Huishoudhulpen keuren akkoord goed

Tien maanden (!), zo lang hebben de huishoudhulpen moeten strijden vooraleer een akkoord over de lonen, de verplaatsingskosten en de arbeidsvoorwaarden bereikt kon worden. De huishoudhulpen keurden het ontwerpakkoord goed, maar waarschuwen dat dit slechts een eerste stap is in de verbetering van hun statuut.

Tien maanden moeten wachten op een akkoord? Niet normaal! Volgens de huishoudhulpen en de vakbonden is dat veel te lang, en al zeker wanneer het om werknemers in een precaire situatie gaat. Er is echter een eerste stap richting betere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor de 150.000 huishoudhulpen.

Dit staat er namelijk in het akkoord:

  • Een loonsverhoging van 0,4 % vanaf juni 2022.
  • Een stijging van de verplaatsingsvergoedingen vanaf juni 2022:
      • Woon-werkverkeer (openbaar vervoer & auto): van 75 % naar 90 % van het sociaal abonnement.
      • Verplaatsing tussen twee klanten: verdubbeling van de vergoedingen naar 28 cent per km, met het engagement om dit zo snel mogelijk te laten evolueren naar de vergoedingen van de ambtenaren.
      • Boodschappen voor klant: gekoppeld aan de vergoeding voor ambtenaren.
      • Fietsvergoeding: van € 0,23/km naar € 0,25/km.
  • Een aanpassing van het aantal gewerkte dagen om recht te hebben op een eindejaarspremie van 65 dagen naar 30 dagen.
  • Invoering van een sectorale anciënniteit i.p.v. een anciënniteit per werkgever voor de bepaling van het loonbarema.
  • Invoering van een telefonisch permanentiesysteem vanaf 2023.
  • Invoering van aanmoedigingspremies voor tijdskrediet voor zorg van een kind jonger dan 8 jaar.

De vastberadenheid van de werkneemsters uit de dienstencheques en hun ‘schuimacties’ (degroteschoonmaak.net) hebben dus geloond en hebben de sector en de huishoudhulpen in de schijnwerpers gezet. En laat het duidelijk zijn: het bereiken van een akkoord is geen doel op zich. Een duurzame sector, betere arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden en een verbetering van het stelsel van de dienstencheques is een must voor de werknemers uit deze sector.

Tegelijk heeft de loonnormwet de onderhandelingen in deze sector in een carcan geplaatst. De maximale loonnorm van 0,4 % laat niet toe om deftige loonsverhogingen te onderhandelen. De huishoudhulpen blijven bijgevolg bengelen aan de rand van de armoede. Een aanpassing van de loonnormwet dringt zich op om alle werknemers van deftige loonsverhogingen te voorzien.

Het ABVV, het ACV en het ACLVB zullen blijven strijden voor betere voorwaarden voor de huishoudhulpen. In ieder geval bewijzen deze onderhandelingen en het akkoord één ding: strijd loont!