Chinese dumping, een reëel gevaar voor de glasvezelproducenten in Europa

Om de Europese importheffingen op producten die vanuit China worden ingevoerd, te omzeilen, hebben de Chinese glasvezelbedrijven de ideale oplossing gevonden: ze produceren vanuit Egypte dat, dankzij een speciaal statuut, veel lagere invoerheffingen kent. Die bedrijven kunnen zo bodemprijzen hanteren en (oneerlijke) concurrentie voeren op Europees grondgebied. Deze praktijk is een reële bedreiging voor het voortbestaan van de industrie in België en Europa.

Glasvezel is cruciaal voor de digitale en energietransitie in Europa. Ze bevindt zich helemaal vooraan in de waardeketen: in hernieuwbare energie, de automobielindustrie, de elektronica, de windenergie of ecologische gebouwen. De Chinezen, die 70% van de wereldwijde productiecapaciteit in handen hebben, zijn alvast van plan om deze goudmijn verder aan te boren. Temeer omdat ze kunnen rekenen op enorme subsidies van China. Het ontbreekt hen niet aan creativiteit om de douanerechten te omzeilen en zo de Europese markt binnen te dringen.

De Europese invoerheffingen omzeilen

Dat is meer bepaald het geval van de Chinese producent Jushi die vanuit Egypte actief is om de bestaande Europese antidumpingheffingen te omzeilen op producten die rechtstreeks uit China komen. Waarom net dat land? Omdat het een speciaal economisch statuut heeft voor de uitvoer naar Europa. Terwijl de invoerheffingen op de producten uit China 30% bedragen, liggen ze op 13% als ze vanuit Egypte komen. In 2014 opende Jushi een eerste oven met een jaarcapaciteit van 80.000 ton in een economische zone bij het Suezkanaal. Dit jaar werd een vierde oven in gebruik genomen, wat de totale productie op 400.000 ton brengt, terwijl de EU 700.000 ton produceert. Dankzij hun aanzienlijke productiecapaciteit, hun lagere productiekosten en de te geringe importheffingen kunnen de Chinese ondernemingen prijzen hanteren die twee keer zo laag zijn als hun Europese tegenhangers, wat de concurrentiekracht ernstig verstoort.

De Europese ondernemingen maken zich al gedurende ruim 10 jaar ongerust over de situatie en ze luiden de alarmbel.

Impact voor de Europese en Waalse industrie

De Europese producenten benadrukken dat de Chinese overcapaciteit, die op 1,8 miljoen ton per jaar wordt geschat, gekoppeld aan een Egyptische productie van 400 000 ton, het voortbestaan bedreigt van de Europese industrie die ongeveer 600 000 ton per jaar produceert.

Ze vrezen dat, bij gebrek aan striktere handelsbeschermingsmaatregelen, de Europese industrie gedwongen zal zijn om haar capaciteit te verminderen, investeringen uit te stellen of haar productie te delokaliseren buiten Europa. Ondernemingen zoals 3B-Fibreglass in Battice komen in moeilijkheden door deze oneerlijke concurrentie. Vorig jaar kregen de werknemers te maken met een herstructurering die leidde tot het ontslag van een tiental personen en waarbij de gepensioneerden niet werden vervangen.

Deze situatie bedreigt de lokale werkgelegenheid, het voortbestaan van de industrie en het investeringspotentieel van deze strategische sector.

Noodzakelijke antidumpingmaatregelen

Om dit fenomeen aan te pakken, heeft de Commissie in 2020 antisubsidierechten van 13,1% opgelegd op de invoer vanuit Chinese ondernemingen die in Egypte zijn gevestigd. Deze maatregelen werden aangevochten voor de Europese rechters. Toch bevestigde het Hof van Justitie van de EU op 28 november 2024 de beslissing. Het Hof erkende dat China enorme subsidies – naar schatting rond de 1000 miljard dollar – inzet om de verplaatsing van industrie en staatsbedrijven naar het buitenland te steunen. Volgens het Europees recht gelden deze steunmaatregelen als subsidies, en dus ook als dumping.

Die 13,1% antisubsidierechten zijn echter onvoldoende om de invoerstroom tegen te houden. Bijkomende antidumpingmaatregelen op de invoer vanuit Egypte zijn noodzakelijk om de Europese industrie te beschermen.

Maar China ontwikkelt deze strategie niet alleen in Egypte. Begin 2025 diende Glass Fibre Europe (GFE), die de Europese glasvezelondernemingen vertegenwoordigt, een klacht in en vroeg om een antidumpingonderzoek in te stellen tegen Egypte, maar ook tegen Bahrein en Thailand.

Voorlopige antidumpingmaatregelen zullen mogelijk zijn rond september 2025 en het is wachten tot eind april 2026 om de uitkomst van het onderzoek te kennen dat door GFE werd ingesteld.

Oproepen tot actie

IndustriAll Europe, de Europese federatie die de Europese vakbonden voor de industrie overkoepelt, steunt de oproep van GFE. Ze vragen beiden om de snelle en krachtige invoering van handelsbeschermingsinstrumenten om eerlijke concurrentie te waarborgen.

De druk die wordt uitgeoefend door de Chinese ondernemingen, sommige van hun klanten en de advocaten bij de diensten van de Europese Commissie neemt toe, waardoor het noodzakelijk is om deze maatregelen massaal te steunen. Dat is wat de AC en haar afgevaardigden doen, die via IndustriAll Europe de Commissie over deze kwestie hebben aangesproken.