Slechts 30,2% van de huishoudhulpen heeft werkbaar werk

Stichting Innovatie & Arbeid, het onderzoekscentrum van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, heeft een analyse uitgevoerd over de werkbaarheid in de dienstenchequebedrijven. De resultaten van dit rapport zijn schrijnend, maar helaas niet verrassend: minder dan één op de drie huishoudhulpen heeft werkbaar werk.

Een werkbare job is er één waarvan je niet overspannen of ziek wordt, die boeiend en motiverend is, je kansen biedt om bij te leren en voldoende ruimte laat voor je privéleven. Volgens het rapport (zie hier) van de Stichting Innovatie & Arbeid is zo’n job moeilijk te vinden in de dienstenchequesector: slechts 30,2% van de huishoudhulpen heeft werkbaar werk ten opzichte van 51,8%[1] op de ruimere Vlaamse arbeidsmarkt. De voornaamste cijfers over de werkbaarheid in de sector liegen niet:

  • 47,8% (62,7%) van de huishoudhulpen schat doorwerken in de huidige job tot het pensioen als een haalbare opdracht, voor 44% (32%) kan dit enkel als het werk aangepast wordt en voor 8,2% (5,3%) is het sowieso niet haalbaar;
  • 61,1% (20,7%) heeft routinematig werk,
    bij 42,2% (9%) gaat het zelfs om extreem routinematig werk;
  • 36% (12,6%) wordt geconfronteerd met fysiek belastende arbeidsomstandigheden
    en bij 14,3% (4,8%) gaat het zelfs om zeer hoge fysieke belasting;
  • 21,8% (12,3%) is frequent ziek
    en bij 21,5% (11,3%) is er sprake van langdurig ziekteverzuim;
  • 51,7% (13,6%) heeft onvoldoende leermogelijkheden. Rapporten uit het verleden (2018, 2023) wezen er al op dat dit een ernstig probleem vormt! Zo kreeg bijvoorbeeld slechts één op de drie huishoudhulpen een startersopleiding (ook al is deze verplicht). 34% van de huishoudhulpen kreeg nog nooit een opleiding.

Uit deze cijfers blijkt dat huishoudhulpen een zware job hebben met verschillende werkbaarheidsknelpunten en de percentages voor de dienstenchequesector daarom vaak hoger liggen dan de Vlaamse gemiddeldes (cijfers tussen haakjes). Overigens is er sinds 2019 (zie hier) zelfs een verslechtering van de werkbaarheidsgraad binnen de sector.

Vakbonden vragen al jaren concrete maatregelen om de werksituatie van huishoudhulpen te verbeteren: medisch toezicht, een lijst met toegestane schoonmaakproducten, een plaatsbezoek bij de klant om het werkmateriaal te controleren, opleidingen,… De welzijnsinspectie gaf in een recent rapport nog maar eens aan dat dienstenchequebedrijven het vertikken om maatregelen te nemen en risicoanalyses uit te voeren (dit is trouwens wettelijk verplicht!) om hun huishoudhulpen correct te kunnen beschermen tegen het zware werk dat zij verrichten. Ook die cijfers verslechteren zelfs. Toch beweegt er niks bij de grote dienstenchequebedrijven. Het is daarom tijd dat de overheid haar verantwoordelijkheid opneemt en verplichtingen oplegt. Bedrijven die zich niet aan de wet houden, moeten gestraft worden en horen niet thuis in een sector die voor 70% gesubsidieerd wordt met overheidsgeld.

[1] De rode cijfers geven het gemiddeld percentage op de ruimere Vlaamse arbeidsmarkt weer.