Wie bouwt er nog aan de bouw?

De bouw kreunt onder tekorten en faillissementen, maar het ontbreekt niet aan werk of aan middelen. Het ontbreekt de bouwsector aan visie en verantwoordelijkheid, stelt Gianni De Vlaminck, federaal secretaris bij de Algemene Centrale-ABVV.

Elke week dezelfde berichten: tekort aan geschoolde werknemers, recordaantallen faillissementen, bouwen dat onbetaalbaar wordt, loonkosten te hoog. Vorige week nog: een reportage over Oezbeekse arbeiders op Vlaamse werven. Onlangs luidde ook Embuild de noodklok. Maar wie alleen klaagt en ondertussen weigert in de spiegel te kijken, draagt zelf bij aan de crisis.

Kapot gewerkt
De sector is veranderd, ja. Er zijn drones, software en betere machines. Maar laten we eerlijk zijn: nog steeds zijn veel beroepen in bouw fysiek zwaar en belastend. De mensen zijn kapot gewerkt. Nog steeds verliezen veel bouwvakkers elke dag uren in de file, zonder dat die tijd wordt vergoed. Voor een werf in Brussel vertrekt een arbeider uit Limburg soms al om 5 uur ’s ochtends en zit hij anderhalf tot twee uur in de wagen. Op de terugweg is dat nog eens hetzelfde. Een loon van 4.100 euro bruto klinkt dan misschien aantrekkelijk, maar wat betekent dat als je vroeg vertrekt en laat thuis bent, je lichaam kapotwerkt op de werf en je kinderen al slapen tegen de tijd dat je thuiskomt?

Veel van de “grote” bouwbedrijven zijn in feite lege dozen. Ze houden amper tachtig mensen vast in vaste dienst, maar halen miljoenencontracten binnen voor openbare werken. De rest vullen ze in via een keten van onderaanneming en detachering. Dat leidt tot anonimiteit op de werf, taalproblemen, spanningen en een totale afwezigheid van binding. Hoe kan een arbeider zich identificeren met een gebouw als hij er slechts een paar dagen passeert? Hoe kan de samenleving vertrouwen hebben in een sector die structureel draait op schijnzelfstandigen en derdelanders?

Check in/check out
Wij vragen al jaren simpele maatregelen: check-in én check-out op de werf. Het werkt in de schoonmaak, dat kan volgens mij ook in de bouw. Beperk onderaanneming en maak de hoofdaannemer verantwoordelijk voor de sociale en fiscale schulden in zijn keten. Stop het misbruik van de detacheringsrichtlijn.

Werkgevers blokkeren dit, maar de politiek laat dit oogluikend toe. Overheden blijven grote infrastructuurprojecten uitbesteden aan aannemers die nauwelijks nog eigen mensen in dienst hebben. Dat is georganiseerde detachering (sociale dumping!) met de zege van de overheid. Politici klagen dan wel over files en overlast, maar kijken halsstarrig weg van de uitbuiting op de werf die ze zelf financieren.

Na de eerste golf van detachering zijn er al 20.000 reguliere jobs verdwenen. Nu zien we het opnieuw: vaste tewerkstelling daalt, de race to the bottom gaat door. Zolang werkgevers én politici weigeren dit te stoppen, verdwijnen nog meer jobs en bedrijven.

En dan moet ik toch ook hebben over de hypocrisie. Werkgevers pleiten voor de beperking van werkloosheidsuitkeringen, zogezegd om meer mensen naar de bouw te leiden. Tja. Maar veel zien we er niet van. Leid hen op, geef hen een contract, investeer in hun toekomst. Dat kan, dat wordt zelfs ondersteund door Constructiv (sectorfonds). Maar hou dan op met goedkope excuses en begin met verantwoordelijkheid te nemen.

Ruggengraat van de samenleving
De bouw draait niet enkel om vierkante meters en rendement. Dankzij de bouwsector hebben we scholen, ziekenhuizen, bruggen, woningen. De bouw is de letterlijke ruggengraat van onze samenleving. Wie die verantwoordelijkheid herleidt tot een spreadsheet, miskent de sociale en maatschappelijke betekenis van bouwen. Het is werk dat zekerheid, trots en continuïteit verdient, niet een ratrace van tijdelijke contracten en wisselende ploegen.

Welke bouwsector willen we nalaten aan de volgende generatie? Een sector die zichzelf uitholt met kortetermijnwinsten, of een sector die opnieuw staat voor vakmanschap, duurzaamheid en zekerheid? Vandaag kiezen werkgevers en politici te vaak voor de eerste optie. Onze gedeelde toekomst vraagt om de tweede. En daar is visie voor nodig, voorbij het sloganeske.

De bouw biedt net kansen. Wat blijft er dan nog over van bouwen als metafoor? Bouwen zou moeten staan voor vooruitgang, voor duurzaamheid, voor verbondenheid. Maar vandaag bouwt de sector vooral gestaag verder aan zijn eigen ondergang. De echte crisis in de bouw is niet een tekort aan handen. Het is een tekort aan visie en moed. Zowel bij werkgevers als bij politici.