Pensioenen in het vizier van De Wever en Bouchez
In de nota De Wever-Bouchez wordt jouw pensioen en jouw eindeloopbaan aangevallen. Uitleg in 5 punten.
Ondanks de recente verhogingen die de vakbonden in de wacht hebben gesleept, behoren de Belgische pensioenen tot de laagste van Europa. Eén op de tien gepensioneerden blijft uit financiële noodzaak doorwerken. Er is dus werk aan de winkel. Daarom zijn degelijke pensioenen nog steeds een prioriteit voor vakbond ABVV. Dat geldt niet voor iedereen. De Wever en Bouchez vallen jouw pensioen en jouw
eindeloopbaan aan.
1. Strengere toegang tot minimumpensioen
De verhoging van het minimumpensioen, dat nu 1.773,35 euro bruto per maand bedraagt, is één van de grootste verwezenlijkingen van het ABVV van de afgelopen jaren. Maar de nota-De Wever-Bouchez voorziet een forse verstrenging van de toegangsvoorwaarden. Voortaan zal je 35 jaar ‘effectieve tewerkstelling’ moeten bewijzen. Periodes waarin je niet kon werken, zoals periodes van ziekte, tijdelijke werkloosheid en onvrijwillig deeltijds werk, tellen niet meer mee.
Rita gaat in 2025 met pensioen, na een loopbaan van 45 jaar. Omdat ze een aantal jaren deeltijds werkte, geraakt ze net niet aan de vereiste 35 jaar effectieve tewerkstelling. Daarom heeft ze geen recht op het minimumpensioen en verliest ze meer dan 160 euro bruto per maand.
2. Financiële sanctie voor wie met vervroegd pensioen gaat
Wie vervroegd met pensioen wil, maar geen ‘35 jaar effectieve tewerkstelling’ kan bewijzen, zal zijn wettelijk pensioen verminderd zien met een ‘pensioenmalus’. Deze bedraagt 5% per jaar opname vroeger dan de wettelijke pensioenleeftijd. Deze pensioenmalus komt bovenop het verlies van aanvullende pensioenrechten voor een extra gewerkt jaar en het verlies van de pensioenbonus.
Jean is 63 en heeft 42 loopbaanjaren. Hij voldoet dus aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen in 2025. Door een langdurige ziekte tijdens zijn loopbaan kan hij niet bewijzen 35 jaar effectief gewerkt te hebben. Gaat hij vervroegd met pensioen, dan zal de tandem De Wever-Bouchez zijn wettelijk pensioen met 15% verlagen, rekening houdend met het feit dat de wettelijke pensioenleeftijd in 2025 op 66 jaar komt. Voor een gemiddeld pensioen betekent deze ingreep een verlies van zo’n 250 euro (bruto) per maand.
3. Geleidelijk afschaffen van regelingen zware beroepen (waaronder SWT)
De Wever en Bouchez hebben het gemunt op de zware beroepen. De specifieke pensioenleeftijden voor vastbenoemde ambtenaren zoals militairen, treinbestuurders en -begeleiders, worden afgeschaft. Ook andere statutairen, zoals leerkrachten, zullen langer moeten werken. In de privésector zou het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) verdwijnen vanaf 1 oktober 2024. Terwijl dit het enige systeem is in de privésector dat rekening houdt met zware beroepen. Het is cruciaal voor werknemers in de bouw en voor wie nacht- en ploegenarbeid verricht.
SWT op de schop: de impact op Audi-werknemers
Bij Audi Brussels dreigen zo’n 3.000 werknemers hun job te verliezen. Onder hen 169 werknemers van 60 jaar en ouder. Zij komen, indien ze voldoen aan verschillende voorwaarden, in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag terecht, maar De Wever en Bouchez willen hen dit ontnemen. Blijft over: volledige werkloosheid zonder toeslag, met een verplichte zoektocht naar werk, strengere controles en mogelijke sancties, ofwel vervroegd pensioen met alle nadelen van dien.
4. Jaar van afstuderen telt niet meer mee voor vervroegd pensioen
Iedereen met voldoende loopbaanjaren kan vervroegd met pensioen. Op je 60ste kan dat na 44 jaar loopbaan, op 61 en 62 na 43 jaar loopbaan en vanaf 63 is 42 jaar voldoende. Een loopbaanjaar telt nu mee vanaf vier maanden werk (of gelijkstelling). De nota-De Wever-Bouchez stelt voor om dit te verlengen tot zes maanden. Hierdoor zullen vier op tien werknemers langer moeten werken. De reden? Velen startten hun carrière rond 1 september, net na het afstuderen. Dat jaar waarin ze hun studies beëindigden, zou niet langer meetellen bij de loopbaanberekening.
Olivier studeerde af in 1983 en begon te werken op 1 september van dat jaar. In mei 2025 wordt hij 62 en heeft hij 43 jaar carrière achter de rug. Door de hervorming-De Wever-Bouchez verschuift zijn vroegst mogelijke pensioendatum met 14 maanden, van 1 mei 2025 naar 1 juli 2026.
5. Grote besparingen op ambtenarenpensioenen
De Wever en Bouchez willen de ambtenarenpensioenen niet langer aanpassen aan de barema’s van de actieve ambtenaren, de gemiddelde en hogere ambtenarenpensioenen (vanaf ongeveer €2.250 netto) niet langer volledig indexeren en het wettelijk pensioen niet langer berekenen op het loon van de laatste tien jaar maar het loon gedurende de hele loopbaan. Ook de specifieke belastingvermindering voor “hogere” pensioenen zou verdwijnen.
Monique is gepensioneerd lerares. Haar wettelijk pensioen is goed voor ongeveer 2400 euro per maand.
Door het pensioenbedrag niet langer volledig te indexeren én niet langer aan te passen aan de loonevolutie van de actieve ambtenaren, zou haar pensioen minder evolueren in de tijd. Na 20 jaar pensioen spreken we voor Monique van een verlies met bijna 500 euro bruto.
Vrouwen het hardst getroffen
De voorwaarde van 35 jaar effectieve tewerkstelling en de pensioenmalus zullen een grotere impact hebben op vrouwen en de bestaande ongelijkheden verdiepen. Vrouwen hebben immers gemiddeld meer onderbrekingen in hun loopbaan, meer gelijkgestelde periodes en werken vaker deeltijds.
De voorwaarde van 35 jaar effectieve tewerkstelling zou twee op drie potentiële begunstigden uitsluiten van toegang tot het minimumpensioen. Onder hen is bijna 7 op 10 vrouw.
Op je 60ste met pensioen gaan kan het bedrag van je wettelijk pensioen met 35% verminderen. Om die sanctie te vermijden, zullen veel werknemers die niet aan de voorwaarde van 35 jaar effectieve tewerkstelling voldoen, langer moeten werken. Ongeveer 3 op 4 onder hen is vrouw.