Wetgeving studentenarbeid gewijzigd

Er gelden sinds dit jaar nieuwe regels voor jobstudenten. Als student krijg je nu elk jaar een pakket van 475 uur waarin je minder sociale bijdragen betaalt dan een gewone werknemer.

Er gelden sinds dit jaar nieuwe regels voor jobstudenten. Als student krijg je nu elk jaar een pakket van 475 uur waarin je minder sociale bijdragen betaalt dan een gewone werknemer.

Bij studentenarbeid wordt gewerkt met verlaagde bijdragen voor de sociale zekerheid. Vroeger werd die verlaagde bijdrage berekend in werkdagen. Jobstudenten mochten 50 dagen werken aan verlaagde RSZ-bijdragen.

Sinds 1 januari 2017 gebeurt die berekening in werkuren: 475 werkuren in plaats van 50 dagen. Meer dan 475 uur werken mag, dan draag je vanaf dat moment normale sociale bijdragen bij en bouw je ook sociale rechten zoals pensioen op.

Wat zijn de gevolgen?

Studenten kunnen meer werken aan verlaagde bijdragen, en studentenwerk wordt hierdoor flexibeler. Vroeger werd immers elke werkdag met een studentencontract (of die nu 3 of 8 werkuren telde) beschouwd als een volledige dag die werd afgetrokken van het jaarlijkse krediet van 50 dagen. Nu gebeurt de berekening per uur.

Voornamelijk deeltijdse werknemers in de handel zullen hiervan oneerlijke concurrentie ondervinden. Een ander aanvechtbaar gevolg is dat de studenten door langere tijd aan verlaagde sociale bijdragen te werken, pas later (na 475 uur) rechten opbouwen voor pensioen, vakantiegeld, werkloosheidsuitkeringen ...

Het zal ook ingewikkelder zijn voor de jobstudent om te weten hoe het staat met zijn quotum. De RSZ heeft daarom een online teller (Student@work) ontwikkeld, waar de student kan op inloggen om de stand te kennen.

 

Meer info vind je op www.abvv.be