
Een gezonde geest in een gezond lichaam. Echter, niet zelden lijdt onze productiviteit onder gezondheidsproblemen die een link hebben met het werk. Stress, burn-out, … wat kan je doen om te vermijden dat het werk je mentaal ziek maakt?
De experten van de Algemene Centrale – ABVV formuleren enkele antwoorden en pistes waarmee je zelf aan de slag kunt.
"Ik heb steeds meer werk, maar minder tijd om het te doen. Daardoor heb ik altijd stress. Is er dan geen uitweg uit deze neerwaartse spiraal?"
Er zijn verschillende manieren om eruit te komen. De eerste stap bestaat eruit bij je bedrijf na te gaan of er al een analyse van de oorzaken van stress heeft plaatsgevonden. Normaal gezien is deze analyse verplicht. Je kan deze analyse of de grote lijnen ervan opvragen en doornemen. Ze zijn ook besproken in het CPBW, door zowel werkgever als vakbondsafgevaardigden. Bespreek dit vervolgens dan ook met je vakbondsafgevaardigde. Waar kan jij je herkennen in de analyse, of waar net niet? Is die analyse er niet? Spreek dan ook je vakbondsafgevaardigde aan.
Lijkt je stress verband te houden met een slechte werking van het management (bijvoorbeeld een probleem met je teamleider) of een probleem in de professionele relatie met een welbepaalde collega? In dit geval kan het de moeite waard zijn dit te bespreken met de vertrouwenspersoon in je bedrijf. Managementproblemen, zoals een teamleider die zijn team terroriseert, of ongewoon gedrag van een collega ten opzichte van jou, kunnen onder de “antipestwet” vallen. Het is aan de vertrouwenspersoon en/of de psycholoog van de externe preventiedienst om hierover te oordelen.
Een andere mogelijkheid is de arbeidsarts: als je al regelmatig contact hebt met de arbeidsarts, kun je de zaak bij die gelegenheid met hem of haar bespreken of een afspraak met hem of haar maken voor een zogeheten spontane consultatie.
"Mijn werk is de bron van mijn gezondheidsklachten. Pijn aan de nek, rug of pols, ... of een verkoudheid door de airconditioning ... Wie kan ik aanspreken? Wat kan men eraan doen?
Praat eerst eens met je vakbondsafgevaardigden. Het is op basis van getuigenissen zoals de jouwe dat zij hun werk moeten vormgeven om je te verdedigen en voor oplossingen te ijveren bij de werkgever.
Een tweede optie is de arbeidsarts: als je al regelmatig contact hebt met de arbeidsarts, kun je deze klachten bij die gelegenheid met hem of haar bespreken of een afspraak maken voor een zogenaamd spontane consultatie. In eerste instantie zal hij bij de werkgever voorstellen doen om de bron van het probleem weg te nemen. Als de problemen ernstig zijn of de bron niet kan worden veranderd, kan je via de arbeidsarts een erkenning als beroepsziekte krijgen. Ook hier zijn jouw arbeidsarts en jouw vakbondsvertegenwoordiger jouw beste bondgenoten.
"Moet mijn bedrijf een interne of externe preventieadviseur hebben? Wat zijn diens verantwoordelijkheden?"
In principe is er altijd minstens één interne preventieadviseur in het bedrijf. Tot 20 werknemers kan dit echter de werkgever zelf zijn, maar boven dat aantal moet de werkgever een persoon aanstellen en opleiden tot interne preventieadviseur.
In principe zijn er ook externe preventieadviseurs, die allemaal deel uitmaken van de externe preventiedienst waarbij de werkgever verplicht is zich aan te sluiten. Sommigen zijn specialist op het gebied van psychologie, ergonomie, arbeidsgeneeskunde of toxische producten. In zeldzame gevallen maken zij wel deel uit van het personeel van het bedrijf. De rol van de interne preventieadviseur bestaat voornamelijk uit het geven van advies en/of het uitvoeren van de beslissingen van het CPBW, de vergadering tussen vakbondsafgevaardigden en directie rond welzijn, veiligheid, gezondheid en preventie op het werk.
"Ik ben lange tijd out geweest door een burn-out en wil graag weer deeltijds gaan werken. Is dat aangeraden? Moet ik op iets letten?"
Een aanpassing van de werkpost wordt doorgaans aangeraden om te vermijden dat men hervalt door meteen te veel hooi op de vork te nemen. Deeltijds gaan werken in het kader van ‘progressieve tewerkstelling’ is een vrij gebruikelijke aanpassing van de werkplek. In dit geval wordt de periode waarin je niet werkt door de mutualiteit gedekt. Daarvoor moet de mutualiteit eerst erkennen dat je minstens gedeeltelijk niet in staat bent om 100% terug aan het werk te gaan. Je hebt bovendien een akkoord van de werkgever nodig.
Je kunt ook vragen om een "bezoek voorafgaand aan de werkhervatting", zodat de arbeitsarts een mogelijke aanpassing van het werk kan voorstellen. Dit moet gebeuren in overleg tussen de werknemer, de arbeidsarts en de behandelend arts. De arbeidsarts noteert vervolgens zijn aanbevelingen op het gezondheidsbeoordelingsformulier voor de werkgever en de werknemer. Dit zijn slechts aanbevelingen voor mogelijke aanpassingen van de werkpost. De arbeidsarts neemt geen beslissingen over de (on)geschiktheid van de werknemer voor het werk.