Bedienden versus kaderleden: ongegronde vooroordelen tegenover veel gemeenschappelijke belangen

De kaderleden worden vaak beschouwd als een aparte werknemerscategorie, die dichter bij de directie zou staan dan bij de vakbonden, met belangen die te veel verschillen van die van de andere werknemers. Maar klopt dat ook? We ontmoetten Annick en Didier, twee afgevaardigden en kaderleden bij Essity Belgium in Diegem.
Essity Belgium, dat zijn bekende merken zoals Lotus toiletpapier, Okay keukenrollen en hygiëneproducten zoals Tena, Tork, om er maar een paar op te sommen. Maar de Zweedse groep, de wereldleider in de hygiënesector, is zowel actief in de bandagisterie en het medisch gips als in de professionele hygiëneproducten. Tot voor kort vormden het productiecentrum van Stembert en de kantoren in Diegem slechts één entiteit, maar sinds juli 2023 werden de twee vestigingen gesplitst, ook al blijft de holding dezelfde.
Vooroordeel nr. 1: “Kaderlid én afgevaardigde zijn, dat gaat niet samen”
Volgens Annick is dat vooroordeel totaal ongegrond: “Ik ben al 16 jaar afgevaardigde, eerst als bediende, vervolgens als kaderlid. Dat is voor de directie dus geen obstakel. Essity is inderdaad een Zweedse groep met een directie die dicht bij haar bedienden staat en naar hen luistert. Maar net als overal geldt dat, als we het ergens oneens over zijn, we dat samen bespreken. We zijn standvastig als dat nodig is, zonder elkaar als vijanden te beschouwen. In zo’n omgeving verloopt alles vanzelfsprekend. Voor ons gaat het overleg vóór alles, zelfs al blijven conflicten nog mogelijk. Maar er is duidelijk een vertrouwensrelatie. Je kan veel verwezenlijken als je de ander respecteert.”
Voor Didier was dat ook geen probleem: “Ik werk al meer dan 20 jaar bij Essity en ik ben kaderlid bij de dienst ‘Verkoop’. Na de afsplitsing van onze productie-eenheid kwamen er nieuwe kansen voor de kaderleden in de representatieve organen van het personeel. Met de tijd en de ervaring werd ik me steeds bewuster van het belang van het welzijn op het werk en van de professionele ontplooiing voor mijn collega’s en mezelf. Afgevaardigde zijn voor de kaderleden in de 2 organen, dat is je dagelijks inzetten voor je onderneming en meewerken aan de besluitvorming.”
Annick vindt dat de komst van Didier, maar ook van Sandra en van Ingrid voor de bedienden, een boost gaf, een nieuwe verfrissende blik: “Tot dan was ik de enige ABVV-afgevaardigde voor het CPBW in Diegem. Bij de verkiezingen in mei 2024 behaalden we 4 van de 5 zetels in de OR en 3 van de 4 in het CPBW. In het CPBW behaalden we 4 mandaten en strekken we 2 van de 3 afdelingen, 2 afgevaardigden voor de bedienden en 2 kaderleden. 2 recentere en 2 oudgedienden. Een perfecte mix, waar iedereen elkaar aanvult en een toegevoegde waarde is voor de ploeg. Die versterking geeft zuurstof. We hebben het vertrouwen van het personeel en de directie.”
Vooroordeel nr. 2: “Kaderleden hebben geen afgevaardigden nodig, ze verdedigen zichzelf wel”
Om terug te komen op de belangstelling die kaderleden kunnen hebben voor de vakbond, baseert Annick zich op de cijfers: “Het bedrijf telt 82 werknemers, waarvan 26 kaderleden. En dit jaar noteerden we de hoogste en meest ongeziene opkomst ooit voor de sociale verkiezingen in het bedrijf: bijna 70 % voor de kaderleden en 60 % voor de bedienden. En dat terwijl de verkiezingen samenvielen met een vakantieperiode.” Volgens Didier zijn er verschillende verklaringen voor die hoge cijfers: de elektronische stemming, de herstructurering van minder dan een jaar geleden van de afdeling ‘Health & Medical’ die voor onzekerheid zorgde bij het personeel dat steun zocht bij de vakbonden, meer nieuw aangesloten kaderleden tijdens het laatste mandaat en, om af te sluiten, de afsplitsing van de fabriek in Stembert waardoor het personeel van Essity Belgium in Diegem besefte dat een betere lokale vertegenwoordiging en verdediging noodzakelijk was.
Vooroordeel nr. 3: “Kaderleden hebben niet dezelfde noden als de andere werknemerscategorieën”
Volgens Annick “zijn de bezorgdheden fundamenteel dezelfde voor alle werknemerscategorieën, zoals het welzijn op het werk, de werkzekerheid, enz.”
Didier legt uit dat, volgens de directie van Essity Belgium, mensen die zich goed voelen ook goed werken: “En dat zie je. De directie voorziet bijvoorbeeld al jaren bijstand voor de personeelsleden en hun gezin die 24u/24 telefonisch bereikbaar is. Die dienst biedt hulp bij professionele of privéproblemen, met adviessessies op korte termijn, en brengt de personeelsleden in contact met lokale hulpverleners die hen helpen met hun emotionele problemen.
Als aanvulling hierop besliste de directie, toen we haar meldden dat bepaalde collega’s slecht in hun vel zaten na de herstructurering, om een enquête te voeren via onze externe geneeskundige dienst. Binnen het CPBW vroegen we ook om een niet-verplicht medisch onderzoek te plannen voor de mensen die dat willen. Natuurlijk moeten er nog zaken aangepakt worden om het dagelijks leven van iedereen te verbeteren.”
Een blik op het verleden …
De ploeg startte trouwens haar campagne met de verwezenlijkingen van de laatste 4 jaar op te sommen. Annick vindt het belangrijk te herinneren aan wat we hebben behaald: “Bijvoorbeeld, de koopkrachtpremie van € 750, het uitstel van de ADV-dagen tot eind februari of de mogelijkheid om elektrische fietsen te leasen … “. Didier is van mening dat de persoonlijke aanpak tijdens de laatste campagne efficiënter was dan de massacommunicatie: “We hebben echt de tijd genomen om te praten met de personeelsleden en hun de rol en het belang van elk orgaan uit te leggen. We werken allemaal in een landschapskantoor op dezelfde verdieping; onze collega’s uit alle afdelingen zijn dus dichtbij. Deze ‘aangepaste’ aanpak is efficiënt en heeft haar verdienste, op voorwaarde dat we rekening houden met ieders gevoeligheden, overeenkomsten en verwachtingen.”
Aan de toekomst bouwen
Volgens Annick is de verkiezingen winnen slechts de eerste van de vele opdrachten; het werk start nu: “We kregen het vertrouwen van de personeelsleden en nu moeten we hun noden analyseren: we willen heel wat verbeteren in het dagelijks leven van de mensen, voor iedereen, ook voor de directie. We zullen een programma opstellen en dat over de 4 jaren van ons mandaat spreiden, zodat we het vertrouwen van onze collega’s kunnen behouden. Ik wil trouwens benadrukken hoeveel steun we hebben gekregen van Dries Vreven, onze secretaris. Hij is altijd beschikbaar en betrokken, zijn steun droeg ook bij aan ons succes.” Didier vindt dat de afgevaardigden ook het gezicht van het ABVV zijn: “We moeten geloofwaardig en realistisch blijven. We willen onze collega’s, als kaderleden, doen begrijpen dat het ABVV niet alleen staat voor betogingen en stakingen. Via ons werk willen we ook het overleg tussen alle bedienden en de directie onder de aandacht brengen in het streven naar dagelijks welzijn. Maar we mogen de aandacht ook niet laten verslappen want er wachten ons de komende jaren enorme uitdagingen: de instabiele mondiale context, de risico’s op delokalisatie, de ontwikkeling van AI, enz.”
En voor degenen die nog twijfelen, voegt Annick eraan toe: “We mogen trots zijn op de manier waarop we hebben gewerkt, gedurende de laatste jaren en tijdens de campagne.” Annick besluit met een knipoog die al onze afgevaardigden zal aanspreken: “Het ABVV, vaak geïmiteerd, nooit geëvenaard.”