Suikerrietkappers uit El Salvador halen slag thuis op de IAO-conferentie

De petroleumsector in ons land steunt een jonge vakbond voor suikerrietkappers in El Salvador. Dat gebeurt vanuit het Fonds voor Bestaanszekerheid. Sitracaña, zo heet de vakbond. In juni stuurde ze vakbondsman Noé Nerio naar de bijeenkomst van de Internationale Arbeidsorganisatie in Genève, samen met vertegenwoordigers van FOS, het Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking, en van Solidarité Socialiste. Zijn opdracht: rechten en erkenning bekomen voor de suikerrietkappers in zijn land. En dat lukte ook.

De petroleumsector in ons land steunt een jonge vakbond voor suikerrietkappers in El Salvador. Dat gebeurt vanuit het Fonds voor Bestaanszekerheid. Sitracaña, zo heet de vakbond. In juni stuurde ze vakbondsman Noé Nerio naar de bijeenkomst van de Internationale Arbeidsorganisatie in Genève, samen met vertegenwoordigers van FOS, het Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking, en van Solidarité Socialiste. Zijn opdracht: rechten en erkenning bekomen voor de suikerrietkappers in zijn land. En dat lukte ook.

“Het moet gedaan zijn met de miserie voor de suikerrietkappers in El Salvador” vertelt Noé Nerio. “Wij eisen betere arbeidsvoorwaarden, toegang tot basisvoorzieningen en sociale zekerheid. Onze minister van werk komt naar de conferentie. Dit is dé plaats en hét moment om haar zover te krijgen dat ze Sitracaña formeel erkent én een sociale dialoog mogelijk maakt.'

Zonder sociaal vangnet

De 104e conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie brengt delegaties uit 185 landen bijeen. Er wordt intensief gediscussieerd in commissies of tijdens spontane ontmoetingen. “Wie iets wil doen aan arbeidsrechten, moet hier geweest zijn”. Dat beseft Noé Nerio maar al te goed. Tijdens een debat krijgt hij de kans de situatie in zijn land uiteen te zetten: “Suikerrietkappers zijn doorgaans informeel tewerkgesteld, zonder contract of toegang tot sociale bescherming. De sociale zekerheid werkt niet goed, met een onzekere pensioensopbouw en een groot tekort aan medische infrastructuur. Maar voor informele werkers zoals de suikerrietkappers is de situatie nog schrijnender. Zij vallen buiten elk sociaal vangnet. Niemand is aansprakelijk voor hun gezondheid op het werk en toch worden ze voortdurend blootgesteld aan hitte, pesticiden of vervuild drinkwater.”

Vakbond eindelijk erkend

Het is verre van evident om deze informele werknemers te verenigen, zoveel is duidelijk. Ook de officiële erkenning van Sitracaña door de overheid liet lang op zich wachten. Met de steun van internationale partners zoals het ABVV klaagde zij bij de IAO de schending aan van de conventie 87 over de vrijheid van vereniging. Dat viel niet in dovemansoren. Nog voor de IAO-conferentie van start ging ondertekende de Salvadoraanse minister van werk een document waarin de vakbond formeel wordt erkend.

Eindelijk ook overleg

En daar bleef het niet bij. Er volgden ontmoetingen tussen Sitracaña, andere vakbonden, en vertegenwoordigers van de IAO, en dat zorgde voor nervositeit bij de Salvadoraanse regeringsdelegatie. Uiteindelijk kwam een gesprek tot stand tussen onze vakbondsman en de Salvadoraanse minister van werk. Er werd een tweede document ondertekend waarin de minister zich engageert tot overleg met de suikerrietsector.

Met deze erkenning zijn de eerste stappen gezet om de informele suikerrietkappers toegang te geven tot de bestaande sociale zekerheid. Hun vakbond Sitracaña krijgt nu eindelijk slagkracht. Het échte werk moet natuurlijk nog beginnen: de suikerrietkappers in El Salvador moeten hun rechten nu ook nog in de praktijk afdwingen.