Delegee van de 21 ste eeuw: "Een sluiting hier, kan voor Polen of Tsjechië meer productie betekenen"

Rudi Vandersteen zetelt in de Europese ondernemingsraad van Saint-Gobain. Hij bouwde er een sterk netwerk op, en houdt zo de vinger aan de pols van de plannen en evoluties binnen de groep. 

Rudi Vandersteen werkt bij Glasindustrie Boermans in Hasselt, dat onderdeel is van de Franse multinational Saint-Gobain. In 2002 werd hij voor het eerst verkozen als delegee en sinds 2009 zetelt hij in de Europese Ondernemingsraad (EOR) van Saint-Gobain. Dankzij die raad kunnen werknemers uit heel Europa samenwerken en leren uit mekaars ervaringen. 

Wat is voor jou de essentie van vakbondswerk?

De werknemers met al hun vragen bijstaan: papieren waar ze niet uit wijs geraken, een premie waar ze recht op hebben, kortom hun rechten verdedigen. Maar daarvoor moet je veel kennis vergaren, informatie opzoeken, mensen contacteren. De vormingen die je kan volgen zijn dan ook essentieel. Zo bouw je stelselmatig je kennis en ervaring op. Daarom werk ik nu ook mee aan de vakbondsvormingen in Limburg. Ik probeer daar ervaringen vanuit de praktijk mee te geven, zo kan je nieuwe mensen motiveren om zich in te zetten voor de vakbond.

In 2009 kwam er dan de Europese ondernemingsraad (zo’n EOR kan opgericht worden in bedrijven die actief zijn in minstens twee lidstaten van de EU) van Saint-Gobain, en later ook het secretariaat van die OR bij. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

“De ondernemingsraad van Saint-Gobain bestaat uit 70 delegees uit alle uithoeken van Europa. Je vertegenwoordigt dan de Belgische arbeiders van de hele groep. Je moet contacten leggen met de andere bedrijven in België, ook in Wallonië. Dat is heel boeiend, je bouwt een grote contactenkring op. Leert enorm veel bij.  

Is het mogelijk om solidariteit en een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen tussen al die landen?

“Dat is heel moeilijk. Gaat er hier een bedrijf dicht dan gaat men vanuit Frankrijk een mailtje sturen om solidariteit te betuigen maar verder gaat dat niet. Iedereen blijft aan zijn eigen bedrijf of eigen land denken. En een sluiting hier kan bijvoorbeeld voor Polen of Tsjechië meer productie betekenen”.

“De periode dat ik in het secretariaat zetelde was er één van sluitingen in België: Eerst de autoruitenfabriek, dan de vlakglasfabriek in Auvelais.  “Dat heeft me zwaar aangegrepen. Je kan dan tegen de directie ingaan, studies aanvragen, acties ondersteunen, maar die beslissing is genomen. Een multinational is moeilijk te bewerken. Als ze morgen beslissen ergens een bedrijf te sluiten dan is dat zo.”

Wat kan je in zo’n Europese ondernemingsraad dan wel realiseren?

We krijgen inzage in alle gegevens van de groep in alle landen van Europa. Aan de hand daarvan kan je voorzien waar men met sluitingen en herstructureringen gaat opgezadeld worden en anticiperen.

Het meeste druk kan men zetten in het secretariaat. Daar vinden de voorbereidende vergaderingen plaats, wordt de agenda bepaald, krijgen we de nodige tools ter beschikking. We hebben daar ook een expertisebureau ter beschikking en kunnen indien nodig beroep doen op IndustriALL.

Door contact te houden met collega’s in de verschillende landen bouwt men hoe dan ook een sterk netwerk op, blijft men goed op de hoogte van de activiteiten in andere landen, en kan men leren uit mekaars ervaringen.

Dit artikel verscheen in De Nieuwe Werker in de reeks 'Delegee van de 21ste eeuw. 

Delegee zijn houdt heel wat meer in dan protestacties of stakingen organiseren. Onze delegees zetten zich op allerlei vlakken in voor hun werkmakkers. Wij brengen hun verhalen.