Onderzoek en ontwikkeling: de enige weg vooruit

De Belgische glassector, lang één van de paradepaartjes van onze industrie, is in verval. Is het de schuld van Europa? Interview met Enrico Gibellieri, de laatste voorzitter van de EGKS.

Afbeelding verwijderd.Tussen 2003 en 2015 verdwenen er meer dan 3000 banen in de glassector, ooit één van de paradepaartjes van onze industrie. Wat zijn de oorzaken van deze achteruitgang? Is het de schuld van Europa of integendeel, is Europa het antwoord? Enrico Gibellieri, de laatste voorzitter van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en nu lid van de Adviescommissie Industriële Reconversie (CCMI) van het Europees Economisch en Sociaal Comité, werpt een ander licht op de situatie van de sector.

Enrico, als we denken aan bedrijfssluitingen zoals Saint-Gobain, dan ligt de oorzaak toch voor een deel bij Europa?

Enrico Gibellieri: Voor mij is dit niet helemaal waar. Het is een gemeenschappelijk probleem van de grote industriële sectoren. Zelfs zonder Europa zouden er activiteiten uitbesteed zijn aan de opkomende landen. Wat je Europa kan verwijten is dat het niet altijd gebruik heeft gemaakt van de juiste middelen om te vechten tegen economische en sociale dumping, met instrumenten voor de bescherming van de markt, of via de steun aan staten. Vandaag is de Commissie begonnen met de invoering van deze elementen, maar dit is niet genoeg.

Maar wat is dan de oplossing?

Laten we realistisch blijven, als België alléén tegen deze moeilijkheden moest opboksen dan zou het pas helemaal hopeloos zijn.  Europa biedt ons echter kansen, via Europa hebben we meer mogelijkheden om deze problemen ​​op te lossen. Tegenover de mondialisering van de markten is de enige echte oplossing: investeren in onderzoek en ontwikkeling. We moeten streven naar topkwaliteit in onze producten, én tegelijk concurrentieel blijven. Vergeet ook niet dat in een sector zoals die van glas, de kosten van arbeid laag blijven ten opzichte van de productiekosten.

Als ik u zo hoor heeft de glassector nog een toekomst in België, maar welke juist?

Uiteraard is er nog een toekomst voor de glasindustrie in België. De productie van glas voor de auto-industrie heeft zwaar geleden heeft onder de economische crisis maar holglas doet het goed. De toekomst zit hem ook in alles wat energie kan besparen. De prioriteit moet uitgaan naar het ontwikkelen van  producten die de energieprestaties van gebouwen verbeteren, en naar hernieuwbare energie.

Het milieu is inderdaad een belangrijke wereldwijde uitdaging. Schiet Europa zichzelf niet in de voet door het opleggen van strenge normen?

Helemaal niet, we moeten absoluut doorgaan op deze weg. Voor mij is dit weerom het bewijs dat het probleem verder gaat dan Europa. We hebben we te maken met landen die niet dezelfde milieunormen hebben als wij, zoals bijvoorbeeld Marokko of China. Dit heeft onvermijdelijk gevolgen voor de productiekosten. Oplossingen kunnen er komen door iedereen dezelfde milieunormen op te leggen, of het belasten van goederen die Europa binnenkomen.

Welk Europa ziet u voor de toekomst?

Het is belangrijk dat Europa zijn rug niet keert naar zijn industriële verleden en dat verleden zeker niet vergeet. We moeten een pleidooi houden voor een echt Europees beleid en een echte Europese sociale dialoog. En aan de Belgen zou ik zeggen: jullie expertise wordt wereldwijd erkend, maar je moet jezelf wel in vraag blijven stellen en steeds op zoek blijven naar verbeteringen, op het gebied van methoden, productiemiddelen en normen. Dat is de uitdaging.