Actie bij kabinet Vandenbroucke werpt vruchten af

Op 29 augustus voerden zo’n 100-tal huishoudhulpen actie aan het kabinet van de federale minister van volksgezondheid Frank Vandenbroucke. Een delegatie ontmoette de minister en had duidelijke eisen: veilige en kwaliteitsvolle jobs en erkenning van hun beroep als risicovol. 

Talrijke inbreuken

In 2022 voerde de federale welzijnsinspectie controles uit bij 175 dienstenchequebedrijven. De inspectie trok toen al aan de alarmbel, want wat bleek: 159 bedrijven kregen schriftelijke waarschuwingen wegens inbreuken op één of meerdere gezondheidsvoorschriften.

Het was en is nog steeds duidelijk: de dienstenchequebedrijven ontkennen de gezondheidsproblemen van de huishoudhulpen en negeren de duidelijke aanbevelingen van de inspectie. De financiële gezondheid van de bedrijven primeert (nog steeds!) op de individuele gezondheid van de huishoudhulpen. Dit moet stoppen.

Rechtvaardige eisen

Onze eisen zijn gerechtvaardigd en daarom willen we een erkenning van de beroepsziekten, een erkenning van het beroep van huishoudhulp als een risicovol beroep, een voorafgaand en periodiek gezondheidstoezicht door een arbeidsarts, een voorafgaand bezoek aan de werkplek door het bedrijf én een risicoanalyse per werkplek en per werknemer. Aan deze eisen voldoen, zou een duidelijke verbetering zijn voor de huishoudhulpen, gezien vele onder hen met slecht materiaal en onveilige producten werken. Daarbij hebben sommige huishoudhulpen klachten die duidelijk samenhangen met de aard van hun werk (spier- en/of gewrichtsaandoeningen, huidaandoeningen, longproblemen, …).

Tot binnen twee maanden

Minister Vandenbroucke was duidelijk tijdens het gesprek met de delegatie: dankzij de gevoerde acties is hij op de hoogte van de realiteit van de huishoudhulpen. “Deze actie wordt op het juiste moment gevoerd en is zeer goed en zelfs noodzakelijk”, stelt de minister. “Werknemers moeten altijd in goede en gezonde omstandigheden kunnen werken.” Daarom zal hij ook rond de tafel zitten met FEDRIS, het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s, om te bekijken hoe de bestaande criteria in de praktijk worden toegepast. Tot slot belooft de minister de delegatie terug te ontvangen binnen twee manden voor een stand van zaken.  

Zelf hopen we dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt, gezien de werkgevers dat duidelijk niet doen. Er moet geïnvesteerd worden in de huishoudhulpen. Wij blijven mobiliseren voor onze huishoudhulpen, voor veilige, goedbetaalde en werkbare jobs!