Protocolakkoord goedgekeurd: wat verandert voor jou?
Op 27 november bereikten de sociale partners van de sector papier- en kartonverwerking een protocolakkoord voor de periode 2025-2026 voor de arbeiders en bedienden.
Dit akkoord vormt de basis voor de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) die de komende jaren de loon- en arbeidsvoorwaarden mee bepalen. Maar wat betekent het concreet voor jou, als werknemer in deze sector?
Koopkracht: maaltijdcheques en maaltijdvergoeding van overuren
Tot 31 januari 2026 krijgen bedrijven de kans om een ondernamingsakkoord af te sluiten voor de maaltijdcheques.
Er zijn twee mogelijke scenario's:
- Er wordt een bedrijfsakkoord bereikt
Het akkoord geldt (met respect voor de minimumlonen) en wordt neergelegd bij de griffie van de dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO ten laatste op 31 januari 2026. - Er wordt geen bedrijfakkoord bereikt
De nominale waarde (het bedrag dat je als werknemer dus effectief kan besteden) stijgt dan met:- + €1 vanaf 1 januari 2026
- + €0,5 vanaf 1 juli 2026
Andere aanpassingen:
- De sectorale cao rond maaltijdcheques wordt aangepast: de nominale waarde wordt €3,09 vanaf 1 januari 2026 en €4,09 vanaf 1 juli 2926. Werk je deeltijds? Dan gebeurt dat pro rata.
- De netto compesatie voor maaltijdcheques bij overuren (voor wie onder de sectorale regeling valt) stijgt naar €2 vanaf 1 januari 2026 en naar €3 vanaf 1 juli 2026.
- Voor onaangekondigde overuren wordt de maaltijdvergoeding opgetrokken naar €5 vanaf 1 januari 2026.
Werkbaar werk en eindeloopbanen
De sector keurt de interprofessionele cao's, die recht op uitkeringen voor landingsbanen koppelen aan een leeftijdsgrens van 55 jaar voor werknemers met een lange loopbaan, zwaar beroep of in bedrijven in moeilijkheden/herstructurering goed. Er is ook een aanvullende vergoeding eindeloopbaan: vanaf 1 januari 2026 krijgen werknemers met een zwaar beroep (nacht- of ploegenarbeid) vanaf 60 jaar €60 per maand, op voorwaarde dat ze voldoen aan de voorwaarde voor een 1/5de landingsbaan met uitkeringen. Deze vergoeding wordt door de werkgever betaalt, maar hij kan dit laten terugbetalen via het Fonds voor Bestaanszekerheid.
Sociale voordelen
Vanaf 1 januari 2026 stijgt de anciënniteitspremie, die via het Sociaal Fonds betaald wordt, naar €28 per begonnen jaar sectoranciënniteit, met een maximum van €650. Bovendien wordt de premie toegekend in het jaar waarin de werknemer 60 jaar wordt (de overige voorwaarden blijven).
Verder wordt de aanvullende werkloosheidsvergoeding vanaf 1 januari 2026 vastgelegd op €8,11 (door de indexering).
Mobiliteit en anciënniteit
> Pendel je met de fiets naar en van je werk? Goed nieuws: de fietsvergoeding stijgt met 5 cent per kilometer en komt zo op €0,32 per kilometer vanaf 1 januari 2026. Belangrijk: de bovengrens van 40 enkele km's blijft gelden!
> De toegang tot anciënniteitsverlof wordt versoepeld: de voorwaarde voor de dag anciënniteitsverlof (voorheen vanaf 10 jaar) zakt naar 5 jaar bedrijfsanciënniteit vanaf 1 januari 2026. Voor werknemers die in de loop van het jaar 55 worden, zakt die voorwaarde zelfs naar 1 jaar. Bedrijven die al meer dan 1 anciënniteitsdag geven, moeten minstens voor één van die dagen dezelfde versoepeling toepassen.
Harmonisering, opleiding, aanvullend pensioen en telewerk
Het akkoord bevat ook engagementen voor de toekomst:
- de sociale partners zetten het werk rond harmonisering verder, met een volgende stap zodra de eenheidsfunctieclassificatie afgerond is;
- er komt een eenvoudig sectoraal opleidingsplanmodel, in overleg met PaperPackSkills (de sectorfonds van de sector papier- en kartonbewerking);
- 0,1% van de loonmassa (uit SWT-middelen) wordt apart geboekt in het Fonds voor Bestaanszekerheid als voorbereiding op een sectoraal aanvullend pensioen in de komende jaren;
- rond telewerk wordt ondernemingen gevraagd dit binnen de looptijd van het akkoord op te nemen in de sociale dialoog.
Het protocolakkoord wordt omgezet in cao's. De cao arbeids- en loonvoorwaarden zal ook de klassieke clausule sociale vrede bevatten en voorziet in stilzwijgende verlenging. De cao’s in uitvoering van het protocol zouden een geldigheidsduur hebben van 2 jaar en 6 maanden, voor zover wettelijk toegelaten.
