Afgevaardigden moeten de verandering inleiden
Het congres van de bewaking bracht bijna 130 afgevaardigden uit heel België bijeen. Samen bespraken ze de toekomst van de sector die, hoewel hij nog een mooie toekomst voor zich heeft, onderhevig is aan heel wat turbulenties en veranderingen. De belangrijkste spanningspunten zijn de ondermijning van de sociale dialoog, het gebrek aan respect voor werkneemsters en werknemers, de opkomst van artificiële intelligentie in combinatie met een sector die niet langer in staat is om jonge mensen aan te trekken.
De sociale dialoog onder druk
Dit is niets nieuws, en met de komst van de nieuwe regering zal het er waarschijnlijk niet beter op worden, maar ook al staat het sociaal overleg onder druk, blijft de dialoog met de sociale partners mogelijk. Dat hebben we vooral gezien na onze actie op 22 oktober. De volgende dag al veranderde de werkgeversfederatie Arxia van toon en zei weer bereid te zijn om te praten. Voor Jonathan, een afgevaardigde, blijft de mobilisatie van de sector belangrijk: “Ook al kunnen niet alle bedrijven op dezelfde manier mobiliseren, toch is het mogelijk om druk uit te oefenen via gerichte en strategische acties”. Voor Koenraad Maertens, federaal secretaris van de Algemene Centrale - ABVV verantwoordelijk voor de sector, is deze slagkracht essentieel: “De komende sectorale onderhandelingen zullen bijzonder ingewikkeld zijn en we zullen de steun nodig hebben van alle werknemers in de sector.
Het waardentransport evolueert
Een ander aandachtspunt was de ontwikkeling in de sector van het waardentransport. In het jargon wordt dit de CIT (cash in transit) genoemd. Onze gewoonten zijn veranderd, we hebben steeds minder cash nodig en de gevolgen zijn vooral merkbaar voor CIT. Toch zijn er redenen om positief te blijven. Dit is een sector die moet evolueren om de transitie tot een succes te brengen. Het is niet dat cash zal verdwijnen, er is alleen steeds minder ervan in omloop. Voor veel mensen is het nog steeds essentieel om contant geld te hebben, en daar zijn veel redenen voor: de garantie van een zekere anonimiteit, cultureel belang en psychologisch belang. Toch moeten we werken aan alle aspecten van CIT om deze evolutie in goede banen te lijden in plaats van ze te ondergaan.
Gevaren en mogelijkheden van digitalisering
De bewakingssector wordt niet gespaard van nieuwe technologieën, met name artificiële intelligentie. Het is aan ons, als afgevaardigden, om het beste eruit te halen en het slechte te vermijden. De afgevaardigden zijn zich ervan bewust dat het niet mogelijk is om deze nieuwe technologieën simpelweg te verwerpen, maar ze zijn het er allemaal over eens dat menselijk toezicht essentieel blijft en dat elke nieuwe technologie onderworpen moet worden aan sociaal overleg. Dit is de enige manier om te voorkomen dat deze nieuwe ontwikkelingen het statuut naar beneden halen.
Een verkeerd beeld van de sector
Tot slot kampt de bewakingssector met een imagoprobleem. Jongeren mijden de sector en het verloop is groot. Volgens Koenraad moet de flexibiliteit beter beheerd worden: “We mogen niet vergeten dat bewaking een 24/7 sector is. Olga, een afgevaardigde, bevestigt: “De uren zijn niet altijd gemakkelijk, we zijn erg afhankelijk van de klanten en zij stellen steeds hogere eisen. Maar we zijn ook maar mensen, geen robots”. Koenraad vult aan: “Als je rekening houdt met weekend- en nachtwerk, is het loon verre van toereikend. Het extra loon zou fatsoenlijk moeten zijn, want we hebben te maken met een verhoogde flexibiliteit en werknemers verdienen een eerlijk loon”.
Het is duidelijk dat de sector onder druk staat en dat dit de komende maanden nog meer het geval zal zijn: “We moeten solidair zijn en blijven vechten in de sector. In oktober hebben we iedereen eraan herinnerd dat we er waren. Er is geen twijfel over dat we opnieuw van ons zullen moeten laten horen. Onze eisen zijn duidelijk: we willen respect en eerlijke lonen”.