Om een goede afgevaardigde te zijn, moet je een harde werker zijn

Bij de laatste sociale verkiezingen hebben de werknemers van het maatwerkbedrijf Entra uit Charleroi besloten om nog meer stemmen te geven aan het ABVV. Dit resultaat is niet verrassend gezien de energie en creativiteit waarmee het vakbondsteam de belangen van de werknemers verdedigt. De afgevaardigden Michel en Mustafa delen hun visie op het vakbondswerk met ons.
Het is belangrijk om te melden dat Entra het grootste maatwerkbedrijf in Wallonië is. Het biedt werk aan 950 mensen, zowel arbeiders als bedienden.
Een bedrijf met meerdere vestigingen en activiteiten
Michel is wat men een ervaren afgevaardigde noemt. Zijn voornaamste ambitie is om de volgende generatie klaar te stomen voor de dag dat hij de fakkel doorgeeft, namelijk in november aanstaande. Voor hem is Entra geen klassiek maatwerkbedrijf: ‘Entra biedt een brede waaier aan activiteiten aan, gaande van callcenters tot verzekeringsverkoop, en van elektronica zoals de reparatie en refurbishment van decoders tot wasserijdiensten voor rusthuizen en strijkdiensten.’ Onze kracht is dat als een sector het minder goed doet, de andere sectoren dit opvangen. Onze belangrijkste zorg is om werk te blijven bieden aan 950 mensen. We hebben de sectoren gediversifieerd om nichemarkten te vinden.”
Het bedrijf biedt daarom zeer gevarieerd werk aan voor arbeiders en bedienden, zowel mensen met een beperking als valide werknemers. Mustafa legt uit: “Als maatwerkbedrijf heeft Entra alleen werknemers met een lichamelijke beperking in dienst, met uitzondering van mensen met autisme, en heeft het maximaal 30% valide werknemers in dienst.”
Mustafa betreurt dat economische beperkingen zwaarder doorwegen dan het menselijke aspect: “Helaas passen we het werk niet aan de werknemer aan. We kijken eerst naar het werk dat gedaan moet worden en zoeken daarna de werknemer die het kan doen. Dat betekent dat we veel werk hebben op syndicaal vlak. Wat we bovenal willen, is het behoud van de werkgelegenheid en het welzijn van de werknemers.”
Een serene campagne
Michel is erg trots op de resultaten die het ABVV-team behaalde bij de laatste sociale verkiezingen: “Om de 4 jaar worden we beoordeeld door de kiezers. De boodschap is duidelijk: als je tevreden bent met ons werk, stem dan op ons. Er waren 3 vakbonden en nu zijn er nog maar twee. Het ACLVB, dat de meerderheid had, werd eruit gegooid. Van de 17 mandaten hebben wij er 10 gekregen. Dit is natuurlijk uitstekend nieuws voor ons, maar dit resultaat is de vrucht van dagelijks werk dat begint op de dag na de sociale verkiezingen. We grijpen elke kans, pakken elke gelegenheid aan en de mensen zeggen dat er met het ABVV schot in de zaak komt."
Een zeer creatieve delegatie
Het vakbondsteam van het ABVV onderscheidt zich door zijn dynamiek en engagement. Het team brengt een vakbondskrant uit, 'Le canard rouche', die in het bedrijf wordt verdeeld en naar de langdurig afwezige werknemers wordt gestuurd. De delegatie houdt regelmatig enquêtes om de mening van de werknemers te weten te komen. Voor Michel is het essentieel om hiermee rekening te houden: “We publiceren de resultaten en als we beloftes doen, houden we woord, anders zouden we alle geloofwaardigheid verliezen”.
Mustafa voegt eraan toe: "We zijn ook erg actief op sociale netwerken. Elke keer als we dat doen, zeggen de werknemers ons: 'Wat hebben jullie nu weer bedacht? Onze laatste mediastunt? Voor de sociale verkiezingen hebben we de vergaderzalen, kantoren en lokalen een andere naam gegeven. Bijvoorbeeld “de proteststraat”, “de impasse van extremen” of “de zaal noch God noch meester.
Out of the box denken is goed, maar dat volstaat niet. Mustafa legt uit: “We konden in een rustige en gemoedelijke sfeer werken, wat heel belangrijk is. Maar nog belangrijker is dat we vochten voor ons programma en niet tegen anderen.” Michel voegt eraan toe: “We moeten ook de regels respecteren. Wij geven het voorbeeld, we moeten onberispelijk zijn. Om een goede afgevaardigde te zijn, moet je een harde werker zijn. Ons team is voortdurend actief bezig: het beheer van werkloosheid, de premies... het is een voortdurende race. We werken te midden van de mensen en we verstoppen ons niet.”
De uitdagingen voor morgen?
Voor Michel zijn de dingen duidelijk: “Alles wat we bij Entra hebben bereikt, hebben we gevraagd, geëist en opgeëist. Niets kwam zomaar uit de lucht vallen. Momenteel strijden we voor de medische deeltijdse jobs, aangezien de directie de neiging heeft deze te weigeren of niet te verlengen. We hebben een aantal problematische dossiers, maar we zoeken middelen en ondersteuning bij gespecialiseerde organisaties. De directie verwijt ons zelfs dat we een heel leger achter ons hebben staan”.
Mustafa benadrukt het belang van het menselijke aspect: “We moeten rekening houden met de handicap, het menselijke aspect. De directie is alleen met cijfers bezig. Onze strijd als afgevaardigde is om ervoor te zorgen dat Entra een non-profit bedrijf blijft, zo sociaal mogelijk.”
En Michel concludeert: “We brengen zoveel tijd op het werk door, laten we ervoor zorgen dat de werkomgeving aangenaam is, zodat we kunnen blijven werken.”