Rode kaart voor FIFA: WK voetbal in Qatar teert op slavenarbeid

Als er niets verandert zullen naar schatting 7.000 arbeiders gestorven zijn vooraleer het WK 2022 van start gaat. De Algemene Centrale voert mee campagne voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden in Qatar.

Voor onze internationale vakbondsactie werkt de Algemene Centrale-ABVV nauw samen met de IBH, de Internationale vakbondsfederatie voor Bouw en Hout. Die is net zoals wij actief in Palestina en in Cuba. En de IBH stuurt ook de campagne aan voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden in Qatar, in de aanloop naar het wereldkampioenschap voetbal daar in 2022. We trekken alvast een rode kaart voor FIFA.

Tos Añonuevo is een van de secretarissen van de IBH. Hij was onlangs in ons land en we vroegen hem hoe het staat met die campagne.

Tos Añonuevo: De bouwvakkers die in Qatar werken aan de infrastructuur voor het wereldkampioenschap voetbal van 2022 worden behandeld als slaven. Ze komen uit Nepal, Indië, Bangladesh en de Filipijnen. Ze worden uitgebuit nog voor ze naar Qatar vertrekken. Velen moeten hun land of huis verkopen om de koppelbazen die hen aan een paspoort helpen te betalen. Zodra ze in Qatar zijn wordt dat paspoort in beslag genomen. Zo zijn ze helemaal rechteloos. Erbarmelijke huisvesting, hongerlonen, geen bescherming tegen arbeidsongevallen, lange werktijden in de verzengende hitte, dat is hun lot.

Het dodental loopt nu al in de honderden en heeft niet alleen te maken met ongevallen. Velen sterven een zogezegde natuurlijke dood door de mensonterende levensomstandigheden. Als dit niet verandert zullen naar schatting 7.000 arbeiders gestorven zijn vooraleer de dik betaalde voetbalvedetten de aftrap op het WK 2022 geven.

En groeit er dan geen protest?

Tos Añonuevo: Een WK voetbal is altijd een goede gelegenheid om betere werkvoorwaarden af te dwingen. Toen Zuid-Afrika het WK organiseerde in 2010, gingen werknemers 26 keer in staking. In Brazilië, in 2014, was dat 27 keer. En wat zien we nu? Geen stakingen, geen acties in Qatar. Er zijn daar gewoon geen vakbonden, elk protest wordt in de kiem gesmoord. Daarom is het zo belangrijk dat we internationale acties voeren, andere middelen zijn er niet.

Jullie wijzen met een beschuldigende vinger naar de internationale voetbalfederatie FIFA. Waarom?

Tos Añonuevo: Omdat FIFA niet doet wat zij hoort te doen. FIFA heeft de macht en de invloed om verandering af te dwingen. Zij kon in Brazilië wel de wet doen veranderen om alcoholgebruik mogelijk te maken tijdens het WK, waarom gebruikt ze dan nu haar gezag niet om het leven van duizenden arme sukkelaars draaglijk te maken? We moeten die houding voort aan de kaak stellen. Het is belangrijk dat jullie druk blijven uitoefenen op de Belgische Voetbalbond. Dat gebeurt ook, want binnenkort heeft jullie vakcentrale een onderhoud met de Belgische voetbalbond.

FIFA is een landenfederatie, dus moeten de nationale bonden wakker schieten en FIFA tot andere inzichten brengen. We rekenen daarop nu het Europese voetbalkampioenschap er aan komt. Al onze Europese vakbonden krijgen materiaal om in juni de publieke opinie te sensibiliseren. Ook jullie moeten helpen. Jullie hebben trouwens al een forse steun gegeven met de campagne ‘rode kaart voor FIFA’.

Slagen jullie er ondertussen in om in Qatar zelf iets van de grond te krijgen?

Tos Añonuevo: Vakbonden kunnen we er niet oprichten, en dus gaan we anders tewerk. We organiseren ‘communities’, gemeenschappen waar we de buitenlandse werknemers bijeenbrengen. Ze kunnen er terecht met hun verhaal, ze krijgen er hulp. En we krijgen stilaan de medewerking van hun ambassades, dat zet druk op de overheid in Qatar.

Belangrijk is ook dat we aanwezig zijn op de werven van multinationale bedrijven. We sporen die aan om de autoriteiten in Qatar op andere ideeën te brengen. Grote bedrijven zoals Besix, DEME en Vinci hebben daar zeker oren naar, maar ze spelen het voorzichtig. Dus, laten we niet opgeven, we moeten verder campagne voeren.

Foto: Tos Añonuevo trekt een rode kaart voor FIFA, samen met federaal secretaris Rik Desmet en met onze coördinator voor internationale solidariteit, Koen Vanbrabandt.