De transitie van de bedrijven: niet zonder de werknemers!

Op 7 en 8 november namen zo’n 80 afgevaardigden deel aan het congres voor de cementfabrieken en de groeven– en kalkindustrie. Deze twee historische sectoren zijn volop in ontwikkeling. De dubbele transitie op het vlak van klimaat en technologie vereist enorme investeringen in de nieuwe technologieën om de CO2-impact van deze vervuilende sectoren te verminderen, wat sowieso een weerslag heeft en zal hebben op de tewerkstelling. Er ontstaan nieuwe jobs, terwijl andere verdwijnen. De boodschap van de congressisten was overduidelijk: geen transitie ten koste van de werknemers.

De groeven en de cementfabrieken spelen een cruciale rol in de bouw van onze infrastructuur en onze huizen. De grote internationale bezitten een groot deel van de bedrijven in ons land. Het zijn dus de multinationals die de lakens uitdelen op de Belgische markt voor cement, beton en, meer algemeen, voor bouwmaterialen. Het zijn ondernemingen die het globaal genomen financieel goed doen. In 2023 bereikte de omzet van de cementsector een historische piek. Maar terwijl de bedrijven winst maken, daalt de tewerkstelling. Deze bereikte zelfs haar laagste niveau sinds 2015 in de groeven.

Nieuwe technologieën vóór mensen 

christelle

Het is een feit dat de ondernemingen uit deze twee sectoren voorrang geven aan investeringen in machines en gereedschap om de CO2-uitstoot te verminderen om zo de Europese normen te halen. Dit is meer bepaald het geval bij Holcim dat een grootschalig project lanceerde, zoals ABVV-afgevaardigde Christelle uitlegt: 

“Met GO4ZERO wil Holcim op een andere manier cement maken: overschakelen van het natte naar het droge proces en CO2 opvangen en in de Noordzee injecteren. Het proces zal helemaal anders zijn en dit zal onvermijdelijk een impact hebben op de tewerkstelling. Werknemers worden opgeleid om deze nieuwe procedures, die een zekere expertise vereisen, toe te passen. Maar zelfs al wordt er voorrang gegeven aan de eigen werknemers van de onderneming, vrees ik dat de nieuwe technologieën nadelig zullen zijn voor degenen die er geen gebruik van maken. Werknemers moeten up-to-date blijven, maar niet iedereen kan dat. Neem artificiële intelligentie als voorbeeld; degenen die niet weten hoe ze het moeten gebruiken, zullen afhankelijk zijn van degenen die het wel weten, wat voor problemen kan zorgen. We zullen moeten strijden om de jobs te behouden van de werknemers die eronder dreigen te lijden.”

 

Geen transitie zonder werknemers 

Martin

De dubbele transitie op het vlak van milieu en technologie zorgde voor stevige debatten tijdens dit vakcongres. Martin, een jonge afgevaardigde bij Lhoist, deelde eveneens zijn ongerustheid over de toekomst en benadrukt het belang van opleidingen: 

“Wij zijn kalkbranders. We werken op de ouderwetse manier met een relatief eenvoudig proces. Nieuwe technologieën kunnen binnenkort hun intrede doen in ons bedrijf en onze gewoonten overhoop halen. De werkgevers moeten investeren in opleidingen, zodat werknemers in staat zijn deze uitdaging aan te gaan en deze nieuwe machines goed te gebruiken. We hebben knowhow die behouden moet blijven. Dit is een win-winsituatie.” 

De modernisering is in beide sectoren aan de gang. Hoewel we vaststellen dat dit van bedrijf tot bedrijf verschilt, zullen alle werknemers er uiteindelijk mee te maken krijgen. Het is beter de zaak van nabij op te volgen dan de werkgevers vrij spel te geven. Zij hebben over het algemeen een visie die lijnrecht tegenover die van de werknemers staat. 

 

 

Europa herindustrialiseren 

Nicolas

Nicolas Van Nuffel, hoofd van de afdeling belangenbehartiging bij CNCD-11.11.11 droeg bij aan het debat. Hij is van mening dat de milieutransitie niet kan gebeuren zonder de werknemers: “De sociale dialoog speelt een essentiële rol. We moeten dit opleggen en een krachtsverhouding creëren t.o.v. de werkgevers. Aan de andere kant van de tafel is er geen goodwill op dat vlak. Ze moeten nochtans begrijpen dat iedereen er belang bij heeft de toekomst van de industrie te verdedigen.”

Hij was evenwel optimistisch over één bepaald punt: “De werkgevers beseffen dat delokalisatie geen antwoord meer biedt. Ze beginnen te beseffen dat het ook in hun belang is om de industrie dichtbij huis te houden.”

 

Opgelet voor de maatregelen van de toekomstige regering

De onderhandelingen zijn niet altijd eenvoudig in de cementfabrieken en de groeven: “We kunnen gelukkig rekenen op afgevaardigden die geen schrik hebben om op te komen voor de belangen van hun collega’s,” erkennen Sébastien Dupanloup en Arnaud Levêque, de federaal secretarissen die respectievelijk bevoegd zijn voor de cementfabrieken en de groeven. 

Het congres was voor hen de gelegenheid om de afgevaardigden te waarschuwen voor de plannen van de toekomstige regering De Wever – Bouchez. De maatregel m.b.t. de hervorming van de automatische loonindexering zou een enorme impact hebben op de afgevaardigden van deze sectoren die frequent indexeringen hebben. De cementsector is een sector met een maandelijkse indexering, terwijl in de groeven een indexering wordt toegepast als de index een bepaalde drempel overschrijdt. Dankzij deze systemen werd de koopkracht van de werknemers beschermd tegen de inflatie tijdens de energiecrisis. De afgevaardigden moeten alert blijven en deze verworvenheid vrijwaren die, in tijden van crisis, haar efficiëntie heeft bewezen.

 

Groeven: 4 paritaire subcomités in plaats van 11

Eén van de uitdagingen waar de sector van de groeven de komende jaren voor staat betreft het paritair subcomité. De hervorming van het paritair landschap dwingt de sociale partners ertoe hun aantal te verminderen. Momenteel bestaat de sector van de groeven uit 11 subsectoren. Er werd in 2017 hiervoor een werkgroep opgericht. Het idee zou zijn om het aantal te verminderen tot 4. Men zou zich niet meer baseren op de exploitatieregio, maar op het industrieel proces. De nieuwe paritaire comités zouden dus de volgende zijn: Granulaat, Siersteen, Zand, Kalkbranders.

Voor wat deze discussie betreft, verduidelijkte Arnaud Levêque het volgende: “Liever de keuze hebben dan ze te ondergaan, we moeten dus vooruitgang boeken voordat de politiek een ultimatum stelt.”