meeting lijkt misschien eerder toevallig, maar toont jammer genoeg aan dat de autoriteiten van Qatar terugvallen op hun anti-vakbondsreflexen.

Community leaders de mond gesnoerd

Community Leaders (CL’s) zijn vertegenwoordigers van werknemers van dezelfde nationaliteit in Qatar. Hun taak bestaat erin om klachten te verzamelen en ze aan te kaarten bij de autoriteiten. Maar de accreditatie om toegang te krijgen tot de lokalen van het Ministerie van Arbeid werd afgenomen van de CL's die er gebruik van maakten na de finale van het WK. Nogal veelzeggend. Dit betekent dat de CL's de belangen van arbeidsmigranten niet langer rechtstreeks kunnen verdedigen op het Ministerie.

“Je moet weten dat CL's geen vergoeding krijgen voor dit werk, geen compensatie en nog minder bescherming tegen represailles vanwege werkgevers of de autoriteiten. Ze lopen bijgevolg heel wat risico's om migrantenwerknemers te verdedigen en hun stem te laten horen. Deze oefening is des te hachelijker voor CL's die actief zijn in de huishoudsector, aangezien de meeste werkneemsters geen vrije dag hebben en zelden in staat zijn om het huis te verlaten waar ze werken”, aldus Alexandre.

Qatar 1

Werkgevers gaan vrijuit

Als het aankomt op het straffen van werkgevers die de wet niet naleven, lijkt het erop dat hun gevoel van straffeloosheid blijft overheersen. Zelfs als een arbeidsmigrant er aldus in slaagt om een geschil te winnen, zal zijn werkgever nooit voldoende gestraft worden om hem ertoe te pushen het roer om te gooien. De virtuele straffeloosheid van werkgevers lijkt ook schering en inslag te zijn in de sector van het huishoudwerk: het isolement van de werkneemsters maakt het voor hen nog moeilijker om van werkgever te veranderen en elk verzoek daartoe geeft vaak aanleiding tot fysieke en psychologische vergeldingsacties vanwege de werkgever.

Hoewel er in het buitenland vaak wordt beweerd dat het kafala-systeem (“peterschap” van arbeidsmigranten door een Qatarese werkgever) is “afgeschaft” sinds de hervorming van 2020, komt het toch nog steeds voor. Het gebeurt d.m.v. van een effectieve verplichting om een “bewijs van geen bezwaar” (NOC) te bekomen van de huidige “peter” om van job te kunnen veranderen. Het lijkt erop dat “peters” weigeren om iemand in dienst te nemen als de werknemer er niet mee instemt om aan hen gebonden te zijn door dit NOC. De “peters” argumenteren dat de werknemer de “investering” niet waard is als hij te gemakkelijk kan opstappen.

Gezondheid en veiligheid compleet buitenspel

De BWI-samenkomst bood ook de gelegenheid om de Safety Leaders te ontmoeten, het gezondheidsnetwerk van arbeidsmigranten. Ook voor hen is het geen sinecure: ze hebben geen bescherming, ze worden veelvuldig onder druk gezet en blootgesteld aan represailles van werkgevers. Ze moeten hun werk doen op basis van een Qatarees arbeidsrecht waarin de gezondheids- en veiligheidsnormen niet bijzonder gedetailleerd zijn vastgelegd, zodat elk bedrijf zijn eigen maatregelen kan toepassen. Temeer daar inspecties zelden plaatsvinden noch van tevoren worden aangekondigd.
Een ander obstakel voor hun werk op het terrein is het gebrek aan transparantie vanwege de autoriteiten met betrekking tot arbeidsongevallen. De cijfers waarover ze beschikken komen niet overeen met wat ze op het terrein waarnemen.

Qatar 2

Focus op de strijd van arbeidsmigranten in Qatar

Ondanks hun moed en vastberadenheid zijn de Community Leaders en Safety Leaders, net als alle migrantenwerkers in Qatar, voortdurend blootgesteld aan een snelle uitzetting uit het land als hun activiteiten niet passen binnen het steeds krappere kader dat door de autoriteiten wordt vastgelegd. 

Hoewel de erkenning van het vakverenigingsrecht (Verdrag nr. 87 van de IAO) hen in staat zou stellen om uitgebreidere rechten te krijgen, is de kans klein dat dit doel wordt bereikt. 

Bij gebrek aan bescherming voor de vertegenwoordigers van arbeidsmigranten bestaat de huidige oplossing erin om hen alle kennis bij te brengen over de bestaande rechten en over de beroepsprocedures als die rechten met de voeten worden getreden. Om te voorkomen dat de Community leaders dit werk in precaire en gevaarlijke omstandigheden moeten doen, is de oprichting van een Migrant Workers Centre (MWC), dat door en voor hen wordt gerund én opvang, advies, opleiding en vertalingen zou bieden, één van de hoekstenen om de situatie van arbeidsmigranten op lange termijn te verbeteren. De oprichting van dit MWC blijft dan ook een prioriteit voor de AC en de BWI.

De afgelopen jaren hebben arbeidsmigranten dankzij hun moed op het terrein een aantal bijkomende rechten kunnen afdwingen, maar de toepassing ervan blijft beperkt en de verworven rechten dreigen te worden uitgehold naarmate de internationale aandacht wegdeemstert. 

Daarom zal de AC, in samenwerking met de BWI, haar bescheiden maar noodzakelijke bijdrage blijven leveren om de strijd van arbeidsmigranten in Qatar in de schijnwerpers te zetten.

Zoals een migrantenbouwvakker in Doha het eind april 2023 verwoordde: “Wij hebben Qatar met onze eigen handen gebouwd, maar de Qatarese autoriteiten geven ons geen enkele bescherming, geen enkele garantie m.b.t. het naleven van onze rechten”. Het is hoog tijd dat hier verandering in komt.