Een databank om dodelijke arbeidsongevallen zichtbaar te maken

Op deze Internationale Dag voor Veiligheid en Gezondheid op het werk vestigt de Algemene Centrale - ABVV de aandacht op de slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen. In België worden elk jaar ongeveer honderd dodelijke arbeidsongevallen officieel erkend. Dit cijfer is echter slechts het topje van de ijsberg. De onzichtbare meerderheid van de sterfgevallen zijn ofwel slachtoffers van beroepskanker, veroorzaakt door blootstelling aan bepaalde chemische stoffen, ofwel aan hartaanvallen als gevolg van langdurige blootstelling aan stressvol werk. Met dit in gedachten lanceert de Algemene Centrale een databank voor dodelijke arbeidsongevallen in haar sectoren, die helaas tot de meest risicovolle behoren.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vormen dodelijke arbeidsongevallen slechts een klein percentage van het totale aantal werkgerelateerde sterfgevallen. In België gaat het om slechts 2% van de sterfgevallen. Dit percentage moet echter met de nodige voorzichtigheid worden bekeken, gezien werknemers die in België overlijden maar in dienst zijn van niet-Belgische bedrijven niet worden meegeteld, er dodelijke ongevallen zijn die niet worden erkend door de verzekeringen en sommige ongevallen zelfs niet worden aangegeven.
Het onzichtbare deel van de ijsberg
Voor de overige 98% wordt de rol van werk bij gezondheidsproblemen onderschat. Dit is zeker het geval wanneer beroepsziekten zich pas lang na blootstelling uiten, zoals bij blootstelling aan asbest. Het is dan moeilijker om een direct verband te leggen tussen blootstelling en overlijden. Het is ook lastiger om een verband te leggen wanneer de oorzaken van de ziekten als “multifactorieel” worden beschouwd, zoals bij stress bijvoorbeeld.
Klokkenluider
De Algemene Centrale wil daarom de rol van klokkenluider op zich nemen en een soort databank oprichten voor de slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen in de sectoren met de meeste slachtoffers: de bouw, hout, uitzendarbeid, enz.
Vandaag richten we een syndicale databank op, zoals onze Italiaanse (CGIL) en Franse (CGT) kameraden reeds doen. Op deze manier hopen we de aandacht te kunnen vestigen op deze problematiek, die geen prioriteit lijkt te zijn voor de huidige regering.