Het Trans-Atlantisch “partnerschap” - Handelsakkoord of onderwerping?

In juni 2013 vroegen de 28 EU-lidstaten aan de Europese commissie om met de Verenigde Staten onderhandelingen te beginnen over een gemeenschappelijke handelsmarkt. Het kind kreeg de naam Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap, vaak TTIP genoemd. Dat staat voorTransatlantic Trade and Investment Partnership. We spreken ook over TAFTA, of Transatlantic Free Trade Agreement. Is dit een goede zaak voor onze economie? Dat is helemaal niet zo zeker. Laat ons even kijken waarom.

Vooreerst moet gezegd worden dat het om een handelsakkoord gaat tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. De onderhandelingen met de lidstaten geschieden evenwel in het ‘geheim’.

Opzet van het TTIP

Het TTIP heeft in theorie drie cruciale opdrachten. Ten moeten alle obstakels voor de handel weg. Het gaat bijvoorbeeld over de douanerechten die nog een impact hebben op onze textiel- en voedingssector. De tweede opdracht bestaat erin de niet-tarifaire belemmeringen weg te werken. Het gaat dan over de normen en regelgevingen op het gebied van gezondheid, rundvlees met hormonen of chloorkippen bijvoorbeeld. Het gaat ook over leefmilieu, met de normen voor CO2-uitstoot als voorbeeld. En het gaat ook over sociale aangelegenheden, zoals de cao’s. De derde opdracht ten slotte gaat over privé-arbitrageregels om geschillen of onenigheden tussen investeerders en Staten op te lossen.

Stop !

Voor de Algemene Centrale en het ABVV moeten de onderhandelingen onmiddellijk worden opgeschort. Ten eerste omdat Europa met een ‘geheim’ onderhandelingsmandaat werkt, er worden geen transparante onderhandelingen over bilaterale handelsakkoorden gegarandeerd. Het is van essentieel belang dat het onderhandelingsmandaat wordt overgemaakt aan de leden van het Europees Parlement en aan de nationale Parlementen. Vandaag kunnen enkel een aantal Europese lobbyisten het dossier deels inkijken.
Vervolgens moet dit handelsakkoord worden beperkt tot de goederen, diensten en investeringen. De afgesproken regels mogen geen enkele impact hebben op de arbeidsmarkten, noch op de organisatie van de openbare diensten. Bovendien mogen ze geen afbreuk doen aan de fundamentele vrijheden, en met name het recht op collectieve onderhandelingen. Nu blijkt echter uit perslekken dat de bestaande cao’s en regelgevingen wel degelijk op de helling zouden komen. Het handelsrecht mag in geen geval de overhand krijgen op de mensenrechten en sociale rechten.

Het valt te begrijpen dat de multinationals beslissen om hun handelsgeschillen te regelen via privé-arbiters. Voor de geschillen met de werknemers, vakbonden of openbare instanties daarentegen zijn enkel de wettelijke of conventionele verzoeningsprocedures en de rechtbanken aanvaardbaar en bevoegd. Welnu, de lopende onderhandelingen voorzien in een arbitrage door privé-rechtbanken. Men heeft het over de ‘panels van Staat / Investeerder’. Bovendien, terwijl alle democratische partijen vóór de verkiezingen van 25 mei erkend hadden dat de teksten moesten worden aangepast, verklaarde Didier Reynders nu dat hij tegen de herziening is van de tekst over die panels. Die tekst werd al overeengekomen met Canada. Daarom vragen wij ook aan onze regeringsleiders om te weigeren het akkoord met Canada (CETA) te ondertekenen.

Wat hebben wij reeds gedaan?

In de maand mei kwamen Eurocommissaris De Gucht en Business Europe bijeen rond dit thema. 281 actievoerders werden daar hardhandig opgepakt, zonder dat er sprake was van geweld of provocatie. Een zware schending van de democratie en vrije meningsuiting.
In december slaagden verschillende sociale bewegingen erin de Europese Top geweldloos te omcirkelen. Deze actie was goed geslaagd en leidde ertoe dat de Europese leiders hun vergadering moesten inkorten.
In februari richtte onze centrale, samen met 375 ngo’s, een brief naar de Europese parlementsleden voor het stopzetten of strikt afbakenen van de onderhandelingen.

Op 18 april werden wereldwijd een hele reeks acties gevoerd. In België vond een grote betoging plaats. Er waren die dag ook een hele reeks thema-workshops en interpellaties van politieke partijen.

Bovendien blijven wij overleg plegen met al onze partners en Europese federaties. Wordt het opnemen van speciale voorrechten voor investeerders en een privé-arbitrageclausule in het TTIP even krachtig verworpen door de IndustriAll Europe federatie?

Wat kan jij nog doen?

Als je voor een multinational werkt, kun je op de OR vragen welke impact het TTIP zal hebben op je bedrijf. Wij raden je aan hetzelfde te doen als je werkt voor een onderneming met een EOR. Indien de werkgever ook van mening is dat het TTIP negatieve gevolgen kan hebben, stel hem dan voor om zijn werkgeversfederatie en het VBO aan de tand te voelen over hun doen en laten.

Je kunt ook een gemeenschappelijke verklaring invullen en die neerleggen bij de lokale en gewestelijke overheden. Veel beekjes maken een groot water: verschillende steden hebben zich al TTIP-vrije zone verklaard, bv. Doornik of Luik (meer info op nottip.be). Als de druk in de drie regio’s wordt opgedreven maken wij een kans om gehoord te worden. Zo heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een resolutie goedgekeurd om zichzelf buiten het TTIP te plaatsen. Er is dus wat politieke moed en actie nodig. We moeten in het verweer gaan tegen alle akkoorden van hetzelfde type: CETA met Canada en TISA (over de diensten) die reeds verder gevorderd zijn.

Net zoals met de acties tegen de richtlijn Bolkestein, moeten wij de publieke opinie samen sensibiliseren. We moeten alles op alles zetten om te ontsnappen aan de volledige onderwerping van Europese werknemers aan de vrije wereldmarkt, want dan verliezen we onze democratische rechten. Onze politici en onze rechtbanken moeten onafhankelijk en volwaardig hun werk kunnen doen.

Wat vragen wij aan de Europese parlementsleden?

  1. Transparantie nu: alle onderhandelingsdocumenten moeten openbaar gemaakt worden
  2. Een democratisch proces: met inspraak van de parlementen
  3. Geen investeerder-staatarbitrage (ISDS) door privé-tribunalen
  4. Geen regulerende samenwerkingsraad (RCC) die voorrang geeft aan lobbyisten
  5. Geen afschaffing van de normen die het algemeen belang verdedigen en dienen
  6. Geen privatisering of ontregeling van de openbare diensten
  7. Bevordering van menselijke en ecologisch duurzame landbouwpraktijken
  8. Overheden moeten de macht behouden om de normen van de IAO te laten naleven
  9. Geen enkele beperking op internationale en Europese normen inzake Mensenrechten