Huishoudwerksters moeten uit de slavernij gehaald worden

De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) schat dat het aantal huishoudwerksters tussen 53 en 100 miljoen ligt. We schrijven huishoudwerksters omdat de overgrote meerderheid onder hen vrouwen zijn, 83%. En ook kinderen worden ingezet voor huishoudwerk. De meeste van die arbeidskrachten vindt men in ontwikkelingslanden. In Azië, in Latijns-Amerika en op de Caraïben. Nu zet het Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking een campagne op touw om de huishoudsters uit hun vergeetput te halen. De Algemene Centrale van het ABVV werkt eraan mee.

Huishoudwerksters worden door regeringen in het verdomhoekje geduwd. Geen wonder, ze zijn haast onzichtbaar en het is zeer moeilijk hen te organiseren in vakbonden. In veel landen worden ze niet eens beschouwd als werkneemsters. Ze worden dus niet beschermd door de algemene arbeidswetgeving. En als er als wetten bestaan voor huishoudwerksters dan dienen ze om hen te discrimineren.

Cijfers tonen aan dat huishoudwerksters door de band minder dan de helft van de gemiddelde lonen op de arbeidsmarkt ontvangen. Dat gaat soms tot amper 20 procent van de gemiddelde lonen. 42,5% van de huishoudwerksters heeft geen recht op het nationale minimumloon.

Waardig werk in de huishoudsector

In juli 2011 stelde de IAO voor de allereerste keer een verdrag op dat de basisrechten van huishoudwerksters garandeert. Dankzij deze conventie hebben zij eindelijk wereldwijd uitzicht op de erkenning van hun essentiële arbeidsrechten. De conventie erkent huishoudwerk als elk ander werk en zorgt ervoor dat huishoudpersoneel behandeld wordt zoals elke andere werknemer. De conventie legt een aantal criteria vast voor waardig werk, met normen die eigenlijk al lang moesten bestaan: afschaffing van kinderarbeid, afschaffing van gedwongen arbeid, minstens één dag wekelijkse rust van 24 opeenvolgende uren, recht op een veilige en gezonde werkomgeving, bescherming tegen misbruik, geweld en intimidatie.

En in Belgie?

De voorschriften in dat internationale verdrag zijn wel erg minimaal. In landen met een uitgewerkte arbeidswetgeving, zoals België, bestaan ze al langer. Maar als ons land echt de geest van de conventie wil respecteren moet zij toch sleutelen aan de toestanden in verschillende sectoren, zoals de gezinszorg, de dienstencheques en de dienstboden. De aanbevelingen van de conventie moeten geratificeerd en uitgevoerd worden.

Ondanks zijn succes, is het systeem van dienstencheques zeer zeker voor verbetering vatbaar. Het voornaamste probleem is dat er geen goede loon- en arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd voor de huishoudwerksters. Door de aard van het werk is een voltijdse functie bovendien heel zwaar.

Veeg onze problemen niet onder de mat

De Algemene Centrale-ABVV werkt voluit mee aan de campagne van FOS, het Fonds voor Ontwikkelingsamenwerking van de socialistische beweging: ‘Veeg onze problemen niet onder de mat’.
De strijd van de huishoudsters wereldwijd is ook onze strijd. Als de werkneemsters uit de huishoudsector in België opkomen voor waardig werk doen zij ook mee aan een internationale beweging.

Uiteraard hebben huishoudwerksters in Zuid-Amerika het veel moeilijker dan in België. Maar het gaat wel over hetzelfde soort werk. En het is wel voor dezelfde erkenning en hetzelfde respect dat ze opkomen. Dus kunnen ze elkaar best vinden en steunen.

Prima Ocsa, algemeen secretaris van de Boliviaanse vakbond voor de huishoudarbeidster en zelf huishoudwerkster was aanwezig bij de lancering van de campagne voor huishoudwerksters in België. Zij getuigde over het vakbondswerk in haar land, ook tijdens een syndicale raad van de sector Gezinszorg.

Meer respect voor huishoudwerksters is natuurlijk ook een kwestie van goede wetten en statuten die zorgen voor bescherming, voor waardig werk, waardig loon en waardig leven. We vragen uitdrukkelijk aan onze minister van Werk om de conventie 189 van de IAO over huishoudwerk door België te laten ratificeren. Wij willen dat België daarmee het goede voorbeeld toont.

Alle info over de campagne nietonderdemat.be