Op 1 november 2017 zal de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zich voor de 26ste keer uitspreken voor de opheffing van de VS-blokkade tegen Cuba. Al vele jaren stemmen alle landen tegen de blokkade, behalve de Verenigde Staten en Israël. 

Sinds de diplomatieke betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Cuba hersteld zijn, lijkt het alsof de blokkade is opgeheven. Dat is echter niet het geval, en met Trump aan de macht valt er weinig goeds te verwachten. In juni legde de Amerikaanse president zijn strengere aanpak vast in een presidentieel besluit: de blokkade wordt opnieuw strikt toegepast en Obama’s versoepelingen teruggeschroefd. 

Vele internationale bedrijven en banken weigeren transacties met Cuba af te sluiten, uit schrik voor Amerikaanse boetes. Die boycot kost Cuba 4.305 miljoen dollar op jaarbasis, schat het Cubaanse ministerie van economie.  

Ook bouwsector getroffen

Een voorbeeld: vorig jaar vroeg Cuba aan 18 Amerikaanse bedrijven een offerte voor de aankoop van geneesmiddelen en verzorgingsmateriaal. Slechts 4 bedrijven reageerden en die moesten telkens een uitzondering op de blokkade aanvragen, wat tot acht maanden kan duren. Voor die periode moet Cuba een enorme reserve aan geneesmiddelen aanleggen of elders in de wereld evenwaardige geneesmiddelen aanschaffen. De meerkost hiervan bedroeg vorig jaar ruim 87 miljoen dollar. 

Ook de bouwsector wordt getroffen door de blokkade, zo horen we van onze partner, de Cubaanse bouwvakbond SNTC. 

Sinds de Coördinatie voor de Opheffing van de Blokkade tegen Cuba dit jaar haar werkzaamheden hervatte, hebben al ruim 40 organisaties, waaronder de Algemene Centrale-ABVV zich aangesloten.  Samen vragen we dat de Verenigde Staten een einde stelt aan de meer dan 55 jaar durende blokkade en roepen we op deel te nemen aan de concentratie tegen de blokkade op 24 oktober 2017 in Brussel.