Asbest kost arbeiders 20 levensjaren
Een recente studie van Adrass berekende dat arbeiders van asbestcementfabrieken gemiddeld 20 jaar minder leven dan de rest van de bevolking. Ze baseerden zich op sterfgevallen bij Coverit en Eternit.

Dat asbest bij arbeiders van asbestcementfabrieken voor talloze slachtoffers heeft gezorgd, hoeft geen betoog meer. Maar in een recente studie van Adrass (Association pour le développement de la recherche appliqué en sciences sociales) wordt dit nog eens extra concreet gemaakt. De onderzoekers berekenden dat arbeiders uit die sector gemiddeld 20 jaar minder leven dan de rest van de bevolking.
De onderzoekers bekeken de sterfgevallen ten gevolge van asbest in drie fabrieken voor asbestcement: Coverit in Harmignies (Henegouwen), en twee vestigingen van Eternit in Kapelle-op-den-Bos (Vlaams-Brabant) en in Tisselt (Antwerpen). In totaal ging het om 237 gedocumenteerde overlijdens tussen 1965 en 2015. Ze berekenden de gemiddelde levensduur per generatie en vergeleken die met de leeftijd van de overleden arbeiders.
Daaruit bleek dat de slachtoffers in Harmignies gemiddeld 61,9 jaar oud werden, terwijl de gemiddelde levensverwachting voor die verschillende generaties 82,7 jaar was, een verschil van bijna 21 jaar. Ongeveer hetzelfde verhaal bij Eternit: de gemiddelde leeftijd bij overlijden bedroeg er 63,8 jaar, tegenover een gemiddelde levensverwachting van 82,5.
Veiligheidsmaatregelen
Het werken met asbest heeft deze mensen dus gemiddeld 20 jaar van hun leven gekost. Ook de komende jaren zullen mensen blijven sterven aan de gevolgen van asbest, aldus de onderzoekers. Door het grotere bewustzijn en veiligheidsmaatregelen kunnen we er vanuit gaan dat er minder levensjaren verloren zullen gaan, maar waakzaamheid blijft geboden.
Tijdens de voorstelling van de resultaten van dit onderzoek in Brussel werd er tevens eer betoond aan Michel Verniers. Deze voormalige vakbondsafgevaardigde bij Coverit was één van de eerste die gevaren van asbest aan de kaak stelde. Gealarmeerd door de vele overlijdens na de sluiting van de fabriek, begon hij een lijst samen te stellen van zieke en overleden collega’s. Deze lijst vormde mee de basis voor dit onderzoek, aldus demograaf André Lambert.
De volledige studie is beschikbaar (enkel in het Frans) op de website van de European Trade Union Institute.